uitgelicht
collectie-
stuk

zeeland-2021-1-samenvatting-van-de-inhoud

Klik voor het gratis artikel
Klik voor de gratis rubriek ‘t Is vol van schatten hier
Klik voor het archief van gratis artikelen
Klik voor de jaargangen 1991-2018

De nieuwe aflevering van tijdschrift Zeeland komt er weer aan!
De nieuwe aflevering van het tijdschrift Zeeland komt er weer aan en, zoals hiernaast te zien is, ziet het blad er nu anders uit. Helderder en eenvoudiger. Het nummer is wat dikker dan gebruikelijk en er staan drie artikelen in, twee ‘Schatten’ en vijf uitgebreide boekbesprekingen. Aan de auteurs van deze besprekingen wordt altijd gevraagd of ze niet alleen maar het boek willen bespreken, maar of ze ook willen ingaan op de context. Dat maakt de boekbesprekingen langer, maar zeker interessanter.

Afbeelding: Perenbloesem, ’s Heer-Arendskerke, april 2011 (foto M. Verhoef).

Een geslaagde ontsnapping aan de slavernij
Soms lees je wel eens in de krant over een verstekeling op een schip. De kapitein wil er graag vanaf, maar in welke haven het schip ook af meert, de verstekeling mag niet van boord. Een tragische situatie, natuurlijk. Schepen houden daarom altijd goed in de gaten wie er aan boord komt en vooral of die ook weer vertrekt. Roosanne Goudbeek schrijft in dit artikel over een heel bijzondere verstekeling.
Iedereen was stomverbaasd toen op de thuisvaart (1732) van het zeilschip ‘Maria Elisabeth’ van Curaçao naar Middelburg een slavin tevoorschijn kwam, Leonora genaamd. Terugzeilen was geen optie en zodoende kwam zij in Middelburg terecht. Daar moesten natuurlijk de nodige scheepsverklaringen afgelegd worden om vast te leggen dat niemand er van wist en het gaf nog een hele briefwisseling met Curaçao, waarin gevraagd werd haar terug te sturen. Maar, in de Verenigde Nederlanden en dus ook in Zeeland, bestond slavernij niet en Leonora was dus vrij.
Het artikel beschrijft ook goed de trans-Atlantische handel: wat werd er in Middelburg ingekocht (vaak op bestelling) en waaruit bestond de retourvracht (ook vaak op bestelling) en hoeveel geld was erbij betrokken.
Het hoekerschip was al oud en werd na deze reis voor de sloop verkocht. De reis had uiteindelijk voor de eigenaren toch mooi 1748 ponden Vlaams opgebracht, geen gering bedrag. En Leonora? Die werkte inmiddels voor een nette familie en ging ter kerke. Ze verdwijnt uit de papieren.

Afbeelding: Model van een hoeker uit 1756, h 120 cm × l 72 cm × b 33 cm (Rijksmuseum NG-NM-12047-A).

Het Committimus van het begin tot het eind
In de loop van de Tachtigjarige Oorlog werden aan de Zeven Provinciën nog wat veroverde gebieden toegevoegd: de Generaliteitslanden. Limburg, Noord Brabant en stukken van Zeeuws-Vlaanderen. In 1588 kregen de veroverde gebieden op de linker Schelde-oever (wat later een deel van Zeeuws-Vlaanderen zou worden) van de Staten van Zeeland een eigen burgerlijk bestuur: het gebied werd Committimus genoemd en het omvatte eerst alleen Neuzen, Axel en Biervliet. Het was oorlogsgebied, er waren polders geïnundeerd, dus er was wel het nodige te doen. En natuurlijk moest de Nederduits Hervormd Kerk, met de nieuwe religie daar actief bevorderd worden.
Door veroveringen werden andere delen west en oost van het Committimus aan het Spaanse gezag onttrokken. Deze werden aan niet het bestuur van het Committimus toegevoegd, maar vielen als Generaliteitsland direct onder de Staten Generaal. Die vreemde situatie, met allerlei problemen, bleef bestaan tot in 1795 de Fransen alles ten zuiden van de Westerschelde inlijfden, Generaliteitsland en Committimus. Piet Stuij vertelt een boeiend en erg onbekend verhaal over de geschiedenis van wat nu Zeeuws-Vlaanderen is.

Afbeelding: Gedenkpenning geslagen in 1785 uit vreugde over het gesloten blijven van de vaart over de Westerschelde. De Nederlandse leeuw ligt rustig en wordt gescheiden van de vliegende Habsburgse adelaar door de Franse lelie. Op de achtergrond ligt Parijs. De keerzijde toont twee grenspalen, de ene in Staats-Brabant, de andere in Saeftinge. De ketting duidt op de gesloten Schelde. (met toestemming van Jean Elsen N.V. te Brussel overgenomen uit veilingcatalogus 75 van 5 juli 2003).

Naar Biervliet om een aflaat
Het ging slecht met Biervliet halverwege de vijftiende eeuw. De stad kwam geld tekort: het ging slecht met de zoutziederijen en de scheepvaart. De bodem van de gemeentelijke schatkist was al een tijdje in het zicht; er werd, vaak noodgedwongen, meer geld uitgegeven dan er aan belastingen binnenkwam. Belastingen verhogen was toen al geen populaire maatregel. Wat krijg je ervoor terug, tenslotte? Aflaten verkopen is eigenlijk beter, daar krijgt de koper immers zielenheil voor terug. Maar om aflaten te mogen verkopen moest de paus toestemming geven. Rinus Willemsen beschrijft in dit artikel hoe de toestemming verkregen werd. Een heel proces werd in gang gezet en uiteindelijk lukte het! Voor twee jaar mochten er van de paus in Biervliet aflaten verkocht worden. Dat was vervolgens een hele organisatie; de kopers moesten een aflaatbrief krijgen en die moesten door schrijvers van een voorbeeld gekopieerd worden. Er werden er 6067 geschreven! Er moest in een groot gebied bekend gemaakt worden dat er aflaten te koop waren en op 26 mei 1446 was het zover: de pauselijke bul werd de kerk ingedragen en de verkoop kon beginnen. De pelgrims en het geld stroomden Biervliet binnen. Eindelijk kon allerlei achterstallig onderhoud in de stad aangepakt worden. In het artikel staat precies wat er gebeurde en hoeveel het kostte. Maar ja, twee jaar later was het gedaan met de aflaten en Biervliet had opnieuw geldgebrek.

Afbeelding: Portret van Paus Eugenius IV, prent in: Onuphrii Panuinii Veronensis Fratris Eremitae Augustiniani, XXVII. Pontificum Maximorum elogia et imagines/accuratissime ad uium aeneis typeis delineatae, 1568. (digital image provided courtesy of Pitts Theology Library, Candler School of Theology, Emory University).

Hans Warren en zijn schelpen
Hans Warren (1921-2001) was in zijn jeugd een wat eenzelvige jongen die zich vooral richtte op de natuur: vogels, planten en ook schelpen. Hij woonde met zijn ouders op de dijk, vlak bij De Kaloot. Om meer over de natuur te weten te komen zocht hij contact met volwassenen die hem konden helpen zijn kennis te vermeerderen. Op individuele basis; hij was geen lid van de bestaande natuurverenigingen. Jacques P. Thijsse was een van zijn grote voorbeelden; hij heeft hem een aantal keren thuis bezocht. Voor wat betreft de schelpen die hij op De Kaloot vond kon hij terecht bij C. Brakman, gepensioneerd hoofd der Openbare Lagere School van Nieuwland en conservator van de schelpencollectie van het Zeeuws Genootschap. Van hem kreeg hij ook belangrijke schelpenboeken en -artikelen te leen. Wat later zocht hij ook contact met Dr. C.O. van Regteren Altena die gepromoveerd was precies op zulke schelpen als er in overvloed op De Kaloot te vinden zijn. Deze werkte als conservator op het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie te Leiden. Maar in 1943 verdwijnt bij Hans Warren de belangstelling voor schelpen zo’n beetje. Die waren wel leuk, maar hij stopte er niet echt veel tijd meer in. De vogels trokken harder.
Na zijn overlijden kreeg het Genootschap zijn schelpenverzameling. De samenstelling van zijn collectie is straks op het internet te vinden: Klik hier. Freddy van Nieulande inventariseerde alle schelpen en maakte de foto’s en Gerard Heerebout zocht historische gegevens bij elkaar.

Afbeelding: Zelfportret Hans Warren, inkt op papier, gedateerd december 1942 (ZB| Planbureau en Bibliotheek van Zeeland, Hans Warrencollectie; foto Gerard Heerebout).

Over aan wal gebrachte walvisoren
Walvissen, groot en klein, kunnen uitstekend horen. Iedereen zal zich uit zijn schooltijd nog wel de hamer, het aambeeld en de stijgbeugel herinneren en wellicht zelfs ook nog het middenoor en het slakkenhuis. Walvissen hebben die ook, maar verder is het oor anders gebouwd. Twee botten zijn van belang: de bulla tympani (met middenoor) en het perioticum (het binnenoor).

De botten zijn erg hard en fossiliseren makkelijk. Het genootschap heeft een fraaie collectie van deze botten en elk jaar worden er tijdens de bottenvistocht van het genootschap in de Westerschelde wel weer een aantal van deze fossiele botten gevonden. Mark Bosselaers legt in zijn artikel uit hoe walvisoren werken en hoe uit de verschillen in de bouw van de beide gehoorbotten de familierelaties binnen de fossiele walvissen afgeleid kunnen worden. Elke soort heeft namelijk kenmerkend gevormde oorbotten. Ook het voorkomen van diverse soorten walvissen in vroegere geologische tijdvakken kan er soms uit afgeleid worden. Zo hoor (lees) je nog eens wat.

Afbeelding: Een deel van de vondsten van de bottenvistocht in 2008, op het dek van de mosselkotter ZZ 10 van Jaap Schot. B: middenoorbot (bulla tympani) van baleinwalvissen; P: binnenoorbot (perioticum) van baleinwalvissen; R: walvisrib; RZ: rib van een zeekoe (NHG 23310; zeer zeldzaam!); S: snuit van een spitssnuitdolfijn (NHG 23310: Choneziphius planirostris), (n): neusgat of spuitgat. Maatstreep: ca. 10 cm.

Boekbesprekingen
In het komende nummer van het tijdschrift Zeeland is ook een aantal boekbesprekingen opgenomen. Over de luchtoorlog boven Zeeuws-Vlaanderen, bijvoorbeeld, het derde deel van de serie De luchtoorlog boven Zeeland. Eerder verschenen boeken over andere delen van Zeeland en voor Zeeuws-Vlaanderen was zoveel materiaal beschikbaar dat er zelfs twee delen (3A en 3B) nodig waren om de luchtoorlog gedetailleerd te beschrijven.

De uit Middelburg afkomstige schrijfster Carolijn Visser ontmoet toevallig in Amsterdam Grace, een vriendinnetje uit Middelburg van vroeger. Deze heeft een zwarte vader en toen Carolijn jong was, was dat gewoon zo. Tegenwoordig verdiepen we ons meer in het hoe en waarom van zoiets. De vriendschap tussen Carolijn en Grace wordt weer opgepakt en omdat er heel veel brieven in de familie van Grace bewaard zijn gebleven, kan Carolijn reconstrueren wat er precies gebeurd is. In de bespreking komen we ook de nodige vleugjes Middelburg in de zestiger jaren tegen in het boek De vader van Grace.

De gedichten in de bundel Voor permanente bewoning van Anna de Bruyckere (stadsdichter van Middelburg in 2018 en 2019) wordt besproken en geanalyseerd. Dat is nog niet eenvoudig, want de gedichten zijn complex en, naar de mening van de recensent, soms nodeloos onhelder. Maar er staan ook prachtige gedichten in de bundel.

Het Stadhuismuseum in Zierikzee is goed bezig, of, zoals de recensent van het boekje schrijft “…er waait een frisse nieuwe wind door het Stadhuismuseum Zierikzee”. Er is een prachtige tentoonstelling samengesteld: Portretten van Zeeuwse meesters uit de Gouden Eeuw. Dat is ook de naam van het boek dat deze tentoonstelling begeleidt. Tal van kunstenaars hebben in de zeventiende eeuw de Zeeuwse elite op schilderijen vastgelegd.
In het boekje zijn maar liefst 52 biografietjes opgenomen van schilders die langere of kortere tijd in Zeeland gewerkt hebben. Met dit boek wordt duidelijk dat in Zeeland in die tijd een enorme rijkdom aan Zeeuws cultuurschatten vervaardigd is. Nu over de hele wereld verspreid en te weinig nog in Zeeland aanwezig.

Het publieksboek van Jan Kuipers over de Vikingen, ijzeren eeuwen rond de Noordzee, geeft een overzicht van de Noordzeecultuur in de vroege Middeleeuwen en de rol die Vikingen daarin speelden. Het beeld van de woeste heidense plunderaars is al wat langer geleden bijgesteld en in dit boek wordt ingegaan op speciaal de culturele, sociale en handelsbetrekkingen tussen de bewoners rond de Noordzee (Walcheren, Walichrum!) en ook verder weg.

        


Het tijdschrift Zeeland verschijnt vier maal per jaar met artikelen over geschiedenis, cultuur, natuur en economie van de provincie, de mededelingen van bestuur en werkgroepen, besprekingen van publicaties over Zeeland en een agenda van culturele evenementen in de provincie. Een abonnement op het tijdschrift is onderdeel van het lidmaatschap van het Zeeuws Genootschap.

Van elke editie wordt een artikel online beschikbaar gesteld aan niet-leden: klik hier voor het overzicht (2017-2019).

Wilt u op een artikel reageren?
Dat kan door een e-mail te zenden naar gerard.heerebout@gmail.com.
Uw reactie wordt door de redactie van Zeeland behandeld, en in het blog gepubliceerd, zodat ook andere lezers ervan kennis kunnen nemen en/of reageren.

Oproep
Aan alle auteurs en fotografen die artikelen of foto’s hebben gepubliceerd die opgenomen zijn in Tijdschriftenbank Zeeland (http://www.tijdschriftenbankzeeland.nl ). Mocht u bezwaar maken tegen publicatie van uw artikelen of foto’s in Tijdschriftenbank Zeeland, dan kunt u dit kenbaar maken aan de ZB| Planbureau en Bibliotheek van Zeeland.


Artikelen (downloads voor niet-leden)

2021
Zeeland 2021-1: gratis artikel
Zeeland 2021-1: gratis rubriek ’t is vol van schatten hier
Zeeland 2021-1: samenvatting van de inhoud

2020
Zeeland 2020-4: gratis artikel
Zeeland 2020-4: gratis rubriek ’t is vol van schatten hier
Zeeland 2020-4: samenvatting van de inhoud
Zeeland 2020-3: gratis artikel
Zeeland 2020-3: gratis rubriek ’t is vol van schatten hier
Zeeland 2020-3: samenvatting van de inhoud
Zeeland 2020-2: gratis artikel
Zeeland 2020-2: gratis rubriek ’t is vol van schatten hier
Zeeland 2020-1: gratis artikel
Zeeland 2020-1: gratis rubriek ’t is vol van schatten hier

2019
Zeeland 28.4 – Hemmes, J., ‘De oorkonde uit 976’, vertaling met nieuws over vroeg Zierikzee
Zeeland 28.3 – Timmermans, K., Zeewier: de oplossing voor alle problemen?
Zeeland 28.2 – Leupen, P., Waar komen de ambachtsheren eigenlijk vandaan?
Zeeland 28.1 – Soer, R., Het medische Rammekens

2018
Zeeland 27.4 – Eckhardt, H., ‘Op de bres voor de Zeeuwse zes’, een Zeeuws vlinderbeschermingsproject (2013-2018)
Zeeland 27.3 – Graaff, B. de, Zeeuwen in Zuid-Afrika
Zeeland 27.2 – Haart, J.M.H. van, Een vorstelijk paleis in Middelburg. De La Rue’s rondleiding door huize Van Dishoeck, 1733
Zeeland 27.1 – Zuidervaart, H., Het door George Sterlin in 1650 vervaardigde academisch spreekgestoelte van de Middelburgse ‘Illustre School’

2017
Zeeland 26.4 – Jonge, H. de, Het Hemelse Rijk van John Abraham Otte
Zeeland 26.3 – Bakker, J., Biggekerke en een vrouwelijke Mondriaan. Marlow Moss en netty Nijhoff-Wind
Zeeland 26.2 – Kraker, A. de, Zes eeuwen stormvloeden en overstromingen in de zuidwestelijke delta (II). Een kwestie van perceptie
Zeeland 26.1 – Feldbrugge, A., Het is een man en we noemen hem Nico. Een middeleeuwse grafplank ging door een 21ste-eeuwse CT-scanner