uitgelicht
collectie-
stuk

Aanwijzingen voor auteurs

Download de PDF-versie

Algemeen
(a) Maximaal 8.000 woorden incl. literatuurlijst en noten
(b) Aanleveren bij: de Redactie van Archief & Werken, info@kzgw.nl.

Tekst
(a) Lettertype Times New Roman (12 punten)
(b) Bij voorkeur bij opmaak in Word gebruik maken van de stijl ‘Geen afstand’
(c) Regelafstand 1,5
(d) Links uitvullen ingeschakeld
(e) Tab voor het aanduiden van een nieuwe alinea
(f) Voor het overige wordt de tekst op generlei wijze opgemaakt, met uitzondering van vetdruk en cursief. Voor beklemtoning van woorden wordt uitsluitend cursief gebruikt.
(g) Voor het indelen van de tekst dienen uitsluitend tussenkopjes te worden gebruikt. Voor lange paragrafen worden tussenkopjes in romein met een witregel eronder gebruikt. Voor kortere paragrafen worden cursieve kopjes zonder witregel eronder gebruikt. Witregels ter nadere indeling van de tekst worden niet gebruikt. Kopjes niet nummeren.

Citaten
(a) Korte citaten (tot twee à drie regels) in de tekst worden tussen enkele aan- en afhalingstekens geplaatst. Citaten in citaten: dubbele aanhalingstekens “…”Deze citaten worden niet gecursiveerd.
(b) Citaten van circa drie regels en langer worden afzonderlijk geplaatst met een witregel ervóór en een witregel erná, inspringen vanaf de zijlijn (2x tab), times new roman pts. 10 (i.p.v. 12). Het nootcijfer aan het einde van het citaat wordt niet cursief geplaatst. Weggelaten tekst in citaten wordt tussen niet-cursieve teksthaken geplaatst: [. . .] (de weglatingspunten worden gespatieerd). Indien tekst aan het begin of aan het einde van een citaat wordt weggelaten, wordt dit wel met drie gespatieerde punten aangeduid maar zonder teksthaken.

Illustraties, tabellen, grafieken, kopteksten
(a) Minimaal één, maximaal twee illustraties (tenzij meer illustraties noodzakelijk zijn).
(b) De auteur dient zelf zorg te dragen voor de illustraties.
(c) De illustraties dienen los aangeleverd te worden; ook de bijschriften dienen los aangeleverd te worden.
(d) De auteur dient in de tekst aan te geven waar de illustratie (ongeveer) opgenomen moet worden.
(e) Verwijzen met naar illustraties in de tekst of onder de afbeelding met de afkorting ‘afb.’. De redactie draagt zorg voor plaatsing in de tekst.

Lijst van afkortingen
(a) Indien nodig (dat wil zeggen: indien een groot aantal niet-courante afkortingen in de tekst wordt gebruikt), voegt de auteur een lijst van afkortingen toe, ná de hoofdtekst en vóór de literatuurlijst.

Bronnen en literatuurverwijzingen
(a) Auteurs wordt verzocht, voor zover van toepassing, archiefbronnen en literatuurverwijzingen te scheiden.
(b) Archiefbronnen worden onder een kopje “Bronnen” opgenomen.
(c) Literatuurverwijzingen worden onder een kopje “Literatuur” opgenomen.
(d) Archiefbronnen en literatuurverwijzingen worden in het algemeen op naam van de archiefbron respectievelijk (eerste) auteur gealfabetiseerd.
(e) Voor de bibliografische beschrijving achteraan het artikel worden hieronder kortheidshalve aan de hand van enkele voorbeelden de regels voor de meest voorkomende gevallen gegeven. Auteurs wordt verzocht strikt de hand te houden aan de regels die uit deze voorbeelden spreken. De redactie past de bibliografische beschrijving in de overige gevallen aan.
(f) Paginaverwijzing: geen p. of pp. gebruiken; paginanummers volledig weergeven, dus 200-278 en niet 200-78. Voor folionummers: f. 102verso, ff. 102-103

Monografie (van 1 of meerdere auteurs):
-Lichtenauer, W.F., De Nederlanders in Napoleons Garde d’honneur. Rotterdam, 1971.
-Fokker, A.A., Man, J.C. de, Levensberichten van Zeeuwse medici. Middelburg, 1901.

Artikel in een tijdschrift of krant:
-Klerk, F.H. de, Lotgevallen van een Goese Garde d’honneur. In: Historisch Jaarboek voor Noord- en Zuid-Beveland, nr. 5, 1979, 33-47.
-Bol, M., NRC Handelsblad, 14 april 1998, 3.

Bijdrage aan een boek (met één of meerdere redacteurs):
-Parmentier, J., Vriend en vijand. De Zuid-Nederlanders en de VOC tijdens de achttiende eeuw. In: Parmentier, J., Noord-Zuid in Oost-Indisch perspectief. Zutphen, 2005.
-Parmentier, J., De tol van zee. VOC-schipbreuken in het Kanaal, op de Vlaamse Banken en aan de Zeeuwse gaten tijdens de 17de en 18de eeuw. In: Parmentier, J., Akveld, P., Baetens, R., In het kielzog. Maritiem-historische studies aangeboden aan Jaap R. Bruijn bij zijn vertrek als hoogleraar Zeegeschiedenis aan de Universiteit Leiden. Amsterdam, 2003.

Internetadressen:
– Indien internetadressen worden vermeld, dient de datum van raadpleging te worden toegevoegd (publicaties op het internet worden namelijk dikwijls aangepast of zijn slechts voor beperkte tijd beschikbaar).
– Een internetpublicatie wordt bibliografisch als een gewone publicatie behandeld. De beschrijving wordt gevolgd door de volgende vermelding: “Geraadpleegd op [datum] via [volledig en gespecificeerd internetadres].

Bronbeschrijving:
– Bij de eerste vermelding van een archiefbron zowel de naam van de archiefinstelling, het archief, het inventarisnummer en -indien mogelijk- de titel van het stuk of register met bladzijden of folio’s aangegeven.
– Daarna kan worden volstaan met een verkorte verwijzing: Dus bijvoorbeeld: Zeeuws Archief (ZA), Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (KZGW), inv.nr(s). … Volgende verwijzing: ZA, KZGW, inv.nr. …

Noten
(a) Er worden uitsluitend voetnoten gebruikt.
(b) Er worden geen witregels tussen de noten geplaatst.
(c) Voor de voetnootnummering worden zowel in de tekst als in het apparaat Arabische cijfers gebruikt.
(d) In de tekst worden de nootcijfers áchter het leesteken geplaatst, niet ervóór.
(e) In het apparaat volgt na het nootcijfer een spatie (géén tab); daarna volgt de tekst van de noot.
(f) Voor de noten gelden dezelfde regels als voor literatuurverwijzingen, behalve dat in de noten de voornaam/voorletters voor de achternaam worden geplaatst: dus “Lichtenauer, W.F.” in een literatuurverwijzing wordt “W.F. Lichtenauer” in een noot.
(g) Bij de eerste literatuurverwijzing/bron in een noot: voluit schrijven volgens de hierboven weergegeven literatuurverwijzingen.
(h) Bij een vermelding van dezelfde literatuurverwijzing/bron bij een volgende vermelding in een noot: verkorte versie. Voor een literatuurverwijzing geldt dan: alleen de achternaam van de auteur gebruiken, gevolgd door een komma en een verkorte boektitel (meestal tot en met het eerste zelfstandig naamwoord), gevolgd door weer een komma, daarna de verwijzing naar de betreffende bladzijde.
(i) Voor verkorte bronvermeldingen zie hierboven. Dus bijvoorbeeld: W.F. Lichtenauer, De Nederlanders in Napoleons Garde d’honneur. Rotterdam, 1971, 23-36. Verkort: Lichtenauer, De Nederlanders, 66.
(j) Idem wordt gebruikt bij opvolgende noten verwezen wordt naar dezelfde auteur, maar naar verschillende werken van deze auteur.
(k) Ibidem wordt gebruikt bij opvolgende noten waarin naar hetzelfde werk wordt verwezen. Bij voorkeur zo min mogelijk gebruik maken van ibidem i.v.m. mogelijke fouten die ontstaan bij verschuivingen in de tekst.

Spelling, grammatica en stijl
(a) Voor de spelling wordt de officiële spelling van de meest recente editie van de Woordenlijst Nederlandse Taal (het “Groene boekje”) gebruikt. In gevallen waarin de Woordenlijst Nederlandse Taal niet voorziet, wordt de spelling van de meest recente editie van het Groot Woordenboek van de Nederlandse Taal (Van Dale) gebruikt. Van dit voorschrift wordt niet afgeweken.
(b) Voor grammatica en stijl worden de regels van de meest recente editie van de Schrijfwijzer van Jan Renkema gebruikt. Deze betreffen tekstkwaliteit (onder andere stijl), leesgemak (begrijpelijkheid, nauwkeurigheid, bondigheid en aantrekkelijkheid), taalkwesties en leestekens.
(c) Afkortingen zoals e.a., e.v., enz. of etc. moeten voluit worden geschreven. Dit geldt tevens voor eeuwaanduidingen/periodes. Bijvoorbeeld: achttiende eeuw i.p.v. 18e eeuw; jaren zestig i.p.v. jaren 60. Alleen bij naamgevingen en titulatuur worden afkortingen gebruikt.
(d) Namen van personen in de tekst worden de eerste keer voluit geschreven. Daarna kan worden worden verstaan met alleen de achternaam.
(e) Niet-Nederlandse woorden en begrippen worden gecursiveerd

Auteursrechtelijke bepaling
(a) De auteur geeft de uitgever van Archief,  het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, toestemming, zijn/haar verhandeling eenmalig te publiceren in Archief, alsook de gepubliceerde verhandeling zonder enigerlei wijziging op te nemen in een elektronisch archief en daarin opgenomen te houden voor eigen gebruik door de uitgever, een en ander niet eerder dan vijf jaar na de eenmalige publicatie in Archief.
(b) Voorts geeft de auteur de uitgever toestemming, de gepubliceerde verhandeling op te nemen in en voor niet-commerciële doeleinden openbaar te maken via (digitale) databanken, een en ander voor zover bepalingen inzake beeldrechten zich hiertegen niet verzetten. Indien overige vormen van reproductie en distributie worden overwogen door de auteur, wordt hierover, in het bijzonder over tekst of beeld waarop de uitgever auteursrecht kan doen gelden, vooraf overlegd gepleegd met de uitgever.