uitgelicht
collectie-
stuk
Vlissingen

Terug naar Rederijkers in Zeeland


De Blaeu Acolye


Zinspreuk: De gheest ondersoecket al
Patroonheilige: H. Anna
Vroegste bronvermelding: 1530
Bron: Iacob Iansz Pick, Vlissings redens lust-hof, beplant met seer schoone en bequame oeffeningen. Vlissingen 1642, fol. ***vo. In 1530 verkreeg Veere op 3 juni een nieuwe ordonnantie van Adolf van Bourgondië. De naam ‘De Blaeu Acolye’ zou ontleend zijn aan die van Veere.

Rethorica spreeckt,
Eer dat het Roomsche Rijck beheerste dien van Gent
Was Adolf, Bourgonjon, een Vlissinghs Heer erkent,
Dien was ’t die ’t Borgerschap gaf Wet en Vryheyt mede,
En my hier plaets vergunt, een wel bequame stede,
Ja, op mijn jeughdigh hooft een Kroone vast gedruckt,
Van Blaeu Acleyen schoon, ter Veere soet geplukt (…).

Laatst bekende bronvermelding: 1684
Bron 1: Appollus-Lusthof, Ofte Beroep tot Bleiswijck, Vande Broeders van den Dubbelt Geelen Hoff-Bloem, onder ’t Woordt: Wijckt Ontrouw. (…) Tot Delft / Gedruckt by Cornelis Blommesteyn, (Ordinaris Drucker van de Maeght Rethorika) in de Kromstraetsteeg / in Door Druck Geleert, 1684, ff. A1- A[4].
Bron 2: Boheemen, F.C. van, en Th.C.J. van der Heijden, Met minnen versaemt.De Hollandse rederijkers vanaf de middeleeuwen tot het begin van de achttiende eeuw. Bronnen en bronnenstudies. Delft 1999, 354-355.
‘De Blaeu Acolye’ uit Vlissingen staat genoemd bij de uitgenodigde kamers om mee te doen in Bleiswijk.

Blazoen: 1642

Blazoen van ‘De Blaeu Acolye’ uit Vlissingen

Het blazoen dateert uit 1642 en staat op f1v. in de uitgave van Vlissings Redens-lust-hof uit 1642.
We zien een ruitvormig bord (tanneel) met boven in de punt een witte duif die de heilige geest moet voorstellen. Daaronder het devies ‘Den gheest ondersoecket al’ in een banderol. Weer iets lager een beeldvullende vaas met akeleien. De vaas zelf is bezet met (vermoedelijk) vier koppen. De kop en face lijkt op die van een leeuw, de twee en profile echter niet. Zij doen eerder aan wildemannen denken. De handgrepen van de vaas suggereren een kroon. De omlijsting is met een brede band met gekrulde hoeken en florale elementen.

Geschiedenis:

Volgens de voorrede van Vlissings Redens-lust-hof werd de Vlissingse kamer in 1530 door Adolf van Bourgondie opgericht. Hij liet de Vlissingse kamer de naam ‘De Blaeu Acolye’ van de Veerse kamer ‘Sint Anna’s kinderen’ overnemen. Mogelijk kreeg de Vlissingse kamer een privilegebrief gelijkluidend aan die van de nieuwgevormde Veerse kamer.
Op 26 juli 1562 was ‘De blaeu Acolye’ aanwezig op een feest van ‘De Corenbloem’ te Brussel.
Bekend lid van de kamer was, vanaf 1585, de Zuid-Nederlander Jeronimus van der Voort. In ca. 1596 verscheen er een werk van zijn hand.
In 1629 en 1635 was ‘De nlaeu Acoleye’ te Haarlem en in 1641 en 1672 organiseerde Vlissingen zelf rederijkersfeesten. In 1641 kwamen 24 kamers naar Vlissingen, waarvan vier uit Zeeland, een uit ‘s-Hertogenbosch en de overige uit Holland.
Het feest van 1672 daarentegen werd slechts bezocht door de kamers van Middelburg en Veere. De Vlissingse rederijkers kwamen bijeen in een vertrek op het stadhuis.
In 1684 werd Vlissingen uitgenodigd door de kamer van Bleiswijk.

Netwerken:

  • 1549 Middelburg, wedstrijd op 1 mei.
    Deelnemers: Goes, Veere, Vlissingen en een Vlaamse kamer.
  • 1562 Brussel, refrein- en liedwedstrijd.
    Deelnemers: Brussel (2 kamers), Aalst (2), Leuven (2), Vlissingen, Rosendaal, Berchem, Lier (2), Antwerpen (4), Diest, ‘s-Hertogenbosch, Oudenaarde (2), Mechelen (2), Geraardsbergen, Rijnsburg en particulieren.
  • 1572 Kaprijke, Vlissingen verzoekt om toestemming voor het opvoeren van een meispel en een esbattement. In verband met de opstand in april in Vlissingen verviel dit optreden.
  • 1605 Veere, enige confrères uit Vlissingen, Domburg en Middelburg komen tijdens de kermis op bezoek.
  • 1629 Haarlem, refreinwedstrijd op 4 juni.
    Deelnemers: Veere – Vlissingen – Rijswijk – Dordrecht – Kethel – Scheveningen –Middelburg –Schoonhoven – Gouda – Vlaardingen –Schipluiden – Leiden (3) – Beverwijk – Amsterdam (2) –Haarlem – Rijnsburg – Katwijk aan de Rijn – Voorburg.
  • 1635 Haarlem
    Deelnemers: Vlissingen – Haarlem – Hoorn  – Gouda – Alkmaar + Particulieren.
  • 1641 Vlissingen, 1 juli 1641, antwoord op de vraag: Wat oeff’ning is elck best, en noodigst voor ’t gemeen?
    Deelnemers: Haarlem (3) – Leiden (2) – Gouda (2) –’s-Hertogenbosch – Gorkum – Dordrecht – Hoorn – Noordwijk – Middelburg – Alkmaar – Den Haag – Ketel – Hazerswoude – Sluis – Veere – Maasland – Goes – Delft – Zegwaard.
  • 1672 Vlissingen, 31 december.
    Deelnemers: Middelburg, Veere.
  • 1684 Bleiswijk, 4 september.
    Deelnemers: Goes en veel andere kamers. Vlissingen, Middelburg en Veere werden uitgenodigd, maar gingen niet.

Ga voor de volledige beschrijving van de netwerkgegevens inclusief bronnen naar Vlissingen netwerk.


Bronnen

Publicaties:

1563 Refereynen ende Liedekens van diuersche rhetoricienen wt Brabant, Vlaenderen, Hollant, en Zeelant: ghelesen en ghesonghen op de Corenbloeme Camere binnen Bruessele, op haer iaerlijcxse Prinsfeeste, anno XVc.Lxij, den sessentwintichsten dach in Julio. Op de vraghe, Wat dat de landen can houden in rusten: ende de liedekens, Als David speelde op sijnder herpen. Brussel, Michiel van Hamont, 1563, 159 p.
– Beschrijving in de STCN.
– Pagina 12v-14v: Refereyn 6. Vlissinghen in Zeelandt,
– Naamspreuk: Laet Schande berghen, auteur onbekend.
– Beschrijving Liedeken in de Liederenbank, geen wijsaanduiding.
– Exemplaar KZGW in beheer bij de Zeeuwse Bibliotheek: Magazijn KLUIS 1111 A 24.

1596: [Jeronimus van der Voort], Het leven en sterven ben ic ghenaemt. Rotterdam bij D. Mullem, [c. 1596].
1597: [Jeronimus van der Voort], Het leven en sterven ben ic ghenaemt. Dordrecht P. Verhaghen [1597?].
– Uitgebreide titelbeschrijving: Het leven en sterven ben ick genaemt, want wy moeten al sterven om namaels te leven, dat beyde te weten elck een wel betaemt, wat oock leven en doot is, wort hier beschreven, schriftuerlyck en philosooplyck gedreven, met d’oorsaeck waerom ons de doot coemt aent boort, die hier en namaels sal worden beseven: leest wel en verstaet, incorporeert Gods woort, opdat ghy hier gaet In deuchden voort.’ Onder het vignet: ‘wel leven doet wel sterven, tracht daer nae, bid ick cleyn en groot, t quaet leven sal straff verwerven, want dloon der sonden is de doot. Het reyn Acoleyken, een bloem der Rhetorijcken, ghegroeyt, gheplant uit Walchers dal, binnen Vlissinghen laet door dit werck blycken Rhetorices conste al heeftse eenen val: sy verquickt weer, want den gheest ondersoecket al. Ghedruct by my Pieter Verhaghen, woonende in de Druckerye, Anno 1597, 4o.
– Beschrijving in de STCN.
– Naamspreuk Jeronimus van der Voort: In deuchden voort.
– 1597 Het leven en sterven ben ic ghenaemt in Googlebooks.

1630: Der Wit-Angieren Eeren-krans: ghesproten uyt de Vlaemsche natie; doorvlochten met vele verscheyden wel-rieckende blommen ende boomen, ter eerden de maghet van reden-rijcke, Ghedruckt tot Haerlem: by Hans.Passchiers van Wesbuch 1630, 232 pp.
– Beschrijving in de STCN.
– Exemplaar Zeeuwse Bibliotheek Magazijn kluis 1110 F 15.

1642: Vlissings Redens-lust-hof, beplant met seer schoone en bequame oeffeningen (…) Alles uytgegeven by de reden-camer tot Vlissinge, de Blaeu Acolye, Den geest ondersoecket al. Tot Vlissinge, by Iacob Iansz Pick, boeck-verkooper op de Beurs. Anno MDCXLII. Vlissingen 1642, 404 pp.
– Beschrijving in de STCN.
Inhoudsopgave in de DBNL.
– Vlissings Redens-lust-hof in Googlebooks.
– Exemplaren KZGW in beheer bij de Zeeuwse Bibliotheek: Magazijn KLUIS 1074 A 29, 1074 A 32 en 1108 C 22.

1673: Ne’erlandts Vallende Oorsaeck, en Hulp-middelen tot desselfs Her-stel. Aengewesen In verscheyde Antwoorden: Op de Vrage Waerom kreeg Nederlant in dit Jaer sulken krack? En in den sin van de Liederen Hoe GOD Neérlandt sal verschoonen? Welcke Vragen zijn voorgestelt by de Hoofden der Reden-kamer binnen VLISSINGEN, genaemt De Blaeuwe Acoleye, Onder ’t woordt Den Geest ondersoeckt ‘et al. (…). Gedruct te Middelburg, by H. Smidt, Boek-Verkoper op de Wal [1673], 64 pp.
– Beschrijving in de STCN.
– Exemplaar Zeeuwse Bibliotheek Magazijn KLUIS 1108 C 21 met bijgebonden Vlissings Redens-lust-hof, 1642 en 1108 D 9 [? STCN].

Bibliografie / Literatuur:

  • Kops, W., ‘Schets eener geschiedenisse der Rederijkeren’, in: Werken van de Maetschapy der Nederlandsche Letterkunde te Leiden, deel 2,  Leiden 1774, 213-351. Vlissingen, passim.
  • Meertens, P.J., Letterkundig leven in Zeeland in de zestiende en de eerste helft der zeventiende eeuw. Amsterdam 1943, 142-144, noot 158-181.
  • Winkelman, H.P., Geschiedkundige plaatsbeschrijving van Vlissingen. Vlissingen 1872 [facsimilé 1972], 195-196.
  • Schotel, G.D.J., Geschiedenis der rederijkers in Nederland. Twee delen, Rotterdam 1871, deel II 61-63.

Archivalia:

1631 De Vlissingse brief, inhoud volgt

Correspondentie tussen Noordwijk en Vlissingen over het feest van 1641:
Nationaal Archief, 3.19.66 Huis Offem, H Verzamelde stukken.
Inv.nr. 1223 “Beschrijving van Noordwijk” door K. van Alkemade en C. van der Schelling. Stukken betreffende de Rederijkers, ca. 1725, fol. 150r-152v met name fol. 151r-151v.

Varia:


Downloads

Downloads in bewerking.

Laatst bijgewerkt 23 oktober 2023.

Terug naar Rederijkers in Zeeland

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *