- Nieuws
- Collectie
- Publicaties
- Jeugd
- Werkgroepen
- Wetenschapsplatform
- KZGW
- Contact
Terug naar Rederijkers in Zeeland
Zinspreuk: ?
Patroonheilige: H. Magdalena?
Vroegste bronvermelding: 1 februari 1535
Laatst bekende bronvermelding: 10 juni 1542
Geschiedenis:
Van de activiteiten van Zierikzese kamers is nauwelijks iets bewaard gebleven. De eerste vermelding van rederijkersactiviteiten dateert van 1 februari 1535. De rederijkers mochten niet spelen ‘dat schandeloos is’. Drie jaar later, op 2 december 1538 dienden ‘die van de distele’ een rekest in. Waarschijnlijk bestond De distelbloem dus al in 1535. Op 30 mei 1542 kregen de ‘rhetoricijns van den distelbloeme’ een ordonnantie. Deze bepaalde ondermeer dat de overheid voortaan de 28 kamerleden aanstelde. Tien dagen later werden de leden van deze kamer bovendien vrijgesteld van schuttersdiensten. Het is tevens de laatste aanwijzing voor activiteiten van deze kamer.
Varia
Repertorium rederijkerskamers DBNL:
De Distelbloem: BEKIJK BRONNEN OF GESCHIEDENIS
Zinspreuk: ?
Patroonheilige: H. Magdalena?
Vroegste bronvermelding: 19 juli 1568
Laatst bekende bronvermelding: 21 augustus 1670
Geschiedenis:
Deed deze kamer als Akelentier in 156? mee aan een wedstrijd te Kapelle? De raad besloot op 19 juli 1568 ‘den prins en gemeengesellen van Eglantieren te contenteren in redelijkheid voor ’t spul bij de huldinge door hen gespeelt’. Dezelfde dag nog werd de kamer, samen met de Laurieren, verboden ‘geduurende deze periculeuze tijd te speelen’. Deze kamers waren de opvolgers van de Distelbloem die mogelijk na een hervorming verdween. Twintig jaar later, 19 december 1588, kregen de beide kamers Thomas Leverse (? Volgens Meertens 1943 Thomas Lenaerts Rinck) als overdeken. Waarschijnlijk werden ze daarmee ook samengevoegd. Op 8 november 1596 ontvingen de rederijkers accijnsvrijheid. Hoewel de overheid hen dus gunstig gezind was, kregen ‘de rhetorijkers’ op 9 juni 1608 een speelverbod opgelegd, op verzoek van de predikanten. Op 21 mei 1616 werd een verbod uitgevaardigd, geldend voor de gehele jurisdictie van Zierikzee. De kamers werd niet alleen het spelen verboden, maar ook ‘broederschap te exerceren’. De kerkeraad bleef zich actief verzetten tegen kameractiviteiten. De raad bleef in de zeventiende eeuw geregeld overdekens benoemen. In 1623 traden de ‘camerspelers’ op de door hen gehuurde binnenplaats van het Gasthuis op. In september 1633 kreeg het Gasthuis f.15 voor een spel dat de kamer er had mogen opvoeren. Hoewel verdere gegevens ontbreken is het waarschijnlijk dat de kamer al deze jaren actief was, en mogelijk een vaste relatie met het Gasthuis had. De kerkeraad trachtte nog op 21 augustus 1670 het batementspelen op de jaarmarkt te beletten. Ze verzochten de burgemeesters daartoe actie te ondernemen. Het is (waarschijnlijk) de laatste vermelding van rederijkersleven in Zierikzee.
Varia:
Repertorium rederijkerskamers DBNL:
De Eglantieren: BEKIJK BRONNEN OF GESCHIEDENIS
Zinspreuk: ?
Patroonheilige: H. Magdalena?
Vroegste bronvermelding: 19 juli 1568
Laatst bekende bronvermelding: 19 december 1588
Geschiedenis:
De laurieren waren waarschijnlijk de derde Zierikzese kamer in successie, opgericht na de Eglantieren. Mogelijk waren ze daarmee nauw verbonden. Op 19 december 1588 kregen ze samen een overdeken. Na 1588 is niet langer sprake van twee kamers. Zie het gedicht van de hand van Cornelis Liens onder zijn eigen portret van 1636: verwijzing naar de laurieren!?
Varia
Repertorium rederijkerskamers DBNL:
De Laurieren: BEKIJK BRONNEN OF GESCHIEDENIS
terug naar Rederijkers in Zeeland
Laatst bijgewerkt 28 juli 2016.