uitgelicht
collectie-
stuk
Snippers 11
Auteur(s) op 16 augustus 2021
Trefwoord(en) ,
Discipline(s) ,

Een ander logo

Door de medewerking van onze werkgroep aan de bronnenpublicaties West-Zeeuws-Vlaanderen werd ons om een logo gevraagd. In de gauwigheid is toen gekozen voor een fragment uit hs. 888 van UB Gent. Inmiddels beschikken we over een zelf ontworpen logo dat voortaan gebruikt zal worden als we als groep of namens de groep naar buiten treden.

Aanvullingen evenementen

1610 Veere

Bezoek
Deelnemers: de kamer van Arnemuiden; nadere informatie ontbreekt
______________________________
Bron: Zeeuws Archief 2515 Kamer van Retorica ‘Missus scholieren’ te Veere, inv.nr. 3: 1590-1659, 1610, f. 76r.

1610 Middelburg

Tweedaags feest (21 en 22 september; er werd een groot en een klein spel opgevoerd)
DeelnemersVeere
______________________________
Bron: Zeeuws Archief 2515 Kamer van Retorica ‘Missus scholieren’ te Veere, inv.nr. 3: 1590-1659, 1610, ff. 73r-79v.

Dit was een optreden dat door de magistraat van Veere zo belangrijk werd gevonden, dat zij een tegemoetkoming in de kosten van maar liefst zeven pond toekende. Wellicht stond de eer van de stad op het spel. Er wordt trouwens opvallend veel vermeld in verband met dit festijn.
Voorafgaand aan de viering werd er door de prins en de dekens afgereisd naar Middelburg om een en ander te bespreken, waarbij niet vergeten werd de knape van Middelburg een geschenk te geven. Ook voor deze bespreking werden twee dagen uitgetrokken.

Het was de bedoeling om twee spellen op te voeren: een groot op de eerste dag en voor dag twee was een kleiner spel gepland. Evenals in 1604 en 1608 was ook deze keer Passchier Petijt de componist van de spellen. Hij logeerde in Veere bij de prins van de kamer. Het spel zelf werd bezorgd bij alle gildeleden, inclusief die van Vlissingen [?]. Paschier Petijt was ook aanwezig bij het prouven (repeteren) van het spel. Tijdens het optreden in Middelburg werden Guilliaem Braekelaer met zoon en knecht betaald voor hun optreden tijdens het spel. Dit gebeurde ook met de trompetter. Uiteindelijk toog men met een volgeladen wagen richting Middelburg.

Er waren ook kosten voor aanvullende zaken. Zo trad Joost van Puvelde (staat niet op de ledenlijst) op als zot en kreeg daarvoor zijn verteringen en witte schoenen vergoed. Ook de stadbode Cornelis Adriaens (gildelid) kreeg witte schoenen vergoed, omdat hij optrad als een sinneken. Verder waren er vergoedingen voor Leijn Ghijsen die twee nachten het toneel bewaakte en voor de aanschaf van twee hamerkens voor de sinnekens. Voor de kleren werd zorggedragen door een kleerkoper, terwijl de de dochter van de knaap van Middelburg werd betaald voor haar hulp bij het aan- en omkleden. Voorts waren er papier en klatergoud voor de hogepriester.

1616 Middelburg

Wedstrijd met beantwoording van een vraag en het toepassen van een regel
Deelnemers: Breda (Vreuchdendal), Veere (Missus Scholieren)
Prijs: Breda (Dingman Beens: eerste prijs)
______________________________
Bron 01: Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, Ltk. 2137, Dingman Beens, Refereynen en Baladen / Op verscheyden vragen / Ende Regels (…), ca. 1613-1622, ff. 22r-23v.
Bron 02: Zeeuws Archief 2515, Kamer van Retorica ‘Missus scholieren’ te Veere, inv.nr. 3: 1590-1659, 1616, ff. 73r-79v.

Het origineel van handschrift Ltk 2137 uit Leiden bevindt zich in privébezit en dat in Leiden is een afschrift in de vorm van xeroskopieën.

Enkele gildeleden uit Veere togen naar Middelburg om daar de gestelde vraag te beantwoorden. De vraag luidde: “Wat geeft de Heer om niet dat den knecht veylt om gelt? Het antwoord van Dingman staat in zijn bundel op f. 22 rv: ”Vergeving van de sond’, en Salicheyt der Sielen” (stockregel). De regel van het referein is: “Want vervloekt is de Mensch die op den Mensch betrout. De stock of stockregel is een regel met vaste tekst, die in elke strofe aan het eind herhaald wordt.

Vanwege de activiteiten van Dingman Beens is het van belang om te weten dat hij in juli 1631 samen met Jan Michiel Eeckelen naar Zierikzee is afgereisd. In mei 1632 is Dingman opnieuw in Zierikzee. De kans is groot dat hij daar contact heeft gehad met de rederijkers van de Eglantieren. Deze gegevens zijn afkomst uit de doctoraalscriptie van Rob Tempelaars: Op de drempel van de renaissance, de rederijkers Dingman Beens (1595-1639) en zijn handschriftelijke bundel Refereynen en Baladen (1613-1623), Leiden, 1982, p. 231.

1628 Heinkenszand

Opten eersten October 1628
gerekent met de gemeenen
gildebroederen vande oncosten vande
bieren ende van die wagenhuere
die men naer henkentsant reet
comt tsamen + den axcijsx
3 pond 3 sch. bedraecht ijder gilde
broeder 4 sch. en 6 grooten.
Pieter Jacobse
 enz.

Door deze vermelding is de oudste vermelding van rederijkers in Heinkenszand verschoven van 1638 naar 1628.

Bron: J. Walrave, ‘Rederijkerskamer “De Fiolieren”‘, Historisch Jaarboek voor Zuid- en Noord-Beveland 20, 1994, 55. De originele tekst staat in het eerste comparitieboek (1619-1635). De Fiolieren is de rederijkerskamer van ‘s-Gravenpolder. Opmerkelijk is dat er slechts 3 van de 5 aanwezige comparitieboeken uit gemeente Borsele in de inventaris vermeld staan, terwijl de (ca.) 20 toneelstukken van de Fiolieren in het geheel niet genoemd worden!

Geplaatst door Jan van Loo op 16 augustus 2021.

Terug naar Rederijkers in Zeeland

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *