uitgelicht
collectie-
stuk
Scherpenisse
Auteur(s) op 22 maart 2023
Trefwoord(en) ,
Discipline(s)

terug naar Rederijkers in Zeeland


[Bloeme der Kerssouwe]


Zinspreuk: Soo Scherp en is geen zweird tweesnijdig als Gods Woord [?]
Patroonheilige: ?
Vroegste bronvermelding: 8 april 1552
Laatst bekende bronvermelding: 30 september 1612
Blazoen: [1622] 1

Ontwerp mogelijk blazoen Scherpenisse


Rechterlijk archief Poortvliet RAZE 5625

8 april 1552, f. 133
Schepenen hebben met vonisse ghewezen dat die erfghenamen van Jan Gielissen schuldig sijn sullen te betalendie rethorikers van Scherpenisse den pacht van haer ervevan der tijt dat Jan Gielissen ghestorven is tot nu toe ende dat Lonis Janssen koster verclarende met eede dat sij erfghenamen voersc[reven] niet en weten dat Jan Gielissen haer eenighe penningen ten achter is voir zijn aflivigh[eijt]. Zij sullen rethorica voer[screven] daer mede ontgaen[?]. 2

1553, f. 177
Schepenen hebben met vonnisse ghewezen alsoe als Marinis Cornelis Jooszn Cop kende dat hij die erve ghecocht heeft van prince ende dekens van die rethorike tot Scherpenisse dat hij die erve …ft sal ende indien hij eenighe actie voert hij mach zijn penningen natiseren [?] onder schepenen.

Index Thoolse namen Hof van Holland

6 maart 1554
Requirant die prinche ende deeckens met die gemeen broeders der Bloeme der Kerssouwe ende camer van Rethorica tot Scherpenisse in Zeelandt, impetranten in reformatie versus Marten Laurensz en mr. Andries Baij als kerckmeesters van Scherpenisse. Gedaagden eis doen. 3

Hof van Holland

14 juni 1554
Het hof verklaart de eis van de prins en de dekens van de rederijkerskamer van Scherpenisse aan de kermeesters niet ontvankelijk en gelast de partijen om binnen twee weken hun visie op schrift in te leveren. Genoemde rederijkers zijn:
• Anthonis cornelis coole, prins
• mr cornelis machnicts, deken
• Iacob pietersz deken,
• mr gerrit Lambrechts, deken
• Ioost Iacobs bode, deken 4

Archief NH-kerk Scherpenisse Kerkrekeningen, inv.nr. 50

Rekening 1554-1555
Betaelt aen Adriaen Verhoeve advocaat in de Hage van die kercke recht te bewaren tegen de Rhetorycke van Scherpenisse: 14 schellingen. Het lijkt hier te gaan om een proces tussen de kerk en de rederijkers, dat al 3 jaar duurde, en waarschijnlijk gevoerd werd aan het Hof van Holland en Zeeland. Mogelijk gaat het nog over de kwestie van 8 april 1552.

Betaling eerste termijn: 13 schellingen, 4 grooten

Rekening 1556-1557
Het proces is nedergeleijt. De kercke sal hebben 2 ponden in 3 termijnen.
Rekeningen 1557-1558 en 1559-1560
Betalingen wegens de Retorycke aan respectievelijk mr. Gerrit Vem (?) en mr. Geert. Mogelijk gaat het hier om een en dezelfde persoon. Deze betalingen kunnen nog te maken hebben met de kwestie uit voorgaande jaren.

Rechterlijk archief Scherpenisse RAZE 5730

3 april 1568, f. 85v
Jan Buijse moet binnen 14 dagen hetgeen betalen dat hij de Camer van rethoriequa schuldig is.

Classis te Bergen op Zoom, 2 en 3 juli 1590

Bovendien heeft Sijmon Jansen voorgegeven een seker schrift, dwelck hij gestelt hadde om over te geven aen de retoryckkamers van Scherpenissen, daerin de sonden van batementspeelen breeder gestaeft woorden. De broeders overleggende dat Sijmon Jansen de sonden van dienaengaende genoechsaem van de predicstoel gestraft hadde, dat hij daermede hem gequeten hadde, hebben het overgeven van eenich schrifte onnodich geacht. 5

Classis te Oud-Vossemeer, 2 oktober 1607

Die van de voorseite kerckenrade clagende, hebben begeert het advijs des classis aengaende het spel der rethoryckers, dewelcke bestaen hebben tot Scherpenisse ten selven dage niet alleen dat men het Avontmael des Heeren uutrechte, maer ooc onder de predicatie een zeer enorm ende bespottelick spel, streckende tot lasterynge van de heilighen name Godes, te spelen. Hebben de broederen des classis voor advijs gegeven ende die van de kerckenrade van Scherpenisse geraden om waer ’t mogelic de copie van ’t voorseite spel te becommen ende sich daermede te beclaghen voor myne edele heeren de Raden van Zeelant. 6.


Archief NH-kerk Scherpenisse Acta, inv.nr. 1

27 september 1607
Alsoo de broeders vernomen hebben dat Cornelis Logierse de laetste reise van den taeffel des Heeren is gebleven, oock vermoeden hebben dat hij dese reise soude mogen afblijven ende tegenwordich sijn in het spel der retorysxen, soo hebben de broeder goetgevonden dat hem sal afgevracht worden de oorsaeke sijnes afwesens, oock vermaent worden hem te absenteren van het voorseyde spel sooveel te meer deweil wij vernemen dat dat spel sal geschieden denselve dage als het avontmael sal uytgereikt worden.

Alsoo de broeders vernomen hadden dat retorica weder soude in swanck gaen, soo hebben den broeders versocht van den heer schoutet (alsoo den drossaert absent was) dat hij soude beletten dat het niet soude geschieden op den dach als het avontmael des Heeren uytgereykt woort ende sonderlijcken niet onder den dienst.

Bovendien de broeders vernomen hebbende de wedercomste van den heere drossaert hebben hem oock de saeke aengedient en versocht dat het voorseyde spel niet en soude gespelt worden op dien dach, ofte tenminsten niet onder de predicatie. Warop voor antwort gecregen dat hij op de saeke soude letten.

30 september 1607
Sal oock den Classi aengedient worden hoe Cornelis Logierse hem gedragen heeft als hij vermaent is gewest dat hij hem behoorde te onthouden van het spel van retorica sonderling op den dach als het avontmael des Heeren uytgereykt word. Te weten dat hij absolutelijck niet tegenstaende de ernstige vermaninge des kerckenraets) voor antworde gegeven heeft dat hij dese reise niet en soude ter taffel des Heeren komen, ter oorsacke dat hij mede spelen moste. Warop des Classis advis sal versocht worden wat procedure met hem te houden is. Alsoock hoe daer in versien sal worden dat den sabbats door soodaenige spelen niet ontheylicht worde.

23 december 1607
Is Cornelis Logierse aengesprocken ende aengedient sijnde dat hij hem behoorde te scheiden uyt de kamer van retorica, heeft voor antworde gege[ve]n, dat dat soude doen tegen Magdalenen dach. Darom voor goet gevonden is dat men den tijt sal oversien ende hem voorts daertoe aenporren en vermanen.

8 oktober 1608:
Cornelis Logierse ontboden sijnde voor den kerckenraet heeft geweigert te compareren seggende dat het hem niet gelegen ende was.
Aengaende Adriaen Cornelise Deep gecompareert sijnde is hem vorgehouden dat hij qualijck gedaen heeft hem begevende tot de kamer van retorica overmits de grote misbruicken ende ongeregeltheden die darin geplecht worden. Heeft voor antworde gegeven dat hij wel in de camer was, doch met dit besprecken dat hij niet ende soude met spelen in ’t openbaer sijnde sijne meeninge hem geheel van soodaenige onbehoorlijcke spelen afte sonderen ende oock te mijden all quaet geselschap. Is darom goetgevonden dat hij sal tot den avontmael des Heeren toegelaten worden.

Wat belangt Hans de Cuiper. Alsoo de broeders vernomen hadden dat hij van mening was hem te laeten vinden bij soodaenigen spelen die hier wederom ingebroken sijn, waerdoor het wordt Godts misbruikt, den sabbathdach ontheilicht; soo hebben sij hem voor eerst ernstelijck vermaent dat hij hem soude afsonderen van soodaenige spelen, warop hij voor antworde gegeven dat hij hem darop soude bedencken ende ons darop voor het avontmael soude antwordt geven.

14 april 1609
Cornelis Logierse niet thuis vindende is daernae bij mr. Jasper alleen aengesprocken, blijft bij de voorgaende meninge te weten St. Magdalenendach naestkomende uyt de kamer van rethorica te scheiden ende hem tot de gemeente te voegen.

4 juli 1609
Hans de Cuper van selfs in kerckenraet verschenen sijnde, heeft aengegeven hoewel niet uytgedruk te worden nochtans bedektelijck dat sooverre men hem soude willen verbieden te spelen in de openbaere schouspelen der retoricanten dat hij hem soude van den avontmael onthouden, warop hem voor antworde gegeven dat hij hem beter met Godt soude beraeden.
Ende alsoo Hans de Cuiper vorlistet dat Adriaen Cornelisse Deep met denselven retoricanten in de openbaere schouspelen gemeenschap heeft, is vorgenomen ende besloten dat den vorseyde Adriaen sulx verboden worden, waertoe gedeputeert is worden den dienaer met Adriaen Stoffels die hem tot sijnen huise daervan sullen spreeken.

5 juli 1609
Ende alsoo Hans de Cuiper tegen sijn belofte hem met de retroricanten gevoecht heeft in dit laetste spel, sal hij darom bestraft worden ende vorders ernstelijck vermaent hem in toecomende daervan te wachten. Doch ingevalle de vermaeninge geen plaetse ende grepe (dat Godt verhoede) dat hij van den avontmael sal gehouden worden.

11 juli 1612
Alsoo Hans de Cuyper hem vervoordert hadde wederom het openbaer splelen van rethoria met sijn spelt te vergeselschappen heeft aen kerckenraet raetsaem gevonden hem daervan aen te spreken.
Hans de Cuper in den kerckenraet verschenen sijnde, heeft verclaert door eenvoudich daer toegeraeckt te zijne ende sijne schult voor den kerckenraet te kennende heeft met hantgevinghe belooft hem voortaen daer voor te wachten ende daervan te houden.

Archief NH-kerk Scherpenisse Acta, inv.nr. 1a

30 september 1612, f. 4
Hubrecht Jansse Schram voor de kerckenraet ontboden zijnde is grootlix bestraft geweest dat hij hen openbaerlijck tot outerving[?] van Godts naem op het toneel vervoucht met die van rethorica waerover hij verclaert hebbende tselve hen leet tghene ende belooft niet hantvertinghe hem voortaen daervan te onthouden. Is tot de tafel der heeren toegelaten.
In diezelfde vergadering is ook Abraham Colen voor hetzelfde vergrijp bestraft.

Verder is dit actaboek nog niet getranscribeerd en dus niet doorzocht op latere vermeldingen.


Jasper Bernaerts

In de acta staat vermeld dat hij op 9 juni 1602 tot schoolmeester benoemd is in Scherpenisse.
Vergaederinge gehouden den 9 juny
Meester Jasper Beernaerts van Leyden vertooch gedaen hebbende sijner gaeven tot den schooldienst, is bij kerkenraet en magistraet voor eenen wettigen schoolmeester deser plaetse aengenoemen.

Op 30 juni en 27 juli 1624 staat vermeld dat mr Jasper in Engeland verblijft.
In de kerkrekening van 1629/1630 staat vermeld dat hij begraven is in de kerk.
Waarschijnlijk was Jasper Bernaerts lid van de rederijkerskamer van Scherpenisse. Het Zeeuws Archief Bezit een handschrift met gedichten en liederen, dat door hem geschreven is. Het feit dat in dit handschrift het ontwerp van een blazoen (zie afbeelding hierboven) is aangetroffen, maakt het aannemelijk dat hij lid is geweest van de kamer. 1

1. Bron blazoen: Zeeuws Archief, 2515 Kamer van Retorica ‘Missus scholieren’ te Veere: handschrift 6251: Gedichten en gebeden door Jasper Bernaerdus, 1598-1622, ingebonden kattenbelletje met schets tussen f. 199v en f. 200r.
2. De transcripties zijn geleverd door de gemeentearchivaris F. van den Kieboom van Gemeentearchief Tholen.
3. De originele processtukken bevinden zich in het archief van het Hof van Holland in het Nationaal Archief. Toegang: 3.03.01.01, inventarisnummer 3721 gewone rol lopend over 1554 jan. 8-1554 maart 16; Dag: 6 maart 1554 (er staat 1553= paasstijl).
4. Nationaal Archief, Archief van het Hof van Holland, toegang: 3.03.01.01, Inventarisnummer 1938, Dingtaal d.d. 14 juni 1554.
5. Zeeuws Archief 273 Nederlandse Hervormde Kerk, Classis Tholen en Bergen op Zoom, 1580-1837, inv.nr. 1 1584-1608, scan 62. De foliëring houdt op bij f. 114 op scan 59.
6. Zeeuws Archief 273 Nederlandse Hervormde Kerk, Classis Tholen en Bergen op Zoom, 1580-1837, inv.nr. 1 1584-1608, scan 134. De foliëring houdt op bij f. 114 op scan 59.

Geschiedenis:
Ook de activiteiten van de kamer van Scherpenisse, waarvan naam noch zinspreuk overgeleverd werden, zijn slechts geregistreerd in kerkeraadsnotulen en acta van de classis Tholen. De eerst bekende klacht van de kerkeraad van Scherpenisse bij de classis dateert van 2 juli 1590. De predikant van Scherpenisse wilde een geschrift dat hij had opgesteld en waarin hij de zonden van de batemenspelen bestrafte overhandigen aan de ‘retoryck kamers van Scherpenissen’. De classis meende dat hij, door die zonden vanaf de kansel te bestraffen al genoeg had gedaan en dat het overhandigen van het geschrift wat overbodig was. Op 8 juli 1592 echter besloot men een rekest aan de Staten van Zeeland te sturen omdat het opvoeren van de batementen tijdens de kerkdienst, met het begin van de prediking, grote verwarring veroorzaakte, de kerkdienst te kort werd gedaan, zowel in de plaatsen waar het gebeurt als in de omliggende plaatsen, en dat daardoor de armen grote schade lijden.
Op 27 oktober 1607 besloot de classis een copie van een spel ‘der rethoryckers’ naar de Gecommitteerde raden van Zeeland te zenden. Het spel ‘enorm ende bespottelick’ was opgevoerd tijdens avondmaal en predikatie. Het strekte tot lastering van Gods naam.

Waarschijnlijk was de zuidnederlandse rederijker Jasper Bernaerds die in de jaren 1608 tot 1628 te Scherpenisse woonde lid van de kamer. Een handschrift van diens hand bevindt zich in de collectie van het ZGdW. Het bevat liederen en refreinen die allerlei personen (vrienden en kennissen) en gebeurtenissen tot onderwerp hadden. Voor zijn lidmaatschap pleit een ontwerp van Bernaerds voor een blazoen van de kamer met het jaartal 1622. Dit ontwerp is toegevoegd aan het handschrift.

 

 


Bronnen

Varia:

Repertorium rederijkerskamers DBNL:
Scherpenisse, naam onbekend: BEKIJK BRONNEN OF GESCHIEDENIS

 

Laatst bewerkt 24 januari 2018.

terug naar Rederijkers in Zeeland

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *