- Nieuws
- Collectie
- Publicaties
- Werkgroepen
- Jeugd
- Wetenschapsplatform
- KZGW
Terug naar Rederijkers in Zeeland
Zinspreuk: Met deught verwijnnende
Patroonheilige: H. Barbara, naamdag 4 december
Vroegste bronvermelding: 1596
Bron: Meertens 1943, 113 en de tekst op het zilveren schildje (zie ‘Varia’)
Laatst bekende bronvermelding: 1818
Bron: Comparitieboek 6, ongefolieerd.
Beschrijving blazoen: spruijtende uitter aarden deurlopende met een rolle met de zinspreuk op die rol.
Bron: Walrave 1994, 36.
Opten eersten October 1628 gerekent met de gemeenen gildebroederen vande oncosten vande bieren ende van die wagenhuere die men naer henkentsant reet comt tsamen + den axcijsx 3 pond 3 sch. bedraecht ijder gilde broeder 4 sch. en 6 grooten. Pieter Jacobse enz. Er wordt niet vermeld wat de ‘gemeenen gildebroederen’ gingen doen in Heinkeszand.
Bron 1: Comparitieboek 1, ongefolieerd.
Bron 2: Walrave 1994, 55.
Geschiedenis:
Het is mogelijk dat de kamer al rond 1576, of zelfs 1560, bestond gezien de tekst van een spel dat rond deze tijd werd geschreven en op een koningsfeest te Kapelle lijkt te zijn opgevoerd. Volgens een rekest van de kamer uit 1596 zou ze al voor de troebelen [in 1566?] zijn gesticht, maar was ze daarna lang gesloten. In het rekest werd verzocht om de heroprichting. De oprichting met nieuw reglement vond plaats voor 1596, met goedkeuring van de ambachtsheer Lieven van Kats. Hoewel vanaf de tweede helft van de volgende eeuw de kerkenraad en de classis de kamer trachtten te laten verbieden, was ze (mogelijk met tussenpozen) actief tot 1818 en in de zeventiende eeuw zeker van 1619 tot 1659.
Bron: DBNL
Een en ander is opgetekend in de comparitieboeken (zie de inventaris van het archief van De Fiolieren hieronder). In deze boeken vinden we onder andere lijsten met namen van de leden van het gilde, rekeningen van inkomsten en uitgaven, boetelijsten van het niet bijwonen van de activiteiten, benoemingen van bestuursleden en een inventaris van de aanwezige toneelrollen en toneelstukken, waarvan een flink deel bewaard is gebleven. Alle toneelstukken, maar met name de toneelrollen zijn van groot belang voor het Zeeuwse, culturele erfgoed. Niet vanwege de rollen, maar vooral omdat ze bewaard gebleven zijn. Er staat namelijk alleen de tekst op van één toneelfiguur en bij herhaaldelijk gebruik hadden deze handschriften behoorlijk te lijden. Het is dus bijzonder dat ze er nog zijn.
Publicaties:
Bibliografie / Literatuur:
Archivalia:
Archief gemeente Borsele te Heinkenszand: Archief van de rederijkerskamer De Fiolieren te ‘s-Gravenpolder 1596-1833 (1833 moet zijn: 1818).
Varia:
Zilveren Fiolieren schildje (1694)
Tekst van het randschrift: ‘als men 1596 heeft geschreven wert in sgravenpolder met raat vergen [lees: verkregen?] om dat den camer weder wert opgeheven naar dat zij lange hadde desolat [verlaten] gelegen’. Afgebeeld is Sinte Barbara met haar toren. In 1596 kregen De Fiolieren statuten nadat de kamer lange tijd niet meer actief was geweest.
De tinnen beker is uit december 1570. Het laatst bekende gegeven (uit 1985) over deze objecten is, dat zij in het bezit waren van het handbooggilde Sint Sebastiaan van ‘s-Gravenpolder. De aanwinst van de beker staat vermeld in het notulenboek van het handbooggilde op de datum van 23 augustus 1849. Heden ten dage (2025) blijkt niemand meer te weten waar schildje en beker gebleven zijn.
Repertorium rederijkerskamers DBNL:
‘s-Gravenpolder, De Fiolieren: BEKIJK BRONNEN OF GESCHIEDENIS
Laatst bewerkt 21 mei 2025.