uitgelicht
collectie-
stuk
Blog 90 Gent en Middelburg
Auteur(s) op 17 december 2021
Trefwoord(en) ,
Discipline(s) ,

Terug naar overzicht blogs

1440 Gent

Tijdens de blijde inkomst van Philips van Bourgondië in Brugge op 11 december 1440 waren er langs de straten van de route tal van togen (tableaux vivants) opgesteld. Over een ervan is het volgende geschreven: “Item daer naer theyndesheer zeghers strate so was deboom vayesse. Te wetene een persoon liggende te bedde, ende huyt hespruytende eenegroteboom vp elcketack sittende een cleen kindekin in witte ghecleet ende met een crone vp thooft, ende Maria inden middel, soe elck dat wel verstaet, ende daer voren stont. Dits dye roede van yesse.”

Nicolaas Cornelis Lambrechtsen van Ritthem citeert het bovenstaande in zijn geschiedenis van de Middelburgse rederijkerskamer uit de Excellente Chronijcke van Vlaenderen vanwege de voorstelling van de Boom van Jesse. Bladzijden lang probeert hij in verband hiermee de lezer te overtuigen dat de Middelburgse rederijkers zeer waarschijnlijk de feestelijkheden in Brugge hebben bijgewoond. Feiten levert hij echter niet en die blijken evenmin uit de beschrijving in de Excellente Chronijcke.
________________________________

Bron 01: Lambrechtsen van Ritthem, N.C., ‘Beknopte Geschiedenis van de Middelburgsche Rethorijkkamer Het Bloemken Jesse’. In: Verhandelingen van de Maatschapij der Nederlandsche Letterkunde te Leyden, derde deel, eerste stuk, Leiden 1819, p. 133.
Bron 02Dits die Excellente Chronijcke van Vlaenderen. Beghinnende van Liederick Buck den eersten forestier tot den laetsten, die door haar Vrome feyten, namaels Grauen van Vlaenderen gemaect Worden […]. Willem Vorsterman, Antwerpen 1531, folio Cvij recto (107r).

1515 Middelburg

De Middelburgse kamer was betrokken bij de inhuldiging van de 15-jarige Prins Karel van Oostenrijk (Karel V), daer groote geneuchte bedreven werd van Batement-spelen en langs de route van Karel stonden tableaux vivants (stellagies) opgesteld met bijbelse voorstellingen.
________________________________

Bron: Lambrechtsen van Ritthem, N.C., ‘Beknopte Geschiedenis van de Middelburgsche Rethorijkkamer Het Bloemken Jesse’. In: Verhandelingen van de Maatschapij der Nederlandsche Letterkunde te Leyden, derde deel, eerste stuk, Leiden 1819, pp. 145-146.

2021 Middelburg

Het Zeeuws Archief heeft een begin gemaakt met de voorbereiding voor het conserveren en digitaliseren van de archieven van negen Zeeuwse families.  Het gaat om de families de Huybert, Schorer, Mathias Pous – Tak van Poortvliet, van Doorn, Spoors en Sprenger, A.A. Brown, Mauritz en familie Clijver. Klik hier voor meer informatie.

2021 Gent en Middelburg

Het project ‘Onderzoek Rederijkers Zeeland’ trekt langzamerhand steeds meer de aandacht. Bij de zuiderburen geldt dat voor het Verbond van de kamers van Rhetorica Vlaanderen-Nederland. Op haar website kan men lezen wat de doelstellingen zijn. Sinds kort publiceert het verbond in zijn kwartaalblad Ons Camers và Rhetoriket (met instemming) onze blogs. Op zaterdag 9 oktober 2021 was er een Internationaal Rederijkerscongres in Gent. Hieronder volgt het verslag van een van de programmaonderdelen.

Professor Dirk Coigneau, kenner van oud-Nederlands en rederijkerstaal bij uitstek, gaf een korte inleiding op de komende voordracht over de rederijkerscultuur in het Vlaams-Nederlandse overgangsgebied. Professor Dr A. van Dixhoorn gaf hierna zijn lezing over de Rederijkerscultuur in de Noordelijke Schelderegio. Het werd een uitgebreid overzicht van de opkomst, verspreiding, uitingsvormen en maatschappelijke positie van de rederijkers. De nadruk lag op de rederijkerskamers in Zeeland. Sinds jaren houdt het Roosevelt College in Middelburg zich bezig met studie op dit gebied. Het gaat daarbij om beschavingsonderzoek en literair historisch onderzoek.

De eerste Kamers kwamen in de eerste helft van de 15e eeuw voort uit gezelschappen of broederschappen in de huiselijke of kerkelijke sfeer. Zo dateert De Fonteine in Gent uit 1448. De kernbegrippen waren deugd, konst, geest en eerbaarheid. De zeven “fraie konsten en wetenschappen” maakten deel uit van een bredere kenniscultuur.

Er was een streven naar perfectie van het menselijk kunnen. Geloof en moraliteit namen een belangrijke plaats in. Maar de “edele konsten der Rhetorica” vinden we steeds als kerngegeven terug. Het gaat om dichtwerken, zinnespelen, later ook wel kluchten als intermezzo. Dit alles als kunstuiting, maar toch ook ten dienste van volk en stad. Er waren ook relaties of zelfs overlappingen met gilden.

De “konstencultuur” kende in de loop der tijden een aantal omwentelingen. Omstreeks 1450 van geestelijke naar rederijkerscultuur, 1550 van centraal naar meer marginaal, 1750 geleidelijke verdwijning. In het kader van de verlichting ontstonden meer filosofische en wetenschappelijke gezelschappen.

Al deze aspecten werden belicht uit de invalshoek van verschillende Kamers in het Scheldegebied. Dat waren in Vlaanderen Gent, Brugge, Antwerpen en in Zeeland Hulst, Kapelle, Middelburg en Veere. Een voorbeeld hieruit was de betrokkenheid van vrouwen die vooral bij de Violieren in Antwerpen tot uiting kwam. Het werd geprofileerd in het mirakelspel Mariken van Nimwegen, met een kern en eerste druk in Antwerpen. Waarachtig werden soms vrouwen toegelaten in het Sint-Lucas Gilde. Ook de strijd tussen land en water hield op ander gebied de stad bezig. De Kamer van Veere was lange tijd actief en vernieuwend. De “const van de geest” en zintuigelijke waarneming maakten opgang. Blijkbaar ook de libertijnse inslag die op last van stadhouder Willem III in 1676 leidde tot sluiting van de kamer. Overigens volgde na enige tijd eerherstel.

Een eeuw later zou de tijdgeest voor Veere en bijna alle andere rederijkerskamers alsnog toeslaan.”

Geplaatst door Jan van Loo op 17 december 2021.

terug naar Rederijkers in Zeeland

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *