uitgelicht
collectie-
stuk
Blog 67 Een leven gewijd aan geloof en muziek
Auteur(s) op 25 mei 2019
Trefwoord(en) ,
Discipline(s) ,

Terug naar overzicht blogs

Op 25 mei 2019 is Wulfaert (Lupus) Hellinc toegevoegd aan de Wall of Fame van Museum Het Warenhuis in Axel.  In feite staat de Werkgroep Zeeuws-Vlaanderen van het rederijkersonderzoek in Zeeland aan de wieg van deze gebeurtenis. De stadsrekening van Axel 1538-1539 maakt namelijk melding van een betaling van 9 gulden aan Wulfaert Helling die als zangmeester samen met zijn organist de rederijkers van Axel bijstond in hun kerkgang tijdens de rederijkerswedstrijd in 1539 te Gent. [1] Verder onderzoek naar Lupus Hellinck was het gevolg. Welke feiten dragen eraan bij, dat deze man zijn plaats verdient tussen de grootheden van Axel?

De geboorte van Lupus Hellinc

Zijn geboortedatum is om en nabij te herleiden via zijn priesterwijding op 12 april 1518. Op dat moment is hij 24 jaar. Dat houdt in dat de kleine Wulfaert geboren moet zijn tussen 12 april 1493 en 12 april 1494. En waar is hij geboren? Zijn vader, Jan Hellinc, wordt voor het eerst wordt genoemd in de stadsrekening van Axel van 1494-1495. De looptijd van deze rekening is van 17 augustus 1494 – augustus 1495. Wulfaert is dan al 1 jaar oud.  De inhoud van deze vermelding van Jan Hellinc veroorzaakt onzekerheid over de geboorteplaats van Wulfaert:


Item Ontfaen van Jan hellic ouere tRecht vand[en]
poort die hem bij scepen[en] ghegheuen was, vanden
banne vp hem gheprononchiert bij oue[re] scepen[en] iij p. p[arisis] 
[2]

Jan is teruggekeerd van een verbanning en moet voor zijn recht van poorter drie pond betalen. Dit houdt echter in dat hij voor 17 augustus 1494 elders woonde. Was zijn vrouw bij hem of bleef zij achter in Axel en beviel daar? Er is dus gerede twijfel of Wulfaert in Axel geboren is. Het vervolg van dit betoog zal zijn band met Axel duiden.

Het gezin van Jan Hellinc

De (voorlopige) reconstructie van het gezin Jan Hellinc gaat uit van drie huwelijken en 7 kinderen, waarvan 6 zonen en 1 dochter. [3] De moeder van Wulfaert is onbekend.

I. Onbekend: 1. Wulfaert (Lupus)
II. Jaquemyne Marten Jacobsdochter: 2. Jacob 3. Janneken 4. Melsken
III. Margriet Pietersen: 5. Margriete 6. Minken 7. Pierken

Janneken = Jan, woont in 1539/40 bij Lupus
Melsken = Melchior, woont in 1539/40 bij opa Jan Marten
Jan Hellinc overlijdt in 1539/40.

Sint Donaaskerk 1506

Op 24 maart 1506 wordt Wulfaert, zoon van Jan Hellinck, klerk van het bisdom Utrecht (waartoe Axel behoorde), ingeschreven als koorknaap in de Sint-Donaaskerk van Brugge. Hij is dan al 12 jaar oud, eigenlijk te oud om te worden toegelaten. Hij zal dan ook elders opgeleid moeten zijn. [4] Het is aannemelijk dat zijn opleiding plaatsvond in Axel. Al in 1414 is er aandacht voor deelneming van tenminste drie kinderen, onder de hoede van een schoolmeester,  bij het zingen en lezen van de getijden en de missen gedurende de vasten en de advent. [5] Even interessant is de volgende post uit de stadsrekening van 1502:

Item Betaelt her Jan de scolastere van desen stede
ouere de montcosten ende van eenen kerle voor
eenen scamelen clerc die wel zinghen conste
die hij hilt ende met hem woende

Jan de schoolmeester krijgt een vergoeding voor kost en inwoning van een arme clerc (= geestelijke; hier: misdienaar) die goed kon zingen. De vergoeding bedraagt ruim negen pond. [6] Wulfaert zal mogelijk opgeleid zijn door dezelfde schoolmeester. Of hij ook inwonend was, is niet bekend.

Rederijkers

Rederijkers kwamen bijeen in de zogenaamde rederijkerskamers. Dat zijn in feite sociaal-culturele verenigingen waar men wekelijks bij elkaar kwam om zich te bekwamen in welsprekendheid. Dat deed men onder andere door het schrijven van gedichten en liederen aan de hand van een, meestal religieuze, opdracht. Daarnaast speelden ze toneel en hielden wedstrijden met andere kamers. Ze hadden een belangrijke rol bij tal van vieringen in de stad: bij een vrede of hoge geboorte, bij naamdagen van heiligen, met Pasen, Pinksteren en Kerst, tijdens processies en op vastenavond waren ze van de partij. Afbeelding: rederijkers (Jan Steen)

 

 

 

In Axel waren er rederijkers van 1495-1583. Een bekende rederijkerskamer was Sente Oncommere, die we vermeld vinden in de stadsrekeningen van Axel van 1501 tot en met 1539. Het devies van de kamer luidde God ontcommer elcx herte. Het blazoen van de kamer kennen  we uit de wedstrijd in Gent van 1539. Vreemd genoeg hanteert de kamer daar de naam van De Vier Melcteelen. [7]

Gent 1539

De rederijkerswedstrijd in Gent in 1539 werd gehouden van 12 tot 23 juni en er namen negentien kamers aan deel. Uit Brugge deed de kamer De Helighe Gheest mee, terwijl er ook leden van De Drie Santinnen aanwezig waren bij het festijn. Een van de onderdelen van de wedstrijd was de kerkgang aan het begin van het toernooi, waarbij de kamers liederen ten gehore brachten. Daarom deden Brugse poorters het verzoek aan het kapittel van Sint Donaas of meester Wulfaert en zijn schola cantorum de rederijkerskamer in Gent mocht begeleiden tot luister van de stad. Aldus geschiedde. Op verzoek van de schepenen van Axel begeleidde Lupus Hellinc ook de Axelse rederijkers, eveneens tot eer van de stad. Hij ontving daarvoor 9 gulden. [8] Het is overigens niet bekend of Lupus Hellinc zelf rederijker was.

Hoogtepunt van de voordrachten waren de zinnespelen met de opdracht om antwoord te geven op de volgende vraag: Welc den mensche stervende meesten troost es? De Heilige Geest uit Brugge antwoordde hierop: Tbetrauwen duer twoordt op Christum alleene. Het antwoord van De Vier Melcteelen uit Axel luidde: een goe wel gheruste conscyencye. Dit is een opvallend afwijkend antwoord, al zou heden ten dage een goed geweten prima voldoen. Alle andere achttien kamers verkozen echter het gangbare antwoord waarin God of Christus een rol speelt.

De zinnespelen werden nog datzelfde jaar in druk uitgebracht en kende maar liefst vier drukken. Na een vijfde druk in 1562 werd het boek verboden en op de Index geplaatst.

Testament 1541

Lupus Hellinck overlijdt op 14 januari 1542. Aan zijn huishoudster Barbele Marisaels laat hij kleding van goede kwaliteit na, twee zilveren bekers en een tafereel metter figure vanden testatuer. Waarschijnlijk is dit de enige afbeelding van hem geweest, want andere zijn niet bekend. Barbele krijgt nog meer, namelijk ten behoeve van Wulfutkin Hellinc, natuerlic kindt vanden testatuer eveneens kleding en zilveren bekers en daarnaast was er voor hem al een lijfrente afgesloten in 1532. Op de onkostenpost van het testament staat ook een bedrag voor een kopie van het testament voor de familie in Axel. [9] Vreemd genoeg weten we alleen van Pierken wat hij erfde, omdat hij nog minderjarig was bij het overlijden van Lupus Hellinck. [10]

Het staat dus niet vast of Wulfaert Hellinck geboren is in Axel, maar hij is er zeker opgegroeid en het is zeer aannemelijk dat hij daar zijn zangopleiding heeft genoten. Eenmaal in Brugge onderhoudt hij goed contact met zijn familie in Axel en neemt zelfs zijn broer Jan in huis. Ook laat hij zijn familie delen in zijn nalatenschap. Hij is eveneens bereid om in 1539 de Axelse rederijkerskamer te begeleiden met zijn koor. Al met al redenen om deze renaissancecomponist op te nemen in de Wall of Fame van Axel.

Wall of Fame

De Wall of Fame van Axel in Museum Het Warenhuis is verrijkt met de volgende tekst:

WULFAERT (LUPUS) HELLINCK 1493/1494 – 1541
Waarschijnlijk geboren in Axel. Zoon van Jan Hellinc uit Axel. In 1506 koorlid van de St.-Donaaskerk in Brugge. Verblijft tussen 1515 en 1519 in Italië. Wordt priester in Rome in 1518 en in Ferrara maakt hij kennis met de ideeën van Girolamo Savonarola die protestantse sympathieën had. Werkt in Brugge tot zijn dood als priester en zangmeester in St.-Donaas. Lupus Hellinck componeert missen, motetten, liederen en koralen, die tot de Frans-Vlaamse polyfonie behoren. Nieuw is de meerstemmigheid. Zijn werk is verspreid in Italië, Frankrijk, Duitsland, België en Nederland. In 1539 begeleidt hij Brugse en Axelse rederijkers bij een wedstrijd in Gent. Het boek met de teksten van deze wedstrijd wordt op de lijst van verboden boeken geplaatst.

Bronnen

[1] Zeeuws Archief SA Axel 606 J 129 Stadsrekeningen 03 1538 1539, 41r.
[2] Zeeuws Archief SA Axel 602 J 126a Stadsrekeningen 1492 1499; 03 1494-1495, f. 98.
[3] De gegevens zijn ontleend aan de bewerkingen van Roelinde Stoffels-de Soet van de Weesboeken van Axelambacht, 1533-1546, pp. 51, 118-119, 220.
[4] Bonnie J. Blackburn, Exempla Musica Zelandica, deel IX, p. vii.
[5] Rijksarchief Gent, sign. Varia D 3424, f. 139.
[6] Zeeuws Archief SA Axel 603 J 126b Stadsrekeningen 1501 1512; 01 1501 1502 21r/v
[7] Zie voor meer informatie over de rederijkers in Axel Axelse rederijkerscultuur in de vroegmoderne tijd.
[8] Zeeuws Archief SA Axel 606 J 129 Stadsrekeningen 1535-1550; 03 1538 1539, 41r.
[9] A. Dewitte, ‘Wulfaert Hellinc van Axel. Zangmeester van Sint-Donaas te Brugge. Uitvoering van zijn testament, 1541-1542’, Biecorf 73 (1972), 355-358.
[10] Noot 3, pagina 143.

Geplaatst door Jan van Loo op 26 mei 2019.

Terug naar Rederijkers in Zeeland

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *