uitgelicht
collectie-
stuk
Blog 6 Iets van Tollé (eerste deel)
Auteur(s) op 14 januari 2014
Trefwoord(en) ,
Discipline(s) ,

Terug naar overzicht blogs

Iets van Tollé zou heel goed de naam van een weblog kunnen zijn, ware het niet dat deze titel gekoppeld is aan een boekje uit 1790. [1]  En daarmee zijn we 200 jaar verder dan het vorige blog 1591 Een fraai begin. Wie is Tollé en wat wil hij bereiken? Henrik Antoni Tollé was predikant te Veere. Hij wil in dichtvorm zijn eerbetoon uiten aan familie en vrienden en verder schrijft hij om U van eenige Byzonderheden nopens de Rederykkamer der Stad Vere kennis te geven. En dan is onze nieuwsgierigheid gewekt naar de bijzonderheden die Tollé met ons wil delen, mede gezien het feit dat in 1790 een groot aantal rederijkerskamers niet meer bestaat.

Op de titelpagina wordt de lezer getrakteerd op een portret van Tollé van de hand van de Veerse kunstschilder Jacob Schwartzenbach, die secretaris was van de rederijkerskamer. De prins van de kamer, Florimond Stierman de Granjon, wijdt in het voorwerk een paar dichtregels aan dit portret met de zinspreuk Regt door Zee. Onduidelijk is of deze spreuk bij Florimond Stierman de Granjon hoort dan wel bij Henrik Antoni Tollé. Ik vermoed bij de laatste. Welke argumenten zijn er aan te voeren voor het feit dat deze predikant zelf lid van de Veerse rederijkerskamer zou zijn? Een eerste argument is dat Tollé begint met de mededeling dat hij enige bijzonderheden gaat bespreken gevolgt van eenige Vraagen (…) in de jaaren 1788, 1789 en 1790; die zoo door my, als door andere Leden beantwoord zyn. Deze formulering suggereert in sterke mate dat hijzelf lid van de kamer was. De zinspreuk Regt door Zee wordt tweemaal weergegeven: eenmaal bij de dichtregels die over Tollé’s portret gaan en nogmaals aan het slot van zijn artikel. Daarnaast vinden we met regelmaat een bijdrage op rijm met de vermelding Regt door Zee in de verzenbundel van de kamer over de jaren waaruit bedoelde vragen en antwoorden geciteerd worden. [2] De naam van Tollé komen we er echter niet in tegen net zo min als in het Rekeningenboek, waarin de namen van de leden vermeld worden. [3] Misschien gedoogde de kerk zijn lidmaatschap, maar was de formele weergave daarvan in de kamerboeken een brug te ver. En tenslotte krijgt Tollé er geen genoeg van de Veerse rederijkerskamer de hemel in te prijzen.

Opmerkelijk is verder de bijdrage – eveneens in het voorwerk – van de aankomende prins Pieter Angoisse. In zijn lofdicht aan de schrijver vermeldt hij de oude namen van de kamer: de Accoleyen en de Oude Lelybloem en in het slot noemt hij de naam van de Missende Scholieren en nu komt het: deze naam is voorzien van een voetnoot (!) met de uitleg: de Naam van de Veersche Rederykkamer. Kennelijk schortte het de kamer aan bekendheid in Vere (in ieder geval onder deze naam).

Tollé begint zijn bijzonderheden met een bespreking van de geschiedenis van de Veerse kamer, vervolgt met een opsomming van de bezittingen, roemt een achttal befaamde Veerse rederijkers (waarbij de naam van Adriaen Valerius ontbreekt) en vermeldt de namen van de huidige bestuursleden. Bij de bezittingen worden onder andere drie blazoenen genoemd: I Geschildert blazoen van de Lely. I d[it]o van de Acolyë, en I d[it]o van waar in de Lely en de Accolye vereenigt zyn. En volgens Tollé is met dit alles toch wel aangetoond dat de Veerse rederijkerskamer nog steeds springlevend is, terwijl in veel andere Zeeuwse steden er geen kamers meer zijn, het gebouw de Rethorykamer in Middelburg is sinds 1681 zelfs veranderd in een herberg! En ook in Leiden liep het niet goed af met rederijkerskamer De Palmboom. Vervolgens wordt dit merkwaardige zijpad verder ingeslagen. Maar daarover meer in het tweede deel.

Bronnen

[1] Tollé, H.A., ‘Berigt nopens de rederijkkamer der stad Vere’, Iets van Henrik Antoni Tollé, Vere 1790, 49-76.
[2] ZA 2515-16 Verzenbundel 7, 1787-1794, niet gefolieerd jaren 1788-1790.
[3] ZA 2515-05 Rekeningenboek 1761-1793, niet gefolieerd jaren 1788-1790. Misschien gedoogde de kerk zijn lidmaatschap, maar was de formele weergave daarvan een brug te ver.

Geplaatst door Jan van Loo op 14 januari 2014.

Terug naar Rederijkers in Zeeland

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *