uitgelicht
collectie-
stuk
Blog 55 Rederijkerskamer in Kruiningen!
Auteur(s) op 4 december 2017
Trefwoord(en) , ,
Discipline(s) ,

Terug naar overzicht blogs

Ontdekking nieuwe kamer

Vele uren brengen wij door in archieven en doorvorsen wij archivalia op zoek naar gegevens over “onze” Zeeuwse rederijkers. Eenmaal iets gevonden, dan slaan wij aan het transcriberen. Deze noeste arbeid is zo’n normale gang van zaken dat je de bronnen “die voor het grijpen liggen” veronachtzaamt. In dit geval zijn het links op de website van het archief van Goes van enkele rechterlijke archieven in Zeeland (RAZE). [1] Die leiden naar getranscribeerde teksten die je op (delen van) trefwoorden kunt doorzoeken. Hoe simpel wil je het hebben? Het aangename van de rechterlijke archieven is bovendien het gegeven dat er altijd namen vermeld worden. Het resultaat is twee mooie en interessante posten over een rederijkersgilde in Kruiningen!

De gaai schieten

23 september 1568: coman Adriaen Willems nomine Jan Gilliss heijst ter vierschare Nicolaes Corneliss Ketser ende dat achtervolchende zeecker obligatie bij Nicolaess zone onderteijckent den somma van 22s, ende noch van opschoote van den voegel vande retorijcke van Cruijningen de somma van 5 s[chellinghen] [2]


De eiser is Adriaen Willems uit naam van Jan Gillis en voor de vierschaar eist hij van Nicolaes Corneliss Ketser onder andere 5 schellingen voor het schieten van de vogel van de rederijkers in Kruiningen. Verder is het van belang te weten dat deze vermelding in de RAZE van het plaatsje Waarde staat. Het schieten van de gaai (zoals dit ook wordt genoemd, de afbeelding dateert uit de 16e eeuw) is een gebruikelijk feest ter ere van de nieuw gekozen koning van de kamer en vindt zijn oorsprong bij de schuttersgilden. [3]

Is Nicolaes een rederijker uit de kamer van Waarde en is deze kamer uitgenodigd voor het feest bij de buren in Kruiningen? Was het een wedstrijd tussen de kamers? Waren er nog meer kamers bij betrokken? Waarom eist Jan Gillis dit bedrag? Heeft hij de betaling voorgeschoten? Misschien als deken van de kamer? We weten het niet.

De conclusies die je wel kunt trekken, zijn:
1. In 1568 bestaat er een rederijkerskamer in Kruiningen.
2. Nicolaes Corneliss Ketser is mogelijk een rederijker uit Waarde.
3. Er lijkt contact te bestaan tussen de kamers van Waarde en Kruiningen.
4. Bij de rederijkers in Kruiningen werd de gaai geschoten.

Dronkenschap

Pieter Lucas, chirurgijn, inwoner van Kruiningen, verklaarde gehoord te hebben dat Anthoine Tartron:

31 maart 1584: staende voor tslaghhuijs van Bastiaen Jacobsz, op de strate, binnen der voormelder parochie, seijde int openbaere: Ic hope noch den tijdt te leven dat ic dese predicanten met hun aanhangers, sal helpen uijtsmijten. Seijt hij deposant dat daer beneffens stondt Domis Jacobsz, die anders daer op niet en antwoordede dat wat can tbier doen, want hij Tartron quamp (wel bij droncke zijnde) vuijt de vergaderinghe vande camer van rethorijcken van Cruninghen [4]

Ook de verklaring van de hierboven genoemde Domis Jacobsz is opgetekend:

31 maart 1584: Dat hij met Anthoine Tartron geweest es binnen de vergaderinghe van de rethorijcke aldaer, sonder te weten den precijsen dagh. Ende hij deposant van daer vuijtgeghaen zijnde, alsmen daer die rekeninghe dede, ende questie was Of eenen Marinus de Waghemaecker (eertijds onder tghilde geweest hebben, dan nu hem absenterende) behoorde mede gerekent te werden oft niet, Es hem deposant (staende op de straete) gevolght A.Tartron voornoemd, die wel versmoort dronkigh was, sulcx dat hij deposant een luttel daer naer, hem nae huijs moeste leijden. Ende als den selven Tartron bij den deposant comen was, seijde hij Tartron, Dien Waghemaker en wil int ghilde niet ghelden, Ic sal hem noch metten predicant den dorpe vuijtjaeghen. Waer op hij deposant antwoordede: Ghaet naer huijs, ghij sijt dronkigh

Laten we de feiten eens bekijken en onze fantasie gebruiken om te duiden wat hier gaande was. Er zijn om te beginnen verschillende getuigen:
1. Pieter Lucas, chirurgijn, ca. 36 jaar en inwoner van Kruiningen;
2. Domis Jacobsz, ca. 40 jaar, inwoner van Kruiningen en schepen.
De verklaring van 2 is uitgebreider dan die van 1. Zij getuigen van het feit dat Anthoine Tartron in het openbaar heeft gezegd dat hij zou meewerken om predikanten en hun aanhang te verjagen. De locatie is: de straat (voor het slachthuis van Bastiaan Jacobsz.). Anthoine Tartron en Domis Jacobsz kwamen van een bijeenkomst van de rederijkerskamer van Kruiningen en Tartron was dronken.

De eerste vraag die zich aandient, is waarom maakt men zich zo druk om Tartron? Tartron had een voorbeeldfunctie in het dorp, want hij was al 14 jaar schepen. [5] Stel je voor, een oudgediende van de magistraat, die zwaar dronken over straat gaat en predikanten verkettert. Dat moet een enorme rel geweest zijn. De tweede vraag is wat die twee schepenen, Anthoine Tartron en Domis Jacobsz te zoeken hadden in de rederijkerskamer van Kruiningen. Het antwoord ligt voor de hand: zij waren lid van de kamer. Jammer trouwens dat Jacobsz zich niet meer herinnert welke dag het was. Wat hebben zij daar gedaan? In ieder geval een glaasje gedronken en waarschijnlijk gedelibereerd over geloofszaken. Je kunt je afvragen of Tartron wel zo dronken was; het kan ook een poging zijn geweest van collega schepen Jacobsz om de ondoordachte uitlating van Tartron richting predikanten te verklaren. Als je nuchter bent, doe je zoiets natuurlijk niet.

In de verklaring van Jacobsz komt nog een tweede kwestie naar voren. Bij het opmaken van de (jaar)rekening was het de vraag of Marinus de Waghemaecker meegeteld moest worden of niet. Hij was voorheen namelijk lid van het gilde en nu niet meer. Tartron vond dat hij er niet bij hoorde en net als de predikant, moest hij uit Kruiningen verbannen worden. De reden hiervan blijft onvermeld.

De conclusies die je kunt trekken, zijn:
1. In 1584 is er nog steeds een rederijkerskamer (dezelfde?) in Kruiningen.
2. Marinus de Waeghemaker is in ieder geval in 1583 lid geweest van de kamer, maar heeft die verlaten voordat in 1584 de jaarrekening werd opgemaakt.
3. Anthoine Tartron en Domis Jacobsz, beiden schepen, waren hoogstwaarschijnlijk lid van de rederijkerskamer van Kruiningen.
4. Kruiningen kende verzet tegen de lokale predikant en het lijkt erop dat er rederijkers betrokken waren bij deze stellingname.

Tenslotte

Tussen de eerste en de tweede vermelding liggen ruim 15 jaar. Als rederijkers al die jaren actief geweest zijn, zal er nog meer materiaal te vinden zijn. Er liggen in die hoek van Zeeland diverse dorpen zoals Kruiningen, Waarde, Krabbendijke, Oostdijk en Yerseke. Er is een gerede kans dat je bij grondig onderzoek niet alleen onderlinge contacten kunt vaststellen, maar hoogst waarschijnlijk vind je nog andere nieuwe kamers. Zeer binnenkort wordt er in ieder geval nog meer – thans nog onbekende – informatie uit deze hoek gepresenteerd.

Bronnen

[1] Je komt dan terecht op http://www.chielsmallegange.nl/notaris_levendale.html met uitgewerkte transcripties van notaris Levendale uit Goes. Er zijn ook transcripties van zijn opvolger notaris Wisse en van de plaats Waarde.
[2] RAZE 3520-1, rechts, fol 8, 23-9-1568.
[3] Wie meer wil weten over deze traditie kan terecht bij http://www.huubkroniek.nl/download/2-HetGaaischieten.pdf.
[4] RAZE 2038, f. 243, 25-4-1584. Niet alles lijkt getranscribeerd van dit verbaal.
[5] RAZE 2038, f. 253, 30-5-1584. N.a.v. een onderzoek betreffende schepenbrieven worden alle schepenen gehoord. Naast de letterlijke weergave van de verbalen uit noot 4 en 5 wordt tegenstrijdige samenvattende informatie gegeven over Domis Jacobsz. Bij 4 wordt hij schepen van Yerseke genoemd en bij 5 wordt gesuggereerd dat hij schepen van Kruiningen was, wat waarschijnlijk correct is.

Geplaatst door Jan van Loo op 4 december 2017.

Terug naar Rederijkers in Zeeland

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *