- Nieuws
- Collectie
- Publicaties
- Jeugd
- Werkgroepen
- Platform
- KZGW
- Contact
In het Zeeuws Archief is een portret aanwezig van Wilhelmus Momma. [1] De predikant Momma is in 1676 speelbal van een richtingenstrijd in kerk- en stadsbestuur van Middelburg. [2] Het portret is voorzien van een lofdicht op Momma, geschreven door Arent Roggeveen. [3]
O! kerek van middelburgh gij siet niet dan dees print,
maer twesen heeft de doot, verslonden en versteken
Eijlaes dat vroom gemoet, tot godt soo was gesint,
doet Christus aen de Ziel der Ziel genoots uitbreken,
dat ijder wie hij was Jehova door hem vindt
Soo klaer blonck Jesus light in Zijn doorlughtigh preken
het Zijon straelde door waer aen tgemoet hem bindt
Een fackel souder ga geen tongh die soo kon spreken
Sijn pen getuight van hem, wat kom [?] den [4] hij verstont
Een generael verstant steedts vloeijden uit sijn mont
Waer door de boose nijt haet Lasteren uitschelden
Sijn schriften na Zijn doot, doen aen een ijder kont
Wat Zeedigheit dees man, steedts aen de heffde hout
beveelt de wraeck aen godt, int oordeel te vergelden.
A. Roggeveen.
De rederijker Arent Roggeveen, lid van de Middelburgse rederijkerskamer Het Bloemken Jesse, dicht met zijn lofdicht bij deze afbeelding aan Momma veel deugden toe: onder meer een vroom gemoed, godzaligheid, spreekkunst en preekkunst en veel kennis van zaken. Of Roggeveen Momma echt goed kende, weten we niet. Momma verbleef ruim een half jaar, van 30 mei tot 13 december 1676, in Middelburg, tevens de woonplaats van Roggeveen. Duidelijk is dat Momma de speelbal is van een richtingenstrijd in deze stad, die draaide om zijn benoeming of zijn ontslag. In essentie is het verhaal over de aanstelling en het ontslag van Momma als predikant in Middelburg niet zo ingewikkeld.
Begin 1676 overlijdt Petrus Croone, een van de twaalf Middelburgse gereformeerde predikanten. Een vacature ontstaat. In die tijd is de regel zo dat een ‘collegium qualificatum’ een nieuwe predikant werft en selecteert. Het collegium bestaat uit de kerkeraad met een delegatie uit de magistraat van Middelburg. Kerk en staat zijn nog verweven met elkaar. Vervolgens dient de Walcherse classis de aanstelling van Momma te approberen (goedkeuren).
Het collegium brengt in maart een beroep uit op Momma. Dit beroep valt fout bij de classis, zij geeft geen goedkeuring. Zij vindt Momma niet rechtzinnig. Hij getuigt in zijn geschriften teveel van ‘nieuwigheden’. Het collegium accepteert het onthouden van de goedkeuring niet. Een patstelling ontstaat. Het collegium zoekt en ervaart steun van de magistraat. De classis zoekt en ervaart steun van de Prins van Oranje, stadhouder Willem III. De verwijten en beschuldigingen lopen op, heftige brieven gaan over en weer, partijen roepen elkaar ter verantwoording in elkaars vergaderingen. De Staten van Zeeland lijken zich achter de classis te scharen. De burgerwacht schaart zich achter het collegium en de magistraat.
Deze tegenstelling was vooraf al voorspelbaar, meningen en partijen hadden zich al eerder gevormd. Het collegium reist in mei af naar Ham in Duitsland en keert terug met Momma. De schermutselingen herhalen zich. In juni stelt de magistraat Momma aan als hoogleraar op de Illustere School, in juli bevestigt predikant De Mey, namens het collegium, Momma in het beroep. De verwachting is zo een voldongen feit te creëren. De tegenstelling escaleert echter. De classis erkent Momma niet als predikant en verklaart de bevestiging door De Mey als nietig. Willem III is op veldtocht in Vlaanderen en Wallonië. Per brief maant hij partijen de zaak even te laten rusten. Momma zelf stelt zich gematigd op. Hij komt in de vergadering van de classis en poogt te verzoenen. De rust echter keert niet weer.
In november komt Willen III terug van zijn veldtocht en reist af naar Middelburg. Na raadpleging van de Staten van Zeeland bewerkstelligt Willem III het afzetten van Momma, het uit de dienst ontzetten van de predikanten Van der Waeyen en De Mey ( de belangrijkste ‘gangmakers’) en het vervangen van een deel van de Middelburgse magistraat. Behoudens nog wat schermutselingen in de achterhoede lijkt hiermee de kwestie Momma afgedaan en lijkt de rust en rechtzinnigheid in de Middelburgse samenleving hersteld.
Dat de rust en rechtzinnigheid niet echt hersteld is, blijkt naderhand. Tegenstellingen blijven gisten, soms in het verborgene en soms in het openbaar. Arent Roggeveen toont zich een aanhanger van Momma en kiest daarmee voor een meer vrijzinnig kerk- en stadsbestuur.
[1] Zeeuws Archief 661 Wilhelmus Momma (1642-1677), predikant o.a. te Middelburg (1676) en professor aan de Illustre School, met een gedicht van A. Roggeveen. Ook de nummers 660 en 662 zijn afbeeldingen van Momma met een gedicht.
[2] Boonen, H., ‘ De Strijd tegen W. Momma. Eene bladzijde uit de kerkgeschiedenis van Middelburg.’ Kerkhistorisch Archief, deel 4, Amsterdam 1866, 287- 338.
Zie ook het lemma over Momma van D. Nauta in Biografisch lexicon voor de geschiedenis van het Nederlands protestantisme, deel 3, Kampen 1988, 271-272.
[3] Zie de prosopografie van Arent Roggeveen door Arjan Dixhoorn.
[4] Misschien is bedoeld: wat konden hij verstont?
[5] Meertens, P.J., Letterkundig leven in Zeeland in de zestiende en de eerste helft der zeventiende eeuw, Amsterdam 1943, plaat III bij de afbeeldingen achterin.
Auteur Kees Kort; geplaatst op 21 september 2014.