uitgelicht
collectie-
stuk
Blog 103 Kloetingse rederijkers speelden op de Goeschen Ommeganck
Auteur(s) op 25 oktober 2023
Trefwoord(en) , , , ,
Discipline(s) ,

Terug naar overzicht blogs

Van verschillende rederijkerskamers is bekend dat ze grond in bezit hadden. Zo wordt op de pagina van Nisse het volgende vermeld:

“In 1589 blijkt deze kamer grondbezit te hebben in de omgeving van Nisse, in Berbelshoek (‘s-Heer Abtskerke) en Schagtstreeke.”

In de overloper (een register van grondeigendommen) van  Heer Abtskerke uit 1589 staat bij de Barbelshouck inderdaad genoteerd als eigenaar: “De Camer van Rethorica in Nisse, 1G 58R”. 1G 58R geeft de oppervlakte van de kavel aan, in dit geval 1 gemet en 58 roeden, wat ongeveer gelijk staat aan 5000 m2, een halve hectare. Er bestaat nu geen enkele twijfel meer over het feit dat de rederijkerskamer van Nisse grond in bezit had. [1]

——————————————

In de transcriptie van de overloper uit 1644 van Kruiningen staat in de inleiding de volgende vermelding:

“De Camere/Camerelant:  Heeft vermoedelijk betrekking op de ‘kamer van rhetorica’, of de ‘rederijkerskamer’. Kloetinge had zo’n kamer al in de 16e eeuw.” [2]

Informatie over de rederijkers op de pagina van Kloetinge is tot nu toe summier, zij beperkt zich tot de korte zin: “De rederijkerskamer van Kloetinge bezat in 1589 landerijen rond ’s Heer Abtskerke.” Een nieuw spoor van Kloetingse rederijkers komt uit 1598.

——————————————

 

Noch beth[aelt] aen Ian ponce
by hem v[er]schoten aen[de]
retorique by Schout
en[de] Schepenen hun toegel[e]cht
doen sy speelden, xxxiij s. iiij g. [3]

 

Deze betaling van 14 schellingen en 4 grooten is ongedateerd in tegenstelling tot de posten er omheen, waarvan duidelijk is dat ze uitbetaald zijn in 1598. We mogen dus wel aannemen dat deze uitbetaling in hetzelfde jaar heeft plaatsgevonden. Jan Ponce heeft aan de rederijkers drank of eten geleverd en de magistraat vergoedt deze kosten voor de rederijkers. We kunnen dit nu het eerste directe bewijs noemen van het bestaan van een rederijkerskamer in Kloetinge. Het staat namelijk nog niet definitief vast of de vermelding in de overloper van Kruiningen in 1644 over grondbezit bij ’s Heer Abtskerke toegeschreven kan worden aan een rederijkerskamer of dat er moet worden gedacht aan een weeskamer of armenkamer. Onderzoek is lopende. Maar er is meer. De rekening van Kloetinge van 1618 geeft nog meer prijs over de activiteiten van de Kloetingse rederijkers. [4]

——————————————

 

Aen Jan Jochemss[en] betaelt tgunt
de Camersgesellen vande
Rethorica by die vander weth
is toegeleght als sy gespeelt
hadden op den Goeschen ommeganck
volg[en]s dordonnantie, iij p[ond] gr[oote]n [5]

 

 

 

 

 

 

Niet alleen komen we te weten dat er in 1618, veertig jaar na de Reformatie, nog een ommegang werd gehouden in Goes, maar ook dat rederijkers uit Kloetinge er medewerking aan verleenden en dat het stadsbestuur (die vander weth) dat financieel ondersteunde. Of er vaker sprake is geweest van samenwerking tussen rederijkers uit Goes en Kloetinge weten we (nog) niet, maar gezien de geografische nabijheid ligt het wel voor de hand. Ook in 1623 speelden de Kloetingse rederijkers en werden ervoor betaald.

——————————————

Eerst betaelt by ordonnantie ofte
Last van Schouth en[de] schep[enen] tgunt
zy luyden de ghesellen vande Reto-
rica hadden toegeleght als sy ge-
speelt hadd[en] op de[n] 26en marty / 1623, ij £ iij s. iiij g.
[Linker marge:] by kennisse / ter Schout / en[de] Schep[ene] [6]

Conclusie
Het staat dus vast dat er in Kloetinge rederijkers zijn geweest. We weten nu dat ze eind 16e en begin 17e eeuw hebben gespeeld in Kloetinge en in Goes. Het is de tijd waarin grote veranderingen plaatsvinden. Vanaf 1578 worden er in Kloetinge kerkdiensten gehouden door calvinisten. Op 14 oktober 1586 doet de Hervorming in Kloetinge officieel haar intrede door de benoeming van een predikant, die al na een jaar een opvolger krijgt. Uit de archieven van de hervormde gemeente van Kloetinge blijkt dat de ambachtsheer bij de benoeming zijn invloed heeft laten gelden.[7] Hierover later meer.

KO DEK

——————————————

Noten
[1] J. Minneboo, ’s Heer-Abtskerke overloper 1589. Transcriptie, 1990. Serie Publicaties der Prae-1600 Club, nr. 34, p. 26.
[2] Pieter Jan Kole, Overloper Kruiningen 1644. Transcriptie uit het Waterschapsarchief te Goes, 2002, p. 4.
[3] Gemeentearchief Goes, toegang NL-GsGA-1.1-013, Inventaris, de archieven van de gemeente Kloetinge, 1570-1969, Goese Inventarissen nr. 13, inv.nr. 1070, 1595-1598, p. 40.
[4] Met dank aan archivist Frank de Klerk (Gemeentearchief Goes) die me attent maakte op de rekeningen.
[5] Ibidem noot 3, inv.nr. 1073 1619-1622, p. 40.
[6] Ibidem noot 3, inv.nr. 1074 1623–1625, p. 40.
[7] Gemeentearchief Goes,toegang NL-GsGA-23.2-005, Inventaris, de archieven van de Hervormde Gemeente Kloetinge, (1585)1588-1982, Goese Inventarissen nr. 5, p. 7.

——————————————

Een reactie aan Ko Dek bereikt hem via redactierederijkerszeeland@gmail.com

Via de gratis nieuwsbrief, je hoeft zelfs geen lid te zijn van de KZGW, blijf je altijd op de hoogte van de berichten van Rederijkers Zeeland.

Schrijf u hier in voor de gratis nieuwsbrief van het KZGW.

Laatst bewerkt 31 oktober 2023.

Terug naar Rederijkers in Zeeland