- Nieuws
- Collectie
- Publicaties
- Jeugd
- Werkgroepen
- Platform
- KZGW
- Contact
Ruud Lie uit Sas van Gent noemt zich als natuurliefhebber een generalist. ‘Ik weet eigenlijk van alles een beetje, maar dat vind ik juist leuk. Mijn interessegebied is gewoon heel breed.‘ Hij demonstreert dat door zowel met geologische zaken als schelpen en fossielen bezig te zijn als met planten en paddenstoelen. Ruud is, naast een aantal andere lidmaatschappen en bestuursfuncties, tot dit jaar 13 jaar secretaris geweest van de Werkgroep Geologie van het Genootschap.
‘Mijn ideaal zou zijn om net zoals Charles Darwin, een jarenlange ontdekkingsreis te maken over de wereld, zoals hij dat deed met het schip de Beagle.’ Zoals bekend duurde de reis van de Beagle, waarbij vele havens werden aangedaan, bijna vijf jaar, van 1831 tot 1836. Daarvan bracht Darwin de meeste tijd aan land door waar hij de plaatselijke natuur en geologie onderzocht. Zijn vondsten stuurde hij op naar zijn thuisfront in Cambridge. Voor de ‘Zeeuws-Vlaming’ zou het een droomreis zijn.
Exotische oorden zijn Ruud echter niet vreemd. Hij heeft van zijn eerste tot zijn zesde jaar in Indonesië gewoond. ‘Daarna zijn we verhuisd naar Den Haag. Na mijn diensttijd, solliciteerde ik bij Dow Chemical in Terneuzen, waar ik werd aangenomen. In Delft had ik daarvoor chemische technologie gestudeerd. Ik startte bij Dow als productie engineer en was 22 jaar productieleider en afdelingshoofd. Sinds 1971 woon ik in Sas van Gent.’ Of dat niet moest wennen, de overgang van Den Haag naar Zeeuws-Vlaanderen? ‘Nee hoor. Ik was geen typisch stadsjongetje, maar speelde altijd aan de rand van de stad. Vanaf een jaar of zeven was ik altijd al gericht op de natuur. Ik hou gewoon van de natuur. Weet je wat het fijne is? De natuur is overal en vaak ook zo dichtbij. Zelfs in je achtertuin kun je bijzondere dingen waarnemen.’
In Zeeland is het op de bekende vindplaatsen met haaientanden en fossielen begonnen. Maar daar is het niet bij gebleven. ‘Als ik ga wandelen in de bergen, dan ben ik bezig met planten. Daarnaast heb ik vroeger verre reizen gemaakt om schelpen te verzamelen.’ Op dit moment is de inwoner van Sas vooral bezig met paddenstoelen. Daarbij heeft een rol gespeeld dat hij ook erg van fotograferen houdt. Hij benadrukt dat er in Nederland heel veel paddenstoelen voorkomen; wel zo’n 7000 soorten. Sommige zijn heel klein, die kun je alleen met een loep goed bekijken. Ook in Zeeuws-Vlaanderen zijn veel paddenstoelen te vinden. Soms ook heel zeldzame soorten zoals de ‘Grootsporige korstviltzwam’ en een nieuwe soort voor Nederland het ‘Slanksteel Meniezwammetje.’
Verder is Ruud zeer gecharmeerd van het Zwin. Het Zwin is een slufter: een strandvlakte achter de duinen die in open verbinding staat met de zee. Direct achter de geulmonding bevindt zich het zandstrand, meer landinwaarts liggen duinen en schorren. Na het doorbreken van de duinen als gevolg van de stijgende zeespiegel bij het begin van onze jaartelling, reikte de zee tot ver landinwaarts, waar rond 700 de stad Brugge werd gesticht. In de 11e en 12e eeuw zijn er zelfs zeeslagen gevoerd tussen de Engelsen en Fransen bij Damme en Sluis. De ‘Zeeuws-Vlaming’ geeft er al vele jaren excursies. ‘Als je avontuur wilt moet je naar het Verdronken land van Saeftinghe, maar als je interesse hebt in natuur kun je heel goed terecht in het Zwin. De veelzijdigheid van de natuur is daar erg groot als gevolg van de verschillende biotopen. Ik vertel er ook over de geologie en de ontwikkeling van het kustgebied. Ik kan er dus heel veel vertellen over de ontwikkeling van het landschap en ook over de geschiedenis.’ Hij leidt ook fossielenexcursies bij het Zwin waar de oudste fossielen van Zeeland te vinden zijn. ‘Dat is heel boeiend. Ik geef eerst een presentatie, waarna ik de mensen vraag zo veel mogelijk dingen op het strand te verzamelen waarvan ze denken dat het iets bijzonders is. Daarna gaan we het met elkaar determineren en bespreken.’
Zoals gezegd is hij een generalist en dat blijkt uit de verschillende lidmaatschappen van verenigingen op uiteenlopende gebieden, zowel in Zeeland als in Vlaanderen. Om er iets uit te lichten; sinds 2004 is hij al als vrijwilliger actief voor het Zeeuws landschap. ’Het is gewoon fijn als je je interesses in de natuur met anderen kunt delen, of het nu om paddenstoelen, planten, schelpen of fossielen gaat.’ Hij zou het een goede zaak vinden als het Genootschap zich meer in Zeeuws-Vlaanderen zou presenteren. Twee jaar geleden was er een expositie van het Genootschap in Axel en dat zou het begin van een goede ontwikkeling kunnen zijn. ‘Zeeuws-Vlaanderen hoort er ook bij en het Genootschap moet er voor heel Zeeland zijn. Als we met de Werkgroep Geologie vergaderen, komt een bestuurslid van het genootschap er af en toe bij zitten. Dat laat betrokkenheid zien.’