- Nieuws
- Collectie
- Publicaties
- Jeugd
- Werkgroepen
- Platform
- KZGW
- Contact
De loopbaan van Karel Meertens verliep anders dan hij zich aanvankelijk wenste. Ondanks zijn interesse in rechten en kunstgeschiedenis, bekleedde hij in zijn werkzame leven een functie in de levensmiddelenbranche. Hij heeft dit ruimschoots kunnen compenseren door dagelijks te mogen leven in een monumentenpand, met een rijke en bijzondere historie.
Karel is een geboren en getogen Middelburger. In 1605 al werd een van zijn voorvaderen ingeschreven als poorter van de Zeeuwse hoofdstad. Zijn familie kwam oorspronkelijk uit Middelburg in Zeeuws-Vlaanderen.
Zijn vader had een in- en exportbedrijf van levensmiddelen; een bedrijf dat al in 1787 was opgericht. Hoewel Karel graag zijn rechtenstudie had willen afmaken, voelde hij zich gedrongen het bedrijf over te nemen toen zijn vader ziek werd. Hoewel hij het ook als ondernemer in de levensmiddelenbranche naar zijn zin heeft gehad kroop ook het historisch bloed toch waar het niet gaan kon. Zijn passie voor geschiedenis kon hij naar hartenlust handen en voeten geven door zijn intrek te nemen in een monumentenpand aan de Dam. Hij geniet ervan en kan er ook zijn handen uit de mouwen steken. Van het restaureren van een oude poortdeur tot het voegen van de voorgevel met een eigen recept mortel. Zeeuwse moppen metsel je nu eenmaal met schelpenkalk, witte cement en zilverzand, lekker “vet”.
Het leven in een monument is een avontuur waarin hij zich graag in wilde verdiepen. Wat is de functie van het gebouw, de architectuur, wat zit er in de beerput, wie woonden er en wat deden zij? Allemaal zaken die aan de orde kwamen tijdens de ZVU cursussen “Wonen in een monumentenpand”. Karel: ‘Een keur van specialisten geeft in 6 lessen uitleg over zaken als de geschiedenis van Middelburg, archeologie, onderhoud en verduurzaming, huisnamen, gevelstenen, wet- en regelgeving, subsidies, restauratie etc.
Het bijzondere is dat alle zaken die in de cursus aan de orde komen gedemonstreerd kunnen worden in het huis van Karel zelf, Het Gouden Cruys. Dit huis, gebouwd is in 1548, was in tweede helft van de zestiende eeuw het domicilie van de derde schutterij van de stad, ‘ Van den Bus’ , een soort burgerwacht dat in 1515 van Karel de Vijfde daarvoor het privilege had ontvangen. Bussen waren eigenlijk geweren. De schutterij oefende toen op de schietbanen in de tuin, die toen grensde tot aan de oude stadsmuur. Een gevelsteen met twee gekruisde haakbussen en twee cartouches met tekst ‘Vive l’arc B’ herinneren eraan. Begin zeventiende eeuw, in 1611, verhuisde deze schutterij naar de toen nieuwe Kloveniersdoelen, aan de rand van de stad. De cursisten -in aantal uiteenlopend van 15 tot 30 man- krijgen aan het eind van de cursus een rondleiding in Karels’ monument, waar zoals gezegd alle in de cursus behandelde aspecten samenkomen.
Een andere hobby van het KZGW bestuurslid is genealogie Natuurlijk heeft hij zijn eigen familie uitgeplozen en ja inderdaad: de Middelburger is ook een achterneef van Piet Meertens van het gerenommeerde Meertensinstutuut in Amsterdam. Daarnaast komt zijn genealogische vaardigheid ook goed van pas om de geschiedenis te ontsluiten waarmee hij in zijn eigen huis is omringd. Karel: ‘Al in de VOC tijd was hier een nering in koloniale waren gevestigd, die veel proviand voor de schepen leverde. Als je nagaat dat er in het Balkengat in Middelburg ongeveer 300 schepen voor de VOC zijn gebouwd, dan heb je een idee. Van 1870 tot 1910 heeft er een kruideniersfamilie in dit pand gewoond en gewerkt genaamd Dhont. Zij verkochten naast levensmiddelen onder meer troebelpons, een soort punch, indertijd een heel populair drankje. En natuurlijk brandewijn en jenever. De stamboom van deze familie heb ik tot in onze tijd uitgeplozen en met een nazaat, inmiddels in Canada, heb ik een goed contact. Een aantal jaren geleden is zijn familie hier gekomen en er zijn vriendschappen ontstaan.’ ‘Bijzonder is ook dat ik in het bezit ben gekomen van een brief gericht aan een familielid van Kenau Simonsdochter Hasselaer, die in dit huis heeft gewoond.’
Niet alleen heeft hij een passiegeschiedenis, maar Karel heeft ook een sportieve kant, waarvoor hij een uitlaatklep vindt in tennissen en de zeilsport. ‘Ja, ik hou van zeezeilen, ik heb geen groot schip, maar we gaan regelmatig de Noordzee op naar de overkant.’ En verder over hobbies gesproken: ‘Natuurlijk mijn kleinkinderen en sleutelen aan de Citroen 2CV’
Inmiddels is de inwoner van de stad van de Lange Jan alweer jaren betrokken bij het Genootschap, waarvan de laatste zes jaar als bestuurslid. Karel: ’Na de HBS in Middelburg heb ik een aantal jaren in Rotterdam aan de HEAO gestudeerd en later aan de toenmalige NEH, maar dat helaas niet kunnen afmaken. Toen ik terugkwam in Middelburg leek het alsof ik bijna niemand meer kende. Ik ben toen lid geworden van De Vergenoeging, leerde weer mensen kennen en werd later secretaris van de werkgroep Kunstgeschiedenis van het Genootschap, dat later opgegaan is in de werkgroep Cultuurhistorie. Daarna werd ik voorzitter van de Heemkundige Kring Walcheren en in mijn huidige rol als bestuurslid hou ik mij bezig met de werkgroep Geologie en de Commissie Communicatie en onderhoud ik de contacten met Erfgoed Zeeland, samen met de conservator van onze collectie daar.’
‘Ik vind het Genootschap vooral zo leuk omdat er zo ontzettend veel kennis bij de conservatoren zit. Iedere keer verbaas ik mij weer over de gedrevenheid, ook van de vrijwilligers en wat een prachtige collectie het Genootschap en dus ook Zeeland nu al 250 jaar in beheer heeft. Er is op dit moment veel gaande in het Genootschap. Er wordt veel aan vernieuwing gedaan. Kijk naar Tijdschrift Zeeland, de jeugdprogramma’s, collectie on-line etc. Wat nog beter kan? Wel we zouden onze sterke punten, zoals die mooie grote collectie nog veel meer moeten uitdragen naar het grote publiek. Maar daar werken we hard aan.’