uitgelicht
collectie-
stuk

In gesprek met: Harry Raad van de Werkgroep Geologie

18 februari 2023

Geboeid door schelpen:
Een vondst geeft gewoon een kinderlijk genoegen.

Sinds de jaren negentig van de vorige eeuw is Harry Raad lid van de Werkgroep Geologie van het KZGW. Fossiele schelpen hebben zich tot zijn grootste interessegebied ontwikkeld en hij kan er met enthousiasme over vertellen. Maar ook ontgaat hem de positie van de werkgroep binnen het Genootschap niet.

Harry is in 1953 geboren in Goes en bracht er zijn lagere en middelbare schooltijd door. Voor zijn studie Bosbouw ging hij op zijn negentiende jaar naar de Landbouwhogeschool in Wageningen. Na het afronden van zijn studie kwam voor hem, zoals bij zo velen, de vraag, ‘hoe kom ik met mijn diploma in de maatschappij terecht?’ In een tijd dat een baan niet voor het opscheppen lag, begon hij als vrijwilliger bij het Zuid-Hollands landschap, waar hij later een vaste aanstelling kreeg. Op zijn vijftigste nam hij daar ontslag. In Wageningen had hij zijn vriendin leren kennen en woonde met haar eerst wat jaren in Rotterdam-Zuid. Maar hoe kwam hij nu in Zeeland terecht? Wel: ‘We hadden in ‘Zuid’ een klein portiekflatje uit de jaren 40 op twee hoog en we zochten wat ruimers. In Rotterdam en het westen van het land was het moeilijk om een woning met enige grond te krijgen. We vonden in 1989 iets dat betaalbaar was in Kruiningen, op de grens met Yerseke.’

De Kruininger zette zijn leven na zijn ontslag voort als ‘ambteloos burger’, maar had het verder in de Zeeuwse contreien prima naar zijn zin. Hij sloot zich aan bij organisaties op het gebied van geologie en natuur, zoals de KNNV, die zich bezig houdt met veldbiologie. Sinds de beginjaren 90 is hij actief bij de Werkgroep Geologie van het KZGW. Hij had daar zijn meest geliefde interessegebied ontwikkeld, namelijk de fossiele schelpen.
Hoe dat zo is gekomen? Harry: ’Als kind had ik al interesse in het zoeken van schelpen. Het heeft een tijdje wat stilgestaan, maar later heb ik dat weer opgepakt en zijn er de fossiele schelpen bijgekomen. Ik kreeg ooit een proefschrift in handen van Carel Octavius van Regteren Altena, met de lange titel: Bijdrage tot de kennis van fossiele, subfossiele en recente mollusken, die op de Nederlandsche stranden aanspoelen, en hunner verspreiding. Die publicatie heeft mij enorm getriggerd.’
Hierin worden de vindplaatsen van schelpen langs de Nederlandse kust beschreven – van het Zwin tot Schiermonnikoog – en die hebben zo allemaal hun eigen karakteristieken. De zandsuppletie aan de Nederlandse kust gooit soms echter wel wat roet in het eten. In ieder geval, in de Werkgroep Geologie heeft Harry heel wat aanvullende kennis kunnen opdoen. Inmiddels is de Bevelander bij de totstandkoming van twee boeken betrokken geweest. Voor de KNNV deed hij de redactie van de uitgave De Rietput, natuurwerk bij het Goese Sas en namens de Werkgroep Geologie was hij redacteur voor het boek Zeeuwse strandfossielen.

Het laatste is een leidraad voor de prille of geoefende fossielenliefhebber, en die zal wat Zeeland betreft naar het strand moeten. Een paar stranden zijn vanouds bekend als goede vindplaats, het gaat om Cadzand/Het Zwin, de Kaloot/Rammekens en Westkapelle/Domburg. Daar spoelen fossiele haaientanden, schelpen en botjes aan. Sinds de aanvang van de grootschalige zandsuppleties zijn er vele fossielrijke stranden bijgekomen. Het karakter van de oude vindplaatsen is hierdoor, zoals al aangegeven, deels ingrijpend veranderd. Het nieuwe zand is anders en wisselend van samenstelling, zodat het steeds weer een verrassing is welke fossielen er meegekomen zijn. Het leuke van het zoeken naar fossielen zit hem in de grote variatie van soorten uit diverse diergroepen; vaak al lang uitgestorven en deels voortlevend tot in onze tijd.
Wat boeit hem nu zo in die vondsten? Wel, eigenlijk is het gewoon het kinderlijk genoegen om iets te vinden dat belangwekkend is. Ik denk dat dit aan de basis ligt. Daarnaast is er inmiddels sinds de jaren 80 zo veel informatie over wat het verhaal is achter zo’n vondst.’
Zijn mooiste? ‘Als kind, ik woonde toen uiteraard nog bij mijn ouders, vond ik een Voluta lamberti (nu: Euroscaphella lamberti) en dat vond ik toen heel bijzonder.’

Harry houdt samen met drie andere vrijwilligers een Natuurspreekuur Strandfossielen in museum Terra Maris in Oostkapelle. ‘We merken daar wel dat schelpen niet de meeste aandacht krijgen. De bezoekers zijn meer gericht op haaientandjes en oude botten. Hoe dat komt? Misschien gaat dat terug naar het oerbeeld van haaientanden als versiering op het lijf als jachttrofeeën. Ik heb daar zelf een berg schelpen liggen en de mensen kijken er naar alsof het afval is. Maar als ik dan het verhaal en de achtergronden van die schelpen uit de doeken ga doen, vinden ze het interessant.’

De Werkgroep Geologie leidt een enigszins zelfstandig bestaan binnen de constellatie van het Genootschap. Harry heeft er vele jaren bestuursfuncties bekleed -was tot januari voorzitter- en heeft een goed inzicht in de situatie. ‘Velen van de ca 75 leden zijn wel lid van de werkgroep, maar niet van het KZGW. Wij hebben niet zo veel aan een publicatie in het Archief. Wel is het nu leuk dat het tijdschrift Zeeland laatst een themanummer uitbracht over de Zeeuwse kust. Als wij zelf een artikel schrijven dan plaatsen we dat regelmatig in een orgaan van een landelijke vereniging. Dan hebben we een groter bereik onder onze specifieke doelgroepen. We hebben bijvoorbeeld goed contact met Naturalis. Ook vullen we ons eigen orgaan Voluta met vondsten en belevenissen.’
Harry vindt het een goede zaak dat het Genootschap nu wegen zoekt om meer in de samenleving te staan. ‘Ik heb wel verhalen gehoord dat bij het ontstaan van de Werkgroep Geologie, zo’n kleine 60 jaar geleden, de aspirant-leden nog werden geballoteerd. Dat is nu niet meer voor te stellen.’ Daarnaast stelt hij het zeer op prijs dat het bestuur van het KZGW contactpersonen heeft aangewezen voor de werkgroepen.

Foto Natuurspreekuur: Lex Kattenwinkel

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *