uitgelicht
collectie-
stuk

In gesprek met: conservator Veronica Frenks

16 april 2022

‘Als kind bang dat er niet genoeg boeken waren’.

‘Ik had altijd een enorme drang om de wereld te ontdekken, de wereld te leren kennen. Dat ging voor mij vooral via boeken. Als kind had ik de angst dat er niet genoeg boeken zouden zijn’.
Aan het woord is Veronica Frenks, directeur van het Museum Veere, eigenaar van het publicatieplatform Ma Plume en voor het  Genootschap conservator van de Zelandia Illustrata.

De in Vlissingen woonachtige conservator, had aanvankelijk, in plaats van het verleden, eerder de blik op de toekomst gericht. Ze was jaren actief in de biologisch-dynamische landbouw op Ter Linde in Oostkapelle, met de daarbij behorende idealen.
De lokroep van de liefde deed haar echter Zeeland verlaten en bracht haar onder meer naar de regio van Noord-west Overijssel en Drenthe, waar ze met name de Weerribben heel goed leerde kennen.  Daar deed ze journalistiek werk voor onder meer de Meppeler en de  Opregte Steenwijker Courant. ‘Ja, ik was vroeger vooral een meisje van de natuur’.

Inmiddels had ze de zorg voor een aantal kinderen, maar: ‘de dagelijkse cadans en routine  heb ik nog niet mogen ervaren. Naast de hectiek van een baan en gezin ben ik gaan studeren en wel  Romaanse taal en cultuur aan de Rijksuniversiteit Groningen. Dat was zo’n leuke studie, ik heb er zo  van genoten!’ Het hoogtepunt was haar afstudeerscriptie over het bekende renaissancewerk Discours du songe de Poliphile, oorspronkelijk bekend  onder de titel Hypnerotomachia Poliphili, waarin Veronica  de invloed van dit boek onderzocht op de aanleg van tuinen in Europa en dus ook Zeeland.

Haar relatie bracht haar na verloop van tijd weer terug naar Zeeland. Hoewel er aanvankelijk  plannen waren om een loopbaan in het onderwijs aan te gaan, kwam het Zeeuws Maritiem MuZEEum in Vlissingen op haar pad. Het resulteerde onder meer in een boekje over  de wereld van Michiel de Ruyter. Veronica: ‘Dat was een van de leukste dingen in mijn loopbaan om mij daarin te mogen verdiepen. Je moet je voorstellen, op de vloot van de Ruyter waren ook onderzoekers aanwezig. Er gebeurde zo veel meer dan dat er strijd geleverd werd, zoals bijvoorbeeld het conserveren van naturalia’. En Lachend: ’Ja, dat heeft mijn hart. Ik had zelf eigenlijk wel Plinius willen zijn, de man die Naturalis Historia schreef. Ik had dat allemaal ook wel willen beschrijven.’

Boeken, onderzoeken en het schrijven. Het is wezenlijk voor de Veerse museumdirecteur. En zo werd ze  gaandeweg haar leven de geschiedenis ingetrokken, vooral vanwege haar grote drang naar ‘ontdekken’. ‘Maar hoe meer ik van de geschiedenis te weten kom, hoe somberder ik word,’ stelt ze, hoewel ze daar wel een spagaat ervaart, want Veronica noemt zich ook een verlichtingsdenker. En als ze één plankje  met boeken zou mogen overhouden? ‘Dan zouden dat de Griekse filosofen zijn’, zegt ze stellig.

Zelf heeft Veronica in ieder geval veel geschreven en beschreven.  Haar schrijfactiviteiten bracht zij onder bij  La Plume, haar  platform voor onderzoeksresultaten en publicaties. Het is eigenlijk een vorm  van cultureel ondernemerschap, waarin zij soms ook tot eigen uitgaven kan komen. Kijkend op de website van Ma plume valt de liefde voor de (Zeeuwse) zee en de maritieme wereld op. Veronica benadrukt dat wetenschappelijk onderzoek  vooral interessant is wanneer het op een creatieve manier wordt gebracht. Zo zoekt ze voor elk onderzoek een eigen vorm bijvoorbeeld: een publicatie, tentoonstelling, lessenpakket, fotoserie of lezing. Een van de laatste projecten was de uitgave van Schilderijen en scheepjes…mijmeringen aan de kust. Het boek heeft als vertrekpunt twee aanvankelijk onbekende maritieme schilderijen uit het MuZEEum in Vlissingen waarna er een persoonlijk getinte ontdekkingsreis volgt in de 17de en 18de eeuwse maritieme geschiedenis van ons land.

Wat het Genootschap betreft is Veronica blij dat er toch weer jonge mensen afkomen op de maritieme geschiedenis. Verder merkt ze op dat niet steeds hetzelfde wiel hoeft worden uitgevonden en daarbij denkt ze bijvoorbeeld aan digitaliseringsprojecten: ‘Er zijn soms dubbelingen  en dat is niet nodig. Je hoeft niet alles voor jezelf te hebben.’ Ze kan genieten van de multidisciplinaire benadering, die soms binnen het Genootschap kan worden gedemonstreerd: ‘Laatst was er een lezing van Karel-Jan Kerckhaert over Romeinse munten. We zijn na afloop ieder vanuit onze eigen discipline in gesprek gegaan met elkaar. Daar kan ik erg van genieten.’

Zo gaat de  ontdekking van de wereld voor Veronica nog steeds door.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *