- Nieuws
- Collectie
- Publicaties
- Jeugd
- Werkgroepen
- Wetenschapsplatform
- KZGW
- Contact
uitgelicht
collectie-stuk
Natuurlijk was het een helse machine. Al het oorlogstuig zaait dood en verderf. Er zijn dan ook talloze wapens die de naam ‘machine infernale’ kregen. Het Genootschap kwam in 1810, al een jaar nadat het wapen werd ingezet, in het bezit hiervan door een schenking van J.H. Schorer, een van de directeuren van het Zeeuws Genootschap.
Deze watermijn met vuurslot was uitgevonden door de Amerikaanse uitvinder Robert Fulton (1765-1815), die ook de eerste stoomboot en een onderzeeër ontwierp. Oorlog blijkt een kwestie van handel, want nadat Napoleon liet blijken dat hij niet geïnteresseerd was in de uitvindingen van Fulton, bood de uitvinder de Engelsen zijn diensten aan. Zo kwam de mijn in Zeeland terecht.
Napoleon had Vlissingen al vroeg een grote rol toebedacht voor de invasie van Groot-Brittannië. De stad zou de thuishaven worden voor vele schepen en vanaf 1803 werden er oorlogsbodems gebouwd. Twee jaar later moest hij het aanvalsplan laten varen en kwam de nadruk op de verdediging van de Westerscheldemonding en de toegang tot Antwerpen te liggen. Dat Vlissingen, vanaf 1807 een Franse stad, een belangrijk doelwit was voor de Britse expeditie naar de Schelde van 1809, was dan ook niet verwonderlijk. Met 44.000 man en 600 schepen kwamen de Britten naar Walcheren. Vlissingen werd bestookt met pas uitgevonden wapens, zoals de congrevische pijlen waarmee de Britten de stad bombardeerden en de ‘machines infernales’, die in handen van de Fransen hadden kunnen zijn, maar nu door de Britten werden gebruikt. De mijnen met het vuurslot moesten de haven vernietigen.
De ellende was groot. 335 doden, vele inwoners hulpbehoevend, 250 panden onbewoonbaar. Van het stadhuis, twee kerken en 65 woningen resteerde slechts het puin. Het had nog erger kunnen zijn. De Britse kapitein Thomas Johnson had een mijn met het speciale ontstekingsmechanisme aan de kade bevestigd. Het mechanisme, dat aan een bakenton was vastgemaakt en 250 pond buskruit bevatte, ging niet af en werd in de Koopmanshaven op tijd ontdekt en onklaar gemaakt. Het vuurslot is opgenomen in de Collectie Online onder inventarisnummer G1920.
Veronica Frenks