uitgelicht
collectie-
stuk

17e-eeuwse tekening KZGW basismateriaal voor Taiwanese animatiefilm over Formosa

13 juli 2023

In 2024 viert Taiwan het 400-jarig bestaan van de stad Tainan en fort Zeelandia, de oudste stad van het eiland en in 1624 opgericht door de Verenigde Oost-Indische Compagnie om de handel met China te kunnen organiseren. Het National Cheng Kung University Museum in de stad heeft over de 17e-eeuwse periode een expositie georganiseerd en een animatiefilm ontwikkeld.  De basis hiervoor was een tekening die in het bezit is van de KZGW-collectie in het Zeeuws Museum.

Klik hier voor de animatie
Klik hier voor de trailer

Afbeelding: Gezicht op Taiwan ( 1645 – 1665)
Collectie Online G1694


Achtergrond (bron: https://voc-kenniscentrum.nl/gewest-formosa.html)

De Nederlandse aanwezigheid op Formosa, ook wel Taiwan genoemd, dateerde van 1624. Nadat de VOC in de eerste jaren van de 17e eeuw vergeefs had geprobeerd van de keizerlijke overheden toestemming voor de handel in China zelf ter verkrijgen, voerde zij een beleid dat trachtte zoveel mogelijk overzeese Chinese koopvaarders naar haar eigen steunpunten toe te trekken, bijvoorbeeld naar Batavia. Daartoe werden bijvoorbeeld de havens van Macao en Manilla geblokkeerd. Vele Chinese jonken werden daarbij buitgemaakt, hetgeen de verhouding met de keizerlijke bureaucratie er niet beter op maakte. In het kader van dit beleid richtte de VOC ook een basis in op de Pescadores, een groep kleine eilanden, halverwege het vasteland van China en Formosa. Toen een Chinese vloot de Nederlanders daar klem zette, trokken zij zich terug op laatstgenoemd eiland (kaart).

Het hoofdkwartier van de VOC op Formosa was het kasteel Zeelandia, dat op de zuidoostkust van het eiland gelegen was, op een plaats genaamd Taiwan. Toen de Nederlanders er kwamen woonden er nog nauwelijks Chinezen op het eiland. De inheemse bevolking was meer verwant met die van de Filippijnen dan met die van China. De VOC breidde in de eerste decennia haar gezag gestadig uit over de inheemse dorpen in het laagland aan de oostkust. Alle dorpen kregen een min of meer gelijke bestuursvorm opgelegd en de dorpshoofden uit bepaalde regio’s werden elk jaar in een landdag bijeen geroepen om onder Nederlandse leiding conflicten bij te leggen en de afkondiging van bestuursmaatregelen aan te horen. Door middel van een systeem van dorpsscholen voerde de VOC een actieve kersteningspolitiek.

Geleidelijk aan kwamen er steeds meer Chinese koopvaarders naar Formosa, vooral uit het tegenoverliggende Fujien. Vanaf 1635 vestigden zich in toenemende mate ook migranten van het vasteland op het eiland. Door nieuwe ontginningen brachten deze Chinezen de landbouw tot bloei. De export van suiker door de VOC rees nu tot grote hoogte. De toevloed van Chinezen werd vanaf circa 1645 verder gestimuleerd door de burgeroorlog in China, waarbij de Ming-dynastie door de Ching-dynastie werd verdreven. Toen de leider van de Ming-partij in Zuid-China, Tsjeng Tsjeng-kung alias Coxinga, het op het vasteland niet langer kon bolwerken, week hij uit naar Formosa. Het leger van Coxinga was meer dan tien keer zo groot als dat van de VOC. Het belegerde kasteel Zeelandia gaf zich in 1662 aan hem over. Enige jaren daarna gaf de VOC alle hoop op ooit nog op het eiland terug te keren.