- Nieuws
- Collectie
- Publicaties
- Jeugd
- Werkgroepen
- Wetenschapsplatform
- KZGW
- Contact
Deze keer gaat de aandacht uit naar de rederijkerskamers op het eiland Tholen. De aanleiding is een e-mail van de gemeentearchivaris van de gemeente Tholen, de heer F. van den Kieboom. Dankzij hem is er aan de spaarzame gegevens over deze kamers weer de nodige informatie toegevoegd en niet te vergeten, enkele prachtige foto’s van blazoenen. De aanvullingen doen veronderstellen dat er nog veel meer informatie te vinden moet zijn. Van de zeven thans bekende kamers kennen we bijvoorbeeld van slechts twee kamers de naam. Tholen verdient beter, tijd voor een overzicht.
Op 24 juni 1609 wordt het rekest van de rederijkers behandeld, waarin ze verzoeken om toneel te mogen spelen. [1] In het algemeen wordt er vanuit gegaan dat het hier handelt om de toestemming om een kamer op te richten. Het zou echter heel goed kunnen gaan om het voortzetten van een bestaande situatie met de nodige restricties. Die restricties zijn dat zy hun spellen hebben te wachten In hun Exercitien van Rethorika van alle smadige schimmige vuyle ende onneerlycke woorden ook Inde selue nyet te brengen t’gene de Religie oft policie eenichsins soude mogen aengaen en de toneelopvoeringen die ze willen gaan spelen, moeten eerst ter goedkeuring aan de baljuw voorgelegd worden.
Zie voor meer informatie Oud-Vossemeer en/of het Repertorium.
De verwarring over een bestaand blazoen is compleet. Inmiddels zijn er vermeldingen van de jaartallen 1495, 1549 en 1580. Het bord schijnt in bezit te zijn van het Zeeuws Museum, dus dit kan worden uitgezocht.
Zeer opmerkelijk is de korte vermelding in het weeskamerregister: Betaald aan de camer van Rethorica wegens de dootschult van Neelken Huijbrechts 2 stuivers. [2] De doodschuld werd betaald bij het verlaten van de kamer en in veel gevallen was dat door overlijden van het kamerlid. Het bijzondere hier is, dat het gaat om Neelken Huijbrechts, een vrouw dus! De vermeldingen van vrouwen zijn spaarzaam, mede door het feit dat er weinig vrouwen lid waren. [3]
Zie voor meer informatie Poortvliet en/of het Repertorium.
De vroegste bronvermelding is teruggebracht van 1590 naar 8 april 1552. [4]
Bekend is de strijd die de kerk op Tholen in de diverse plaatsen leverde tegen het spel der retorysxen. De acta van de NH-kerk te Scherpenisse geven hiervan een fraaie illustratie. Zo ontbreekt in september 1607 Cornelis Logierse aan den taeffel des Heeren. De schout wordt verzocht ervoor zorg te dragen dat er niet meer gespeeld wordt tijdens de predikatie en Cornelis Logierse wordt opgetrommeld. Deze laat weten ook de volgende keer niet te komen ter oorsacke dat hij mede spelen moste. De kerkeraad besluit te rade te gaan bij de classis. Op 23 december 1607 deelt men Cornelis mee dat hij de kamer van retorica behoort te verlaten. Hij zegt toe dat [hij] dat soude doen tegen Magdalenen dach (feestdag 22 juli). Hij blijkt onverbiddelijk, want 1 1/2 jaar later, op 14 april 1609, doet hij dezelfde belofte aan mr. Jasper. Andere “dissidenten” die in de acta genoemd worden, zijn Adriaen Cornelise Deep, Hans de Cuiper, Hubrecht Jansse Schram en Abraham Colen. [5]
De hiervoor genoemde mr. Jasper is Jasper Bernaerts die op 9 juni 1602 wordt benoemd tot schoolmeester in Scherpenisse. Nog steeds is niet zeker dat hij lid geweest is van de rederijkerskamer. Hij heeft echter een schrift met gedichten en liederen nagelaten en het lijkt erop dat er sinds zijn benoeming als schoolmeester een opleving is in het rederijkersleven in Scherpenisse. Ook maakte hij een ontwerp voor een blazoen (zie afbeelding). Het feit dat mr Jasper Cornelis Logierse aanspreekt op diens lidmaatschap van de rederijkerskamer staat echter haaks op de hiervoor geopperde veronderstelling.
Zie voor meer informatie Scherpenisse en/of het Repertorium.
Sint-Annaland is vernoemd naar Anna van Bourgondië, de grondlegster en eerste vrouwe van Sint-Annaland. Ze werd circa 1422 geboren als natuurlijke dochter van Philips de Goede, hertog van Bourgondië en graaf van Holland en Zeeland en Jaquelina van Steenbergen. De parochie werd vernoemd naar Anna, de moeder van Maria. Anna wordt meestal afgebeeld met haar dochter Maria, al dan niet met het Christuskind. Heeft Maria haar kind bij zich, zoals op dit in 1591 geschilderde bord van de Rederijkerskamer te Sint-Annaland, dan heet de groep St. Anna-te-Drieën. Dit motief was vooral rond 1500 populair. Klik op de afbeeldingen om te zien hoe prachtig dit blazoen is.
Naast Sint-Anna zijn de wapens afgebeeld van de kwartieren van de toenmalige ambachtsheer Karel van Bourgondië: 1. Bourgondië, 2. Manuël de la Cerda, 3. Wechin en 4. Luxemburg. Aan de keerzijde is het wapen van Karel van Bourgondië geschilderd.
In 1607 en 1608 is Lonis Corn[elis] de prins van de kamer van rethorica.
Zie voor meer informatie Sint-Annaland en/of het Repertorium.
Het weinige dat we weten, danken we opnieuw aan de kerk. Er zijn enkele gegevens bekend uit de periode 1594-1641 en ook hier gaat het om de schadelijkheid van de rederijkerskamer. De enig bekende rederijker is Esias Jansen.
Zie voor meer informatie Sint-Maartensdijk en/of het Repertorium.
De vroegste vermelding dateert van 1497-1498. Op 17 november 1597 wordt de kamer opgeheven en het laatst bekende gegeven is van 16 juni 1614 met het verzoek van de kamer om zich weer te mogen oprichten. [6] Uit de eeuw 1497-1597 zijn er wel wat gegevens bekend, maar zoals te lezen is op de website van het repertorium, leveren die nogal wat vraagtekens op. Opmerkelijk is ook die opheffing in 1597, want wat ging er hier mis waar de andere kamers op Tholen en zeker elders in Zeeland het (veel) langer volhielden?
Zie voor meer informatie Tholen en/of het Repertorium.
Westkerke is misschien wel de grootste verrassing in dit overzicht. Tot nu toe was niet bekend dat deze plaats een rederijkerskamer had. Als we het blazoen vergroten, zien we linksboven de slecht herder voor zijn schapen uitrennen, op de vlucht voor de wolf. De goede herder echter beschermt zijn schapen tegen de wolf. Dit blazoen met de goede en de slechte herder kende men al. Meertens en ook het repertorium schreven het echter toe aan Scherpenisse. [7] Nu ook de keerzijde van het bord bekend is, blijkt het te gaan om Westkerke. Andere gegevens over de rederijkers in Westkerke zijn er (nog) niet.
Zie voor meer informatie Westkerke.
Het voorafgaande toont aan dat er nog veel moet gebeuren. Dankzij de bemoeienissen van de kerk met de rederijkers ligt het in de lijn der verwachting dat zeker de kerkelijke archieven nog de nodige schatten aan gegevens herbergen evenals de rechterlijke archieven. Ben je hierdoor enthousiast geworden of geprikkeld geraakt om onderzoek te doen op Tholen, of weet je iemand die geschikt is, neem dan contact op met Jan van Loo.
[1] Ambachtsheerlijkheid Oud- en Nieuw-Vossemeer en Vrijberghe: inv.nr. 111 f. 76, Resolutie van 24 juni 1609. Het originele verzoek om toneel te mogen spelen, is niet bewaard gebleven.
[2] Weeskamerregister RAZE 5698, weesrekening over 1597, f. 102v.
[3] Andere voorbeelden zijn Petronella Cats, de gildezusters Janneken francken weduwe van Dauiet Snoeck en Jaguemynken die weduwe van Me[ester] Jan Bake. (ZA 2515 03 Veere: Rekeningenboek 1590-1659: 1590, f. 2v; 1605, f. 48r).
[4] Rechterlijk archief Poortvliet RAZE 5625, 8 april 1552, f. 133.
[5] Zie voor alle transcripties + bronnen Scherpenisse.
[6] Resolutieboek van het Archief Stad Tholen 1330-1936, inv.nr. 1 f. 53 en inv.nr. 17 f. 19.
[7] P.J. Meertens in zijn Letterkundig Leven in Zeeland, p. 121 en in navolging Arjan van Dixhoorn in zijn Repertorium van rederijkerskamers. Ook zou er nog een randschrift op staan met de tekst: Sy blijven hem gehecht Al sijn sij slecht van daden [……] con raden.
Geplaatst door Jan van Loo, 3 november 2014.