- Nieuws
- Collectie
- Publicaties
- Jeugd
- Werkgroepen
- Wetenschapsplatform
- KZGW
- Contact
Klik voor het gratis artikel
Klik voor de gratis rubriek ‘t Is vol van schatten hier
Klik voor het archief van gratis artikelen
Klik voor de jaargangen 1991-2018
Hij komt er weer aan, het nieuwe tijdschrift Zeeland. Nu zelfs twaalf pagina’s dikker dan normaal. Het bestuur had weer geen bezwaar tegen meer pagina’s; plezierig voor de lezers en ook voor de auteurs, die dan niet extra lang op het verschijnen van hun publicatie hoeven te wachten. Soms kan dat ook eigenlijk niet, als er sprake is van enige actualiteit. Dat geldt bijvoorbeeld voor het artikel over het kladschilderwerk van Arnoldus van Anthonissen. Hij deed allerlei soorten ’schilderwerk’ en in het Stadhuismuseum in Zierikzee is tot 13 november een prachtige tentoonstelling van zijn werk te zien.
Actualiteit geldt ook voor het artikel over de Vrede van Parijs in 1323, waarbij vastgelegd werd dat het gezag over Midden-Zeeland (Zeeland bewesten Schelde in die tijd) overgedragen werd aan de graaf van Holland. Samen met Noord-Zeeland (Zeeland beoosten Schelde in die tijd) was dat, volgend jaar precies 700 jaar geleden, een mooi begin van Zeeland. Het ‘vredesverdrag’, de grote perkamenten oorkonde waarin dit geregeld werd, is namelijk vanaf 1 oktober te zien in het Zeeuws Museum.
Het komende nummer valt, als alles goed gaat, eind week 36 bij u in de bus. Het begint met een ‘Voorwoord’, acht jaar geleden verdwenen en nu weer terug. De redactie vindt zoiets toch wel passend, omdat door enige toelichting op de artikelen het blad leesbaarder wordt. Dat is niet een vernieuwing, maar terug naar vroeger. De laatste paar jaar zijn er ook wel echte vernieuwingen geweest: de voor-en achterkant is aantrekkelijker geworden en de vormgeving van het binnenwerk is wat rustiger geworden. In dit nummer is er weer sprake van iets nieuws: interviews! Normaal staat bij elk artikel iets over de auteur: een soort mini-c.v. Interviews geven de mogelijkheid iets meer van de auteurs te laten zien en lezen wat makkelijker. De redactie wil graag een interessant en leesbaar blad maken en hoopt dat deze vernieuwingen daartoe bijdragen.
Wat valt er te lezen in de komende Zeeland? Het begint met een interview. Met onze voorzitter die, als u dit leest, net gepromoveerd is. Door de eeuwen heen was het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen een ontmoetingsplaats voor ‘geleerden’: mensen met een universitaire opleiding. Toen werden de leden aangeschreven met weleerwaarde, weledelgestrenge, weledelgeleerde, weledelzeergeleerde en hooggeleerde heer. Dat is geschiedenis geworden en gelukkig kan nu iedereen lid worden die in Zeeland geïnteresseerd is. Vroeger waren zo ongeveer alle voorzitters gepromoveerd (dus weledelzeergeleerd), maar er is nog nooit een zittend voorzitter gepromoveerd! Een unicum en een knappe prestatie van onze voorzitter Peter van Druenen! In het komend nummer leest u hoe hij in zijn proefschrift oude plattegronden van steden gebruikt om de vroegere inwonersaantallen van die steden te bepalen. Dit vormt een belangrijke bijdrage aan bijvoorbeeld de al lang lopende discussie over de teruggang van Middelburg en Zeeland vanaf de zeventiende eeuw.
Tegenwoordig is er een scheiding tussen beroepsmatig opgeleide beeldende kunstenaars en amateur-(liefhebber-) kunstenaars. Die grens wordt door de beroepskunstenaars scherp bewaakt; voor het grote publiek lijkt het wat minder uit te maken. Schilders die een huis van een nieuw verfje voorzien blijven tegenwoordig helemaal buiten beeld. Vroeger lag dat anders: alle schilders waren verplicht lid van hetzelfde St. Lucas-gilde en als de vraag naar portretten of landschappen wat minder was, werden vaak gebruiksvoorwerpen opgesierd, behangsels gemaakt, gemarmerd, kaarten afgezet of ook gewoon het houtwerk opgefrist. De hierboven al genoemde Arnoldus van Anthonissen was zo’n duizendpoot; hij deed alle soorten schilderwerk en netwerkte heel veel (zoals dat tegenwoordig heet) en handelde ook nog wat in kunst, als dat van pas kwam. Hij was een ‘cultureel ondernemer’ en hij heeft veel in Zeeland gewerkt. Naast de gebruikelijke schilderijen marmerde hij bijvoorbeeld hout en beschilderde hij wapen-en rouwborden, brandemmers, vlaggen, kaarten; alles waar iets aan te verdienen was. U leest in ons blad over hem en in het fraaie stadhuismuseum in Zierikzee loopt op dit moment een tentoonstelling. Zeker de moeite waard om te bezoeken.
In 1403 spoelde er op het eiland Cadzand een tuimelaar aan, een klein soort walvis. Een bofje voor de vissers die hem vonden, zou je denken. Zeezoogdieren die aanspoelden waren veel geld waard. Maar, van wie was die tuimelaar eigenlijk en wie kreeg de opbrengst van de verkoop? Toen, net zoals nu, moesten strandvondsten gemeld worden bij de strandvonder; die regelde de zaak verder. In het artikel wordt uitgebreid beschreven welke regels in de Middeleeuwen golden en hoeveel ruimte er was voor de vinders om de regels een beetje in hun voordeel om te buigen. De vissers deden dat gewiekst en hielden er een leuk centje aan over.
In 1323 droeg de graaf van Vlaanderen de zeggenschap over Zeeland bewesten Schelde (=Walcheren, Noord- en Zuid-Beveland) over aan de graaf van Holland. Die was al graaf van Zeeland, maar slechts van een deel: Zeeland beoosten Schelde. Hij werd zodoende graaf van Holland en (een groter) Zeeland. Zeeuws-Vlaanderen kwam natuurlijk niet mee, het bestond als zodanig nog niet. Er werden afspraken voor de overdracht vastgelegd en een compensatiebedrag vastgesteld voor de te missen inkomsten van de Vlaamse graaf. Alles is op een perkamenten oorkonde, met veel zegels eraan, vastgelegd. Die grote oorkonde, belangrijk voor de geschiedenis van Zeeland, gaat uitgeleend worden door het archief van Rijssel (Lille) en is vanaf 1 oktober in het Zeeuws Museum te zien. Jurian Bazen is hierop aan het promoveren en in het komende nummer van Zeeland leest u een interview met hem, hij vertelt meer over deze gebeurtenis en hij geeft ook vertalingen van delen van deze bijzondere akte. Alles te lezen in het komende nummer.
In de ‘Schatten’ wordt weer aandacht geschonken aan voorwerpen in de rijke collecties van het Genootschap. Eerst is er aandacht voor de vorskwabben in de natuurhistorische collectie: vissen die een beetje op hele grote kikkervisjes, dus (kik)vorslarven lijken. Bioloog Dr. J.G. de Man, zoon van een voorzitter van het Genootschap (en onder meer ook conservator naturalia), ging na zijn studie op het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie te Leiden te werken. Sociaal was hij niet vaardig en de directeur gedroeg zich jegens hem ongepast. Het ging De Man op zijn zenuwen werken en hij ging weer thuis wonen. Later ging hij op zichzelf in Yerseke wonen en werd hij conservator voor de naturalia van ons Genootschap. Een vorskwab was een van de eerste schenkingen die hij deed. Er waren toen nog maar een paar vorskwabben uit ons land bekend, dus de vondst uit de Oosterschelde was heel bijzonder.
In de Verenigde Nederlanden, de Zeven Provinciën, was de muntslag gecentraliseerd. Elke provincie had in de hoofdstad een Munt. In Vlaanderen hadden veel steden hun eigen Munt. Vóór de overdracht van Zeeland bewesten Schelde aan de Hollandse graaf in 1323 was Middelburg belangrijk genoeg om een eigen, Vlaamse Munt te hebben. Er werden daar dus Vlaamse munten (mailles) geslagen. Het Genootschap bezit een aantal van zulke munten; deze wordt in een ‘Schat’ besproken.
Het laatste deel van het blad is, zoals altijd, gevuld met besprekingen van boeken die alleszins de moeite waard zijn om kennis van te nemen. Het zijn er ditmaal zeven. Toen Walcheren na de oorlog droogviel moest de Tuin van Zeeland weer aangekleed worden. Maar wel anders, geen heggen tussen de percelen meer, maar alleen maar langs de wegen. Nico de Jonge was erbij betrokken. Later was hij in Zeeland betrokken bij de landinrichting van Walcheren, Schouwen-Duiveland, Veerse Meer, Veerse Bos, Grevelingen en de Braakman. Hij werd hoogleraar in Wageningen. Zijn biografie wordt besproken.
Frans Naerebout, de koene mensenredder, heeft nu een hele mooie biografie. Niet alleen zijn leven wordt erin besproken, maar ook de situatie in de stad Vlissingen in zijn tijd. Pensioenen waren er in die tijd niet en hij moest op zijn oude dag nog werken als lichtwachter en sluismeester in de Wilhelminapolder bij Goes. Hij had daar een onopvallend en karig bestaan, maar ons Zeeuws Genootschap kwam er achter en gaf hem een mooi geldbedrag en de Koning een onderscheiding. Uiteindelijk kreeg hij ook een mooi graf in de Grote of Maria Magdalenakerk in Goes en later een standbeeld in Vlissingen.
Kick Uitgevers heeft wel een heel bijzonder handelsmerk: grote loodzware boeken. Model gewassen grindtegel. Het eerste deel ging over Tholen; het tweede, net verschenen en hier gerecenceerde boek, gaat over Noord-Beveland. Niet gewoon over Peeland, maar ook over Noord-Beveland in Zeeland en in de wereld. Een grote hoeveelheid informatie is, goed leesbaar, bijeen gebracht; veel informatie gaat over zaken waar Noord-Beveland maar beperkt bij betrokken was. De landbouwcrises aan het eind van de 19e, het kruis bij Valkenisse, de namen van alle uit Zeeland weggevoerde joden, waterwerken in Japan: alles is uitvoerig gedocumenteerd, waardoor het ook een Zeeuws boek is.
Het boek over de Zeeuwse wijnhandel ‘Van Oxhoofd tot kattekop’ is een bundel opstellen waarin allerlei aspecten van de wijnhandel besproken worden, het begint met de eerste wijndrinkers in Zeeland (de Romeinen) en het eindigt met wat er gebeurt als de wijn niet tijdig opgedronken wordt: azijn. Daar tussen in zitten bijdragen over bijvoorbeeld de wijnhandel van Arnemuiden, over de organisatie van de wijnhandel via een gilde, over siervoorwerpen die met wijn verband houden, over de kuipers. Wijnhandel in de breedste zin dus.
Chiel Jacobusse schrijft al heel lang over de natuur in Zeeland in de PZC. Hij schrijft veel en leuk en in dit boek ‘Zeeuwse Natuurbelevenissen’ zijn 75 nog niet eerder gepubliceerde teksten gepubliceerd. Hij is nu met pensioen, maar heeft meer dan veertig jaar in de Zeeuwse natuur gewerkt (bij Het Zeeuwse Landschap). De verhalenbundel is daarom ook een reis door die tijd, ‘a sentimental journey’. Het is verdrietig om te lezen hoe mooi het vroeger was, maar ook verheugend om te lezen wat er tegenwoordig voor mooie natuur ontstaan is. Er zit ook veel vreugde in de verhalen over allerlei soorten planten en dieren.
Het volgende besproken boek is de biografie van Jan van den Bosch, 1830-1850. Drie generaties Van Den Bosch waren directeur van het bekende landbouwbedrijf De Wilhelminapolder. Jan was elf jaar toen hij naar Neuwied in Duitsland gestuurd werd om daar onderwijs te volgen bij de Hernhutters. Na vier jaar was hij weer thuis. De Latijnse School en toen, als achttienjarige naar Amerika. Twee jaar later overleed hij. Van Jan zijn maar liefst 85 brieven bewaard en die vormen de basis voor deze biografie. Jan was een goed waarnemer en daardoor kon er een mooi beeld geschetst worden van de jaren in Nederland, maar bijvoorbeeld ook de wijze waarop de Verenigde Staten verder vorm kregen.
Het laatste besproken boek is Engelstalig: ‘Knowledge and Culture in the Early Dutch Republic. Isaac Beeckman in Context’. Isaac Beeckman (1588-1637) was van eenvoudige komaf, maar door zijn scherp verstand kon hij maatschappelijk opklimmen; hij werd uiteindelijk rector aan de Latijnse school in Dordrecht. Hij correspondeerde met allerlei geleerden en zijn invallen en gedachten noteerde hij en zo ontstond een handschrift dat in de negentiende eeuw door ons Genootschap werd aangekocht. Het hier besproken boek is een neerslag van een in 2018 in Middelburg gehouden congres. Allerlei aspecten van wetenschapsgeschiedenis en wetenschapsfilosofie komen aan de orde. Zo beschrijft en analyseert Huib Zuidervaart in zijn bijdrage hoeveel het intellectuele leven in Middelburg rond het jaar 1600 bijdroeg aan de algemene wetenschapsontwikkeling van die tijd.
Afbeeldingen
– Plattegrond van Vlissingen, getekend door Robert Adams, 1588 (British Library, Shelfmark: Cotton MS Augustus I ii 105).
– Arnoldus van Anthonissen, Het Landt van Schouwen en de annexe polders, met geheel Duyvelandt, 1682, olieverf op doek, 165,5 x 241,5 cm. Collectie en foto: Stadhuismuseum Zierikzee, inv. nr. 1324.
– ‘Hil’-tuimelaar in Adriaan Coenen, Het Walvischboeck, 1585. Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience/flandrica.b
– De officiële akte van de Vrede van Parijs (1323), met de zegels van (van links naar rechts): Graaf Willem III van Holland, Henegouwen en Zeeland, Graaf Lodewijk I van Vlaanderen en Nevers (Collectie Archives départementales du Nord, Lille).
– Maille van de stad Brugge (GM3687, Ghyssens 416).
– Pot met vorskwab (NHG98-178).
Het tijdschrift Zeeland verschijnt vier maal per jaar met artikelen over geschiedenis, cultuur, natuur en economie van de provincie, de mededelingen van bestuur en werkgroepen, besprekingen van publicaties over Zeeland en een agenda van culturele evenementen in de provincie. Een abonnement op het tijdschrift is onderdeel van het lidmaatschap van het Zeeuws Genootschap. Van elke editie wordt een artikel online beschikbaar gesteld aan niet-leden: klik hier voor het overzicht (2017-2019).
Wilt u op een artikel reageren?
Dat kan door een e-mail te zenden naar gerard.heerebout@gmail.com.
Uw reactie wordt door de redactie van Zeeland behandeld, en in het blog gepubliceerd, zodat ook andere lezers ervan kennis kunnen nemen en/of reageren.
Oproep
Aan alle auteurs en fotografen die artikelen of foto’s hebben gepubliceerd die opgenomen zijn in Tijdschriftenbank Zeeland (http://www.tijdschriftenbankzeeland.nl ). Mocht u bezwaar maken tegen publicatie van uw artikelen of foto’s in Tijdschriftenbank Zeeland, dan kunt u dit kenbaar maken aan de ZB| Bibliotheek van Zeeland.
Artikelen (downloads voor niet-leden)
2022
Zeeland 2022-3: gratis artikel
Zeeland 2022-3: gratis schat
Zeeland 2022-3: samenvatting van de inhoud
Zeeland 2022-2: gratis artikel
Zeeland 2022-2: gratis schat
Zeeland 2022-2: samenvatting van de inhoud
Zeeland 2022-1: gratis artikel
Zeeland 2022-1: gratis schat
Zeeland 2022-1: samenvatting van de inhoud
2021
Zeeland 2021-4: gratis artikel
Zeeland 2021-4: gratis schat
Zeeland 2021-4: samenvatting van de inhoud
Zeeland 2021-3: gratis artikel
Zeeland 2021-3: gratis schat
Zeeland 2021-3: samenvatting van de inhoud
Zeeland 2021-2: gratis rubriek ’t is vol van schatten hier
Zeeland 2021-2: samenvatting van de inhoud
Zeeland 2021-1: gratis artikel
Zeeland 2021-1: gratis rubriek ’t is vol van schatten hier
Zeeland 2021-1: samenvatting van de inhoud
2020
Zeeland 2020-4: gratis artikel
Zeeland 2020-4: gratis rubriek ’t is vol van schatten hier
Zeeland 2020-4: samenvatting van de inhoud
Zeeland 2020-3: gratis artikel
Zeeland 2020-3: gratis rubriek ’t is vol van schatten hier
Zeeland 2020-3: samenvatting van de inhoud
Zeeland 2020-2: gratis artikel
Zeeland 2020-2: gratis rubriek ’t is vol van schatten hier
Zeeland 2020-1: gratis artikel
Zeeland 2020-1: gratis rubriek ’t is vol van schatten hier
2019
Zeeland 28.4 – Hemmes, J., ‘De oorkonde uit 976’, vertaling met nieuws over vroeg Zierikzee
Zeeland 28.3 – Timmermans, K., Zeewier: de oplossing voor alle problemen?
Zeeland 28.2 – Leupen, P., Waar komen de ambachtsheren eigenlijk vandaan?
Zeeland 28.1 – Soer, R., Het medische Rammekens
2018
Zeeland 27.4 – Eckhardt, H., ‘Op de bres voor de Zeeuwse zes’, een Zeeuws vlinderbeschermingsproject (2013-2018)
Zeeland 27.3 – Graaff, B. de, Zeeuwen in Zuid-Afrika
Zeeland 27.2 – Haart, J.M.H. van, Een vorstelijk paleis in Middelburg. De La Rue’s rondleiding door huize Van Dishoeck, 1733
Zeeland 27.1 – Zuidervaart, H., Het door George Sterlin in 1650 vervaardigde academisch spreekgestoelte van de Middelburgse ‘Illustre School’
2017
Zeeland 26.4 – Jonge, H. de, Het Hemelse Rijk van John Abraham Otte
Zeeland 26.3 – Bakker, J., Biggekerke en een vrouwelijke Mondriaan. Marlow Moss en netty Nijhoff-Wind
Zeeland 26.2 – Kraker, A. de, Zes eeuwen stormvloeden en overstromingen in de zuidwestelijke delta (II). Een kwestie van perceptie
Zeeland 26.1 – Feldbrugge, A., Het is een man en we noemen hem Nico. Een middeleeuwse grafplank ging door een 21ste-eeuwse CT-scanner