Uit-
gelichte
foto
Blog 110 Heinkenszandse rederijkers duiken op in 17e eeuwse kerkenraadsnotulen

Terug naar overzicht blogs

 

Het is alweer een jaar geleden. Ik loop op Koningsdag op de vrijmarkt in Goes, speurend langs boekenkraampjes. Ik vind er een boek over Heinkenszand, geschreven door Jan de Ruiter[1]. Omdat ik in Heinkenszand woon en bovendien geïnteresseerd ben in historische geografie (Heinkenszand is ooit als eiland begonnen) neem ik het boek mee. Thuis wacht me een verrassing: ik tref in het boek een paragraaf aan over rederijkers in Heinkenszand. Mijn belangstelling is gewekt, want over die rederijkers is nog niet veel bekend.

Wel weten we dat de rederijkers van ’s Gravenpolder in 1628 een bezoek aan Heinkenszand brachten. Verder is er in 1697 een proces gevoerd tegen Cornelis Menheere vanwege “teater spelen”. In 1703 wordt er weer tegen hem geprocedeerd. Hij staat dan bekend als de kastelein van herberg De Toelast. Deze feiten worden vermeld op de site van de Projectgroep Rederijkers Zeeland onder het kopje Heinkenszand.[2]  Al snel is duidelijk dat ik naar het Gemeentearchief van Borsele moet, daar is de primaire bron te vinden.

En zo zit ik een paar dagen later voor het eerst sinds 35 jaar weer kerkenraadsnotulen (jawel, dat blijkt de primaire bron) te lezen, niet echt mijn favoriete lectuur, zo herinner ik me.[3] Maar dit is anders, zo blijkt al snel. Wat ik lees speelt zich allemaal af in de tweede helft van de 17e eeuw. Hoofdrolspelers zijn de protestantse kerkenraad van Heinkenszand aan de ene kant en gemeenteleden die vasthouden aan hun tradities aan de andere kant. Er blijkt in Heinkenszand nog een levendige rederijkerscultuur te bestaan. Uit de notulen van 10 juni 1677 blijkt dat het niet alleen katholiek gebleven inwoners van Heinkenszand zijn die bijeenkomsten van de rederijkers bezoeken, maar ook “gemeentleden”. Die laatsten behoren dus tot de protestante gemeente en hechten blijkbaar nog aan oude tradities uit het katholieke verleden. Het is deze groep mensen die wordt getroffen door een verbod om deel te nemen aan het heilig avondmaal. Ze worden van het avondmaal “afgehouden”, zo staat genoteerd. Archivaris Ali Barth schrijft in de inleiding behorende bij het archief van de Nederlands Hervormde Kerk van Heinkenszand “…dat de Reformatie op Zuid-Beveland niet zonder slag of stoot plaats vond. De bevolking was er in de woelige 16e eeuw de katholieke eredienst toegedaan en niet bepaald reformatorisch gezind, zoals op Walcheren wel het geval was…. “. Verder: “…de protestanten organiseerden zich snel, maar het was zeker niet zo dat de bevolking en masse overging van katholiek naar protestant”. [4] De 17e eeuwse kerkenraadsnotulen laten de botsingen en wrijvingen zien die bij dat overgangsproces horen.

Fragment kerkenraadsnotulen 10 juni 1677.

aengesien een deel natuerlijcke paepse menschen weder haer rethorijckspelen
hebben gedaen, met een groote toeloop van alderhande soorte van menschen, jae
oock van zommige leden deser gemeinte, sal op deselve gelet, en om haer ijdel-
heit, en zondig vermaeck van de tafel des heeren werden afgehouden.

De plek waar de rederijkers in Heinkenszand bij elkaar komen is herberg “De Toelast”. Het gebouw staat er nog steeds en ligt op de kruising van de Dorpsstraat en Stenevate.

Herberg De Toelast (anno 2025: restaurant Chez Torino). Foto: Ko Dek.

Op 6 januari 1693, Driekoningenavond, zal in de Toelast[5] een uitvoering van de rederijkers gaan plaatsvinden. De kerkenraad is daar zeer op tegen en voert de druk op, zoals uit de notulen van 2 januari 1693 blijkt. Er wordt wederom  gedreigd met het niet toelaten tot het heilig avondmaal indien men niet op zijn schreden terugkeert.

 

Fragment notulen kerkenraad 2 juli 1693.

dat tot Corn[eli]s van de Zanden toekomende maendage (op drije
koningen avont) de Rhetoriq soude gespeelt werden, en om
dat hij niet van sinne is tselve te laten, niet tegenstaende
dat de p[re]dicant hem met veele en lange redenen heeft trachten
te overtuijgen, soo ist eenpaerigh gevoelen van den Eerw[aerde]
k[erc]kenraet den selven Van den Zanden met sijn vrouwe de
H[eilige] Tafel te ontseggen, tot dien tijt dat hij t selve
quaet heel uijt sijn Huijs sal geweert hebben

Eind 17e eeuw is er in Heinkenszand dus nog sprake van een levendige rederijkerscultuur. Dit stuit de kerkenraad zeer tegen de borst.  Heinkenszandse rederijkers en de bezoekers van hun bijeenkomsten worden in de notulen van 19 juni 1695 zelfs met name genoemd.

Fragment kerkenraadsnotulen 19 juni 1695.

Vermits dat over t Vogel schieten, ganse Knuppelen, en
t sien van de Rhetoriq in dese gem[ein]te van veele
leden gr[o]te ergernis is gegeven, soo is daer op geresol-
veert dat al die leden van t wustige gilde sijn
geworden, te weten, Joos van Houte, Simon Jobse, Tho
mas Stoudorpe, en die aenschouwers van de Rheto-
riq sijn geweest te samen d’H[eilige] tafel sullen werden ont-seijdt, als Adriaen Snap, Jacob Wagenaer, P[iete]r Duisselaer,
Jan Thijsse, Jan de kramer, de H[uis]vrou van Joos van Houte, To
Leuntje dignisse de H[uis]vrou van Jeras de Metselaer

We leren hier drie namen kennen van Heinkenszandse rederijkers, namelijk Joos van Houte, Simon Jobse en Thomas Stoudorpe. Jan de Ruiter noteert in zijn boek nog fijne details, zo is toeschouwer Adriaen Snap in zijn werkzame leven ook koster en voorzanger van de Hervormde kerk, terwijl toeschouwer Joos van Houte de plaatselijke schout is. Het geeft een mooi beeld van beslissingen die individuen nemen. Je voelt al aankomen dat Adriaen Snap op het matje geroepen zal zijn voor een stevig gesprek. Predikanten en kerkenraadsleden hebben, zo blijkt uit de uitgebreide opmerkingen in de notulen, bij wijze van spreken wakker van gelegen van die Heinkenszandse rederijkers. Toch lijkt het er bij het ingaan van de 18e eeuw op dat de rust wat neerdaalt en de onderlinge verhoudingen wat soepeler worden, zo wijzen de notulen van 21 december 1697 uit. De leden van het rethoricagilde mogen weer aan het heilig avondmaal deelnemen. Deelnemers aan het vogel schieten blijven (voorlopig?) buitengesloten.

Fragment notulen kerkenraad 21 december 1697.

art: 5
is geresolveert dat die in het gilde sijn wel sullen werden
versoght tot het avondtmael des heeren maer die in de treijn
van de voogel te schieten in die gemeene sonde mede gaen
sullen niet werden versoght en die gene nogh geen lidtmaadt
sijnde en niet willende belooven dat sij met den gemeenen
treijn niet sullen mede gaen dat soo daenige niet sullen
werden als lidtmaadt der gemeijnte aengenoomen.

Botsingen zoals die hierboven zijn beschreven tussen kerkenraad en gemeenteleden, zijn terug te voeren op het invoeren na de Hervorming van het “censura morum”. Dit betekent dat de kerkenraad zich afvraagt of er binnen de kerkenraad ambtsdragers zijn (en na de generale synode van Dordrecht 1618/1619 gaat het steeds vaker ook over gewone leden van de gemeente) die door hun handel of wandel niet waardig zijn om aan het avondmaal deel te nemen. En wat dat waardig zijn dan inhoudt zal van kerk tot kerk en van tijd tot tijd verschillen. Over overspel, dansen, gokken, zondagsarbeid, openbare dronkenschap bestond geen twijfel. In Heinkenszand (en waarschijnlijk ook in andere plaatsen) hoorden ook het lidmaatschap van het rederijkersgilde en het bezoeken van hun activiteiten tot die onwaardige handel en wandel. Op grond daarvan kon men mensen uitsluiten van deelname aan het avondmaal, meestal voor een bepaalde periode, totdat de persoon in kwestie tot het juiste inzicht gekomen is.

Na 1697 zwijgen de notulen over rederijkers en hun activiteiten. Is een achterhoedegevecht tot zijn eind gekomen? Is er sprake van een soepeler kerkenraad? We weten het niet, de notulen geven in dit geval geen uitsluitsel.
Ik ga in nu naar huis met een andere kijk op kerkenraadsnotulen. In elk geval die van Heinkenszand bieden voor wat betreft de 17e eeuw een fraaie blik op een samenleving waarin nieuwe godsdienstige normen en oude instellingen op zoek zijn naar nieuwe evenwichten.

Ko Dek
april 2025

Met dank aan Kees ’t Hart voor wat betreft zijn opmerkingen over het kerkrecht.

Noten:

[1] J. J. de Ruiter, Heinkenszand, land van achttien polders, Goes, 1999. p.70.

[2]  https://kzgw.nl/wetenschappelijke-artikelen/heinkenszand/

[3] GA Borsele, Archief Nederlands Hervormde Kerk Heinkenszand, inv.nr. 1.

[4] A. Barth. Inleiding Archief Nederlands Hervormde Kerk Heinkenszand, p.3.

[5] https://goesdronk.nl/wiki/De_Toelast#Geschiedenis

 

Via de nieuwsbrief van het KZGW blijft u altijd op de hoogte van de berichten van Rederijkers Zeeland. Ook zonder lid te zijn van het KZGW kunt u zich via deze link voor de nieuwsbrief inschrijven.

Terug naar Rederijkers in Zeeland