- Nieuws
- Collectie
- Publicaties
- Jeugd
- Werkgroepen
- Wetenschapsplatform
- KZGW
- Contact
In 1603 bezoeken zeven gildebroeders van de Veerse rederijkerskamer Mijssus Scholijeren de stad Middelburg om met hun collega’s van de kamer Het Bloemken Jesse een wedstrijd te houden. [1] Het rederijkersrekeningenboek van Veere maakt het enigszins mogelijk ons een voorstelling te maken van het verloop van deze onderneming. [2] De reis van Veere naar Middelburg vergt in die dagen een uur gaans. Bij aankomst gaan de gezellen eerst een biertje drinken inde kleene souijtkeete. [3]
noch betaelt an bijer als wij naer mijddelborch
gijngen om prijs te wijnnen inde kleene
souijtkeete als Wij eerst in quamen – iiij s.
Daarna gaan zij op pad naar hun wedstrijd. Aangekomen op de Markt lopen zij richting het stadhuis. De Rethorie-kamer bevindt zich er tegenover in het verlengde van de Noordstraat. Bij het binnentreden van het pand komen ze in een gang met aan de rechterkant een zaaltje, de ruimte waar de Middelburgse Rethorykers wekelijks bijeen komen. De inrichting ziet er goed verzorgd uit met zijn vaste banken met kussens. En net als bij de schuttersgilden hangt er aan de muur een enorm schilderij op ’t welke de koppen van eenige oude Regenten en Leden deezer Confrerie geschildert staan. [4] In deze ruimte zal de strijd gestreden worden. [5]
Informatie over het verloop van de wedstrijd is er niet, maar de Veerse gezellen betalen 5 schellingen an drie refereijnen int nette te doen stellen an [J]oosten de backer doen wij gijngen om prijs te wijnnen (….) tot vereerenge van de kunste. Deze afschrijver Joost de Backer komt niet voor in de gildelijst van Veere, evenmin als in die van Middelburg, wel wordt daar in 1602 de deken Joos de Vivere vermeld. Uiteindelijk behalen onze Verenaren een prijs voor het zingen, wellicht met de bovenvermelde refereinen. Na afloop van de wedstrijd laten zij zich in de donkere straten van Middelburg begeleiden met een lantaarn door de zot van de Middelburgse kamer naar hun slaapgelegenheid int tvlijes daer wij slijepen. [6]
De volgende dag gaan ze op pad om hun prijs voor het zingen te halen, waarbij een goed glas wijn gedronken wordt. Voordat ze weer vertrekken naar Veere moet er natuurlijk ook gegeten worden. Dat doen ze weer in Tvlies. Ze doen zich tegoed aan een echt Zeeuwse maaltijd met mosselen en vis. De heren zijn voldaan, want ze geven zelfs een fooi aan de dienster en tevreden keren zij huiswaarts…
[1] Het is niet bekend of er nog andere kamers deelnamen aan de wedstrijd.
[2] ZA 2515 03, ff 41r-43r.
[3] www.middelburgdronk.nl kent alleen het lemma Soutkeet waarmee het pand De Groote Zoutkeet bedoeld wordt. Of het bij De Kleene Souijtkeete om een andere herberg gaat, is onduidelijk.
[4] Zeelands chronyk-almanach, voor’t jaar 1786, 1020-1022. Schotel weet nog te melden dat er maar liefst 36 rederijkers op dit schilderij staan afgebeeld: Schotel, G.D.J., Geschiedenis der rederijkers in Nederland, deel 2, Rotterdam 1871, 172. De hamvraag is: Wat is er gebeurd met dit schilderij nadat het pand in 1816 werd afgebroken?
[5] Het staat niet vast dat de wedstrijd gehouden is in de Rethorie-kamer.
[6] Een herberg of drankgelegenheid met deze naam heb ik niet kunnen vinden. Wel aangetroffen in Axel: Middelburg: huis en erf gen. “Het Gulden Vlies”in de Latijnschestraat, 27 mei 1724 in: Index op transporten Axelambacht, oost van de Blije, 1720-1728 (inv.nr. 685), een bewerking van Roelinde Stoffels-de Soet.
Geplaatst door Jan van Loo op 25 maart 2014.