uitgelicht
collectie-
stuk
Blog 72 De Vlissingse brief
Auteur(s) op 26 november 2019
Trefwoord(en) , ,
Discipline(s) ,

Terug naar overzicht blogs

Eerweerdige wyse voorsienige Heeren

Onderstaande brief [1], afkomstig van en getranscribeerd door de werkgroep Walcheren, is de moeite waard om eens nader te bekijken. Het origineel schijnt trouwens een tijdje zoek geweest te zijn, een reden te meer om hem hier te bespreken. De brief is een verzoekschrift van de rederijkerskamer De Blaeu Acolye in Vlissingen. De prins en de dekens van de kamer vragen aan de magistraat (de baljuw, de burgemeesters en de schepenen) om een nieuwe deken te kiezen uit de twee namen die zij voordragen ter vervanging van een aftredende deken.

Eerw[eerdige] wyse voorsienege Heeren

Bailliu Burgem[eeste]rs ende Schepene[n]
der Stadt Vlissinge

Verthoont met alle ootmoet den Prins en Dekens beij
van t’redens-broederschap, genaempt blau-acoleij
alsoo Abram van Hee, v[er]cooren was tot Deken
haest twee Jaer heeft gedient, den tyt bynaer v[er]streken
en alsoot wel behoort, dat ouer dese maets
een ander t’ampt bedient, in den afgaendens plaets
soo isset dat wij dan, Eerbiedich ons nu keeren
v[er]soucken met ootmoet, aen uw Eerw[eerdige] Heeren
dat ghij de redens-maecht, in haer v[er]souck gerieft
en kiessen wt deestwee, een die U E[delen] belieft,

Salemon Claessen V[er]sterre     IIIIII
Joos de Joode de Jonge                IIIII

[Linkermarge:] *i of [16]31  /  *s[er]e[n] [?]  /  *r sijn
De tekst in de linkermarge is grotendeels verloren gegaan. Het gaat om een ander handschrift dan in de brief en ook de kleur van de inkt is niet dezelfde. Vermoedelijk is het een notitie van een klerk van de magistraat. Door de onderstreping bij de bovenste regel kan gedacht worden aan een getal (jaartal), het komt wel vaker voor dat er een punt staat op de 1. Waarom dan 1631 zal hieronder blijken. Van de tweede regel valt nauwelijks iets te maken. Zonder de complete woorden en tekst blijft iedere uitleg louter speculatie.

De Blaeu Acolye

Welke wetenswaardigheden over de Vlissingse rederijkerskamer kunnen we aan de weet komen naar aanleiding van deze brief? Het eerste wat opvalt, is dat de brief geschreven is op rijm.  Het ingediende verzoek is namens de prins en de dekens van de kamer. Hoeveel dekens er waren, blijft hiermee in het ongewisse, in 1641 waren dat er twee naast de prins, een facteur en drie ouderlingen. [2] Verder blijkt dat het in Vlissingen gebruikelijk was dat een deken twee jaar dienst deed. Als de veronderstelling van 1631 juist is, is Abram Hee dus van 1629-1631 deken geweest. De beslissing van de magistraat zal uiteindelijk opgetekend zijn in het resolutieboek van de stad, maar ook de brief zelf laat zien wie er gekozen is. Bij stemmingen was het gebruikelijk om voor elke stem een verticale streep te zetten en we zien dat er zes strepen voor Versterre staan en vijf voor De Joode de Jonge.

Personalia

Abram van Hee: geen informatie aangetroffen. In 1641 is er wel een ouderling met de naam Abraham van Eede. [3]

Of Joos de Joode de Jonge heeft geleden onder het feit dat hij niet verkozen werd als deken, zullen we nooit weten, maar in 1641 was Joos de Jode de prins van de kamer. [4]

Salemon Claessen Versterre wordt op 30 juni 1626 ingeschreven in het lidmaatregister van de Nederduitsch-gereformeerde kerk in Vlissingen. Vermelde bijzonderheden: hij heeft belijdenis gedaan en is j.g. (jong ghezel) van Haerlem. ‘Jong ghezel’ betekent dat hij op het moment van de inschrijving ongehuwd is. Hij woont in de Slijkstraat. [5] Deze inschrijving maakt een datering van de brief in 1631 aanvaardbaar, maar met wat nog leesbaar is in de marge, blijft dat toch onzeker. Het feit dat Joos de Joode in 1641 prins van de rederijkerskamer is, betekent in ieder geval dat we met de jaren tussen 1625 en 1650 een redelijke datering te pakken hebben. En voor het geval dat onze zienswijze zelfs blijkt te kloppen, is Salemon Claessen Versterre deken geweest van 1631-1633.

Bronnen

[1] Stads (Gemeente)bestuur Vlissingen I, 1505-1914, toegang 100, inv.nr. 229. Het toegevoegde nummer 778 is het zogenaamde regestnummer en is niet vereist bij de bronvermelding.
[2] Vlissings Redens-lust-hof, beplant met seer schoone en bequame oeffeningen, (…..). Alles uytgegeven by de reden-camer tot Vlissinge, de Blaeu Acolye, Den geest ondersoecket al. Tot Vlissinge, by Iacob Iansz Pick, boeck-verkooper op de Beurs. Anno MDCXLII. Vlissingen 1642, f. ***1v. Het afgebeelde blazoen van de kamer staat in deze publicatie voorin.
[3] Ibidem.
[4] Ibidem.
[5] DTB Vlissingen 21 (NG Lidmatenregister 1613-1633), K 482, f. 100.
Salemon Claessen Versterre dient niet verward te worden met Samuel Claeys Versterre die ook in Vlissingen woonde. Niet alleen zijn voornaam verschilt, maar als uitgever/boekverkoper woonde hij in de ‘Vergulden Bijbel’ aan de Oostzijde van de haven. En hij treedt in 1623 al in het huwelijk. [Informatie over Samuel is van de Vlissingse archivaris Ad Tramper in een mail van 13 mei 2019 en van de site van de Koninklijke Bibliotheek (KB): Short-Title Catalogue, Netherlands (STCN)]

Geplaatst door Jan van Loo op 26 november 2019.

Terug naar Rederijkers in Zeeland

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *