- Nieuws
- Collectie
- Publicaties
- Jeugd
- Werkgroepen
- Wetenschapsplatform
- KZGW
- Contact
In het vorige blog hebben wij een oproep geplaatst om vrijwilligers te werven die onze werkgroep komen versterken. Vooral in het westen van Zeeuws-Vlaanderen hebben wij nog mensen nodig, bijvoorbeeld rond de stad Sluis. Welke uitdagingen vinden we daar als het om de rederijkers gaat? Dat wordt vooral duidelijk als we met enige voorbeelden laten zien wat er al gevonden is.
De eerste bron met informatie is het Repertorium van rederijkerskamers in de Zuidelijke Nederlanden en bij Sluis vinden we onder andere de volgende informatie: in 1441 en 1442 werden er in Sluis toneelwedstijden georganiseerd. In 1483 deed een combinatie van gezellen van de rederijkers en het schuttersgilde mee aan een wedstrijd in Hulst. Aan het landjuweel in 1496 in Antwerpen nam ook een kamer uit Sluis deel, in 1613 aan een wedstrijd in Amsterdam en in 1641 deed De Distelbloem uit Sluis mee met een wedstrijd in Vlissingen. Na 1683 zijn er geen gegevens meer. Of er in 1441 al sprake is van een volwaardige kamer is onduidelijk en hetzelfde geldt voor 1483. Wat ook een vraag is of we in het geschetste tijdsverloop met een en dezelfde kamer te maken hebben.
Intrigerend is de volgende bron, een charter uit 1626. Voor de schepenen van “Sluijs Waterrecht en[de] Nieumuyden” verschijnt het echtpaar Christoffel Beertolff en Catelyne Backhuys die “bekenden wel en[de] deuchdelyck schuldich te zijn aen en[de] ten profyte vanden deken en[de] gemeene gildebroeders vant gilde van Onser Lieven Vrouwen Snee ofte Rethorica deser stede over welcke gilde comparerende Vaernaert Aertsen onder deken tselve accepterende eene somme van acht ponden Vl[aem]s capitaels”. Deze schuldbrief bevat een schuldbekentenis aan het gilde van Onze Lieve Vrouw ter Sneeuw ofwel het gilde van Rethorica van deze stad.
Hebben we hier met een (nog onbekend) rederijkersgilde te maken? Het wordt nog boeiender als we Slusana Sacra van de hand van C.C.A. Juten raadplegen. Daarin lezen we dat dit gilde aanvankelijk Onze Lieve Vrouw der Klerken heeft geheten en in 1329 al bestond. Ook dan is onzeker in hoeverre de gildeleden hebben deelgenomen aan opvoeringen bij processies of van toneelstukken.
Tot slot is er nog het handschrift van de samensteller / schrijver Augustijn van Hermichem uit 1585. Een zeer bijzonder handschrift, elke bladzijde kent een identieke indeling: er is een tekening van een mythologische figuur + een stadswapen met daaronder een tekst over die figuur op rijm en daaronder weer een tekst (eveneens op rijm) over de betreffende stad. Het gaat vooral om Vlaamse steden. Waarom is Sluis opgenomen in dit handschrift, wie was Augustijn van Hermichem, wat kunnen we herleiden uit de tekst bij Sluis, is er verband met rederijkers en zo ja, welk?
Nieuwsgierig gemaakt? Geprikkeld geraakt? Neem dan contact op met Jan van Loo.
– Charter Sluis 1626
– Sluis 1585
– Slusana Sacra: G. C.A. Jutten, Annales de la Société d’Émulation 1903, p.197.
– Bron afbeelding 1: de charter bevindt zich in het stadsarchief van Sluis.
– Bron afbeelding 2: handschrift van Augustijn van Hermichem uit 1585: UB Gent, Hs. 888, f. 5.
Geplaatst door Jan van Loo op 18 oktober 2013.