uitgelicht
collectie-
stuk
blog 100 Het Brugse Vrije en De Vier Ambachten
Auteur(s) op 31 maart 2023
Trefwoord(en)
Discipline(s) ,

Terug naar overzicht blogs

Inleiding

In blog 97 staat een aantal veranderingen in 2023 voor Rederijkers in Zeeland genoemd, die inmiddels in gang zijn gezet. Maar sinds kort is er nog meer veranderd. Het onderzoeksgebied is aan de noordkant van Zeeland uitgebreid met Sommelsdijk, omdat die plaats vroeger Zeeuws was. De tijdsperiode die tot nu toe werd onderzocht, is 1400-1650 en dat blijft zo. Wel is ook daarin een wijziging aangebracht in de vorm van een toevoeging. Deze bestaat uit de bestudering van de geschiedschrijving in de negentiende eeuw over de oudere kamers, dus die uit de jaren 1400-1650. Dat roept meteen de vraag op, kan er nog meer veranderd of toegevoegd worden? Welkom in het honderdste blog waarin nieuwe ontdekkingen onthuld worden.

 

Vrouwe Rethorica op het titelblad
van het statuut van Sommelsdijk
uit 1624.

Op naar het zuiden

Laten we ons richten op het zuiden van Zeeland, in casu Zeeuws-Vlaanderen. Als je – net als bij Sommelsdijk – het verleden als toetssteen neemt, krijg je de vreemde situatie dat Zeeuws-Vlaanderen tot grofweg eind zestiende eeuw zou moeten afvallen, want dit gebied behoorde indertijd tot Noord-Vlaanderen. Het westelijk deel bestond uit ‘Het Brugse Vrije’ en het oostelijk deel uit ‘De Vier Ambachten’. We vinden het echter normaal dat in het rederijkersonderzoek Zeeuws-Vlaanderen beschouwd wordt als een deel van Zeeland. Zou om die reden het onderzoek niet ook naar dat verleden moeten kijken in plaats van alleen naar het hedendaagse Zeeland?

West-Zeeuws-Vlaanderen

Bij het Brugse Vrije denk ik meteen aan het unieke handschrift van de rederijker en Bruggeling Adriaen Vander Brugge die leefde van 1664-1727. Meer informatie over hem en zijn werk is beschreven in blog 53 uit 2017. Hoewel er al transcripties van zijn werk zijn gemaakt, moet het overgrote deel uit dit omvangrijke handschrift van ongeveer 500 folia nog aangepakt worden. Het voordeel van het manuscript is, dat het zeer gevarieerd is en het geschrevene is ook nog redelijk leesbaar. Wie pakt het op?

Aanhef “Lof der Vrouwen’, fol. 498 van Adriaen Vander Brugge.

Oost-Zeeuws-Vlaanderen

Voor het oosten is er de mogelijkheid om De Vier Ambachten in hun geheel tot onderzoeksterrein te nemen. Voor degenen die niet bekend zijn met dit gebied, het gaat om het toenmalige Oost-Vlaanderen en van oost naar west hebben we achtereenvolgens het Hulsterambacht, het Axelerambacht, het Boekhouterambacht en het Assenederambacht. Op het kaartje van ing. Brand is te zien dat ze in het noorden grenzen aan de Schelde en in het zuiden aan het huidige België tot sommige zelfs een eind over de grens met België. En om deze laatste gaat het dan, dit zou de uitbreiding aan de zuidgrens van Zeeland kunnen worden.

En dat betreft dan het Assenederambacht en het Boekhouterambacht. We zijn gewend om in stadsrekeningen te zoeken voor de steden, maar voor de ambachten, zeg het platteland, zijn er de ambachtsrekeningen. Is het de moeite waard om die te doorzoeken? Deze vraag kan ronduit bevestigend beantwoord worden gezien het navolgende. [1]

Het Assenederambacht

Op vastenavond 1540 krijgen diversche jonghers 3 pond betaald omdat zij voor het publiek een gheestelic spel vertoochden. [2]  Met ‘jonghers’ worden jongemannen bedoeld, waarbij gedacht moet worden aan een leeftijd tot vijfentwintig jaar. Een plaats wordt niet genoemd, dus het zal wel om Assenede gaan. Een geestelijk spel speel je niet zonder meer, dus er zal ook sprake geweest zijn van een gezelschap. In 1565 staat wel duidelijk vermeld dat het gaat om jonghers vander prochie van Assenede, die op vier oktober een mooi batement speelden. [3] Zij ontvingen daarvoor 12 pond Parisis (zie de afbeelding hieronder).

ARAB, RK 41818, Assenederambacht 1565/66, fol. 12 recto.

Maar ook andere plaatsen uit het Assenederambacht komen voor, zo is te lezen in de rekening van 1564 dat de jonghers vande prochie van Eertvelde ghespeelt ende vertoocht hadden seker schoon batementspel. Zij voerden hun toneel op voor de schepenen en de gedeputeerden en ook zij werden beloond met 12 pond Parisis. [4]

De noten verwijzen naar het Algemeen Rijksarchief te Brussel (ARAB). Hoewel Brussel een leuke stad is, hoeft men niet af te reizen naar dat archief voor de genoemde ambachtsarchieven. Zij staan op de computer in de studiezaal van het Zeeuws Archief in Middelburg en in het Historisch Informatiepunt (HIP) te Terneuzen.

Het Boekhouterambacht

Tot nu toe zijn bovenstaande gegevens onopgemerkt gebleven, maar er is nog meer en wel in de ambachtsrekeningen van het Boekhouterambacht. In 1536 is er sprake van een optreden van den ghesellen vanden rethorijke in hoofscheden. [5]  En in 1537 staan Die vande retorijcke te Bouchoute vermeld. [6] En op 15 augustus 1538 op ons Vrouwen dach (Maria ten Hemelopneming) krijgen de rederijkers van Boekhout 2 pond en 10 schellingen Parisis op last van de schepenen. [7] In 1548 organiseren en geven die van rethorijke binnen der parochije van Bouchaute voor de heren van de parochie enkele opvoeringen [8] en in 1552 wordt er 4 pond Parisis uitbetaald aan diverssche jonghers in hulpe ende in verlichtinghe van huerlieder groote oncosten die zijlieden Ghedoocht hebben int vertoghen van seker spel van retorijcke opden sacramentsdach ter heere vanden sacramente. [9]

Conclusie

Bij Anne-Laure van Bruane zal men in haar dissertatie en publicatie ‘Om beters Wille’ vergeefs zoeken naar de namen van de plaatsen Assenede, Boekhout en Ertevelde en dus worden die ook niet vermeld in het repertorium op de DBNL. Maar dat betekent noch geen heureka voor nieuwe ontdekkingen, want op de site van Het internationaal Verbond van Kamers van Rhetorica, staan twee van de drie plaatsen vermeld. Bij Boekhout geven ze aan dat de oudste vermelding dateert van 1564. Onze gegevens hierboven zijn alle van voor die datum, dus toch een primeur. Bij Assenede geven ze als oudste vermelding 1519, onze vondsten zijn van jonger datum en daarbij wordt niet expliciet aangegeven dat het om rederijkers gaat.

Tenslotte

Aangezien de hier besproken plaatsen grotendeels thuishoren in onze onderzoeksperiode 1400-1650 en behoorden tot De Vier Ambachten, verdienen ze zeker een plaats in het onderzoek naar de rederijkers in Zeeland. Er zijn namelijk nog meer van die plaatsen en sommige onderhielden contacten met Zeeuwse plaatsen en ongetwijfeld zullen ze elkaar over en weer ook beïnvloed hebben.

Noten

[1] Met dank aan Adrie de Kraker die deze posten onder mijn aandacht bracht.

[2] ARAB, RK 41795, Assenederambacht 1540/42, fol. 8 verso.

[3] ARAB, RK 41818, Assenederambacht 1565/66, fol. 12 recto.

[4] ARAB, RK 41817, Assenederambacht 1564/65, fol. 12 recto.

[5] ARAB, RK 42402, Boekhouterambacht 1536/37.

[6] ARAB, RK 42403, Boekhouterambacht 1537/38.

[7] ARAB, RK 42404, Boekhouterambacht 1538/39.

[8] ARAB, RK 42412, Boekhouterambacht 1548/49.

[9] ARAB, RK 43516, Boekhouterambacht 1552/53.

 

Geplaatst door Jan van Loo op 14 februari 2023.

 

terug naar Rederijkers in Zeeland

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *