- Nieuws
- Collectie
- Publicaties
- Jeugd
- Werkgroepen
- Wetenschapsplatform
- KZGW
- Contact
Van de KZGW-conservator voor de collectie Boeken, Paul Aarssen, heeft het Zeeuws Genootschap recentelijk een verzameling van 17 penningen ten geschenke ontvangen. Deze penningen heeft hij gered uit de boedel van de kunstenares Roline Wichers Wierdsma (Franekeradeel 1891 – Domburg 1970), vanaf 1921 wonend en werkend in Aagtekerke. Zij was tot 1933 ook conservator voor de collectie Schilderijen voor het Zeeuws Genootschap.
Vijf van deze penningen zijn door haarzelf gemaakt, de overige komen uit haar persoonlijke verzameling en zijn voor een groot deel propaganda-penningen betrekking hebbend op de Eerste Wereldoorlog. Bijzonder zijn een drietal experimenten van haar hand, waarschijnlijk daterend van het jaar 1919. Ze woonde en werkte toen nog in Hilversum, waar ze leerling is geweest van o.a. Ferdinand Hart Nibbrig en Willem van Konijnenburg. Deze proefstukken zijn in lood gegoten, de diameter is ongeveer 10 centimeter. De keerzijde is blanco en daarom niet afgebeeld. Op deze penningen is de stijl die ze gebruikt in haar latere penningen al goed te herkennen. Op de eerste is prachtig gestileerd ‘ANNO MCM XIX’ te herkennen. De tweede stelt een druiventros voor met onder het loof de letters MA en TRI, de derde heeft een drietal klokken onder een kroon met daaronder het jaartal MCM XIX.
In 1928 heeft ze een penning gemaakt ter gelegenheid van het 10-jarig huwelijk van Mr. J.A. Heyse en J.E.H Tak. Zij bewoonden de buitenplaats Overduin in de buurt van Serooskerke. Op de voorzijde de datum: MCM / XXVIII / 26 MEI met daaronder twee leeuwen. Daaromheen IOHANNA ELISABETH HVBERTHA TAK. VROUW V. Mr. IOHAN AVGVST HEYSE. Op de keerzijde tien staande leeuwen met in het randschrift VW TIENDE KROON JAAR WORDT EEN JONGE DAG. De bronzen penning heeft een diameter van 156 centimeter en weegt 535 gram.
Roline werd in de jaren ‘30 enthousiast over de ontwikkelingen zoals die in Nazi-Duitsland plaatsvonden. Lo van Driel gaat daar in zijn boek Cultuur wordt Kultuur, Culturele collaboratie in Zeeland uitgebreid op in. Hij maakt daarin ook melding van de tenlastelegging in de tribunaalzitting van 1946 dat ze een penning had gemaakt voor Herman Göring voor de prestaties van zijn Luftwaffe. Deze, vermoedelijk unieke, penning kon later niet worden getraceerd maar in deze schenking is hij nu toch tevoorschijn gekomen. Het getuigt van de grote invloed die de Duitse overheerser op de denkwereld van Roline had.
Op de voorzijde een schild met daarop een geharnaste arm met een ring in de hand. Op de bovenrand zit een adelaar met gespreide vleugels. In het randschrift de tekst DAS GIGANTISCHE WERK UNSERES FÜHRERS IN DEN STURMEN DES KRIEGES SICHERN UND VOLLENDEN ZU HELFEN IST SCHÖNSTE / AUFGABE UND HÖCHSTE PFLICHT ALLER DEUTSCHEN. Op de keerzijde een kaart van het toenmalig Duitse Rijk met de jaartallen van verovering. In het randschrift de tekst HERMANN GÖRING REICHSMARSCHALL DES GROSSDEUTSCHEN REICHES.
In haar eigen verzameling zaten ook 8 penningen die betrekking hebben op de gebeurtenissen in de Eerste Wereldoorlog (1914-1918). Deze penningen bieden inzicht in de manier zoals de Duitse, Oostenrijkse en Hongaarse bevolking naar de oorlog keek.
De Duitse kunstenaar Walther Eberbach (1866-1944) heeft een gietijzeren penning gemaakt die de gruwelijkheden op het slagveld van Verdun uitbeeldt. Op de voorzijde de dood die de beschouwer in de ogen kijkt terwijl hij soldatenbloed in de grond pompt. Daarnaast een bajonet in de grond geprikt. Daarboven VERDUN DIE WELTBLUTPUMPE 1916. Op de keerzijde een cartouche van slagaderen waar bloed uit drupt. Daarbinnen DEM / GENERAL PETAIN / UND SEINEN / HILFSVÖLKERN / AUS ALLER / WELT / 1916. In de rand de landen van de geallieerden en hun koloniën.
Van de Hongaars/Duitse kunstenares Elisabeth von Esseö (1883-1955) bezat Roline 4 penningen. De eerste daarvan is een propaganda-penning met een lofzang op de kracht van het Hongaarse leger.
Op de voorzijde een naakte Hongaarse krijger met zwaard in de rechterhand tussen het wapenschild van Hongarije en de Stephanskroon. Daaromheen VIRTVTE HOS – TEM SVPERO (Door de deugd van superieure kracht). De keerzijde heeft twee vechtende leeuwen onder de tekst ANNO DOMINI MDCCCCXVII. In de afsnede de naam van de maker.
Van Elisabeth zijn er ook 3 die gemaakt zijn ter gelegenheid van de overname van de regering door Karel I na de dood van zijn oudoom keizer Franz-Joseph I. Karel werd koning van Hongarije onder de naam koning Karel IV en keizer als Karel I van Oostenrijk. Karel zag de uitzichtloosheid van de oorlog in en kwam in 1917 al met vredesvoorstellen. Deze werden zowel door de Duitse keizer als door de geallieerden verworpen.
De eerste penning toont Karel IV met de Stephanskroon ter gelegenheid van de kroning op 30 december 1916. Daaromheen CAROLUS • IV • AP • REX • HUNGARIÆ. Op de keerzijde Karel IV te paard met opgeheven zwaard. Daarachter het wapenschild van Hongarije en de signatuur van Elisabeth van Esseö. Eromheen IN MEMORIAM XXX DECEMB A DOM MCMXVI. Op de tweede penning staat Karel als keizer van Oostenrijk en koning van Hongarije. Deze beeldenaar werd ook gebruikt voor medailles als beloning van vertoonde moed. De keerzijde heeft een adelaar onder de keizers- en koningskroon van Oostenrijk-Hongarije.
De derde penning is de personificatie van het Hongaarse koningschap verbeeld door koningin Maria van Hongarije (1382-1392) met de Stephanskroon naar rechts. Daaromheen DOMINE • PROTEGE • REGNVM • MARIANVM • HVNGARIAM. Op de keerzijde twee naar elkaar gewende beeltenissen van gevleugelde Victoria met in de ene hand het wapen van Hongarije en in de andere de Stephanskroon. Boven de kroon ANO – DOM, eronder het jaartal 1916.
Van de Duitse medailleur Karl Goetz (Augsburg 1875 – München 1950) had Roline 3 penningen in haar collectie. De eerste betreft een penning gemaakt ter gelegenheid van de ondergang van de Lusitania. De Duitse marine had een cordon van onderzeeboten gelegd rond Groot-Brittannië om wapenleveranties van de Verenigde Staten aan de Britten tegen te houden. Zij waarschuwden dat elk schip dat het cordon zou willen doorbreken getorpedeerd zou worden. De Lusitania was een passagiersschip van de Engels-Amerikaanse Cunard Line waarvan het ruim was uitgebreid om ‘admiraliteitsgoederen’ te kunnen vervoeren. Op 7 mei 1915 werd het schip door de Duitse onderzeeër U20 getorpedeerd. Binnen 18 minuten was het schip gezonken, van de 1962 passagiers aan boord verdronken tijdens de ramp 1198 mensen.
In de Verenigde Staten zorgde de ramp voor sterke anti-Duitse gevoelens bij de bevolking en werd opgeroepen de oorlog te verklaren. Karl Goetz maakte ter gelegenheid van deze ramp onderstaande penning voor de Duitse propagandadienst met de beschuldiging dat de Britten de passagiers gebruikten als dekmantel voor wapentransporten. Om de woede van de Amerikanen niet verder te voeden gaf de Duitse regering opdracht om uitgifte van deze penning onmiddellijk te staken en al gedistribueerde penningen terug te halen. Dit is gebeurd, maar penningen verspreid buiten Duitsland konden niet worden ingenomen. Uiteindelijk werd de ruzie om de Lusitania gesust, de VS werden pas later de oorlog ingezogen.
Voorzijde: Ticket loket met daarachter de dood, met daarvoor een grote menigte die een ticket wil kopen. Bovenaan de tekst GESCHÄFT ÜBER ALLES. In de krant in de handen van een van de passagiers U/BOOT/GEFAH[R]. Keerzijde: de R.M.S. Lusitania vergaat in de golven. Daarboven KEINE BANN WARE. In de afsnede DER GROSSDAMPFER LUSITANIA DURCH EIN DEUTSCHES TAUCHBOOT VERSENKT / 5 MAI 1915.
De andere twee penningen van Karl Goetz betreffen de Russische revolutie. De eerste toont de gekroonde buste van Tsaar Nicolaas II naar rechts. Achter het hoofd een knoet met het handvat links. Daaromheen DER • ABGEDANKTE • SELBSTHERRSCHER (de afgezette autocraat).
Op de keerzijde de Russische keizerstroon, met in de rugleuning de keizerlijke adelaar en de letter N, omgegooid door een beer met een gebroken ketting in zijn bek. Hij wordt aangemoedigd door een soldaat met brandende fakkel in de rechterhand. Rechts: 15 Mærz, links 1917. Daaronder de signatuur van de medailleur.
Het tweede exemplaar toont twee handen die de omgekeerde Russische keizerskroon vasthouden. In de kroon aandelen en bankbiljetten. Daarboven 1914, eronder ALLES FÜR DEN GROSSEN SCHLAG. Dit verbeeldt de buitenlandse investeringen in de Tsaristische oorlogsindustrie. Op de keerzijde staat John Bull als personificatie van Engeland huilend om het Russische volk (de bebaarde man met bezem die bankbiljetten in een kist veegt). Op de kist een vlag met daarop een muts. Op de vlag SOWJET VOLKRAT, 10 JAN 1918. Alle investeringen in de Tsaristische oorlogsindustrie zijn in dat jaar in één klap waardeloos geworden, wat in het toenmalige Duitse Rijk voor leedvermaak heeft gezorgd.
In de verzameling zaten verder nog vier penningen van (ogenschijnlijk) minder belang:
1. Een penning die vlak voor de dood van Roline is uitgegeven door de firma DRU (Diepenbrock en Reigers Ulft) ter ere van Nicolaus Copernicus (1472-1543). Op de keerzijde rond het beeldmerk sterren en planeten.
2. Een penning op graaf Jan van Nassau ter gelegenheid van de viering van de 300ste verjaardag van de Unie van Utrecht.
3. Een penning van de Franse medailleur George-Henri Prud’homme gemaakt ter gelegenheid van de eerste solovlucht over de Atlantische Oceaan door Charles Lindbergh in 1927.
4. Een niet-geïdentificeerde geëmailleerde Duitse penning. De emaille-laag is ver vergaan zodat op de voorkant de afbeelding en de tekst grotendeels onleesbaar zijn.
KZGW-conservator Munten en Penningen Rien Sanderse