- Nieuws
- Collectie
- Publicaties
- Jeugd
- Werkgroepen
- Wetenschapsplatform
- KZGW
- Contact
1. Aquarellen Bertha Ogterop
Van de heer A.A. de Veer ontving het Genootschap een mapje met dertig losse aquarellen en tekeningen van paddenstoelen en zwammen, aan het eind van de negentiende eeuw gemaakt door de Middelburgse Bertha Ogterop (1860-1936). Sommige zijn zelfs voorzien van aantekeningen over de vindplaats en de datum waarop zij ze vond, waardoor zij inzicht geven in de stand van de Walcherse natuur rond de eeuwwisseling.
Bertha Ogterop werd in 1892 als een van de eerste vrouwen tot directeur van het Zeeuws Genootschap benoemd en was jarenlang conservator naturalia. In die functie schijnt zij zich vooral beziggehouden te hebben met het herbarium. Jaarverslagen indienen was echter niet haar sterkste kant, zodat we helaas weinig zicht op haar verdere werkzaamheden aan de collectie hebben. Wel weten we dat zij in 1905 ernstig ontstemd was over de wijze waarop de concierge de collectie gipsen zwammen en paddestoelen, die in 1903 door mevr. J.M. van der Lek de Clercq-de Jonge van Ellemeet was geschonken (Collectie online BP073), door de war had gegooid zodat de samenhang met de etiketten verloren was gegaan. Determinatie was hierdoor zeer moeilijk geworden. Wellicht dat nader onderzoek van haar aquarellen parallellen met deze schenking opleveren.
Dat de natuur haar zeer boeide, blijkt ook uit drie kinderboekjes waarvoor zij illustraties maakte en die in de Zeeuwse Bibliotheek te vinden zijn: Een klaverblad van vier (1887), Duifjes en bokjes (1895) en Uit de natuur (ca. 1900). Of Bertha Ogterop ook tekeningen van stukken uit de Genootschapscollectie maakte, is niet bekend. Ook van haar schenkingen aan de collectie kon er slechts één getraceerd worden: een ei van een fitis (BP001-11). De aquarellen die de heer De Veer het Genootschap schonk, zijn alleen daarom al een zeer welkome aanvulling.
2. Een Middelburgse familieverzameling
Van de heer E.P. Velhorst ontving het Genootschap een groot aantal objecten van zijn uit Middelburg stammende voorouders. Naast een achttiende-eeuwse zilveren pillendoos en naaldenkoker gemaakt door de Middelburgse zilversmid Gijsbertus Roelofsen, kregen wij ook een zilveren pillendoos met afbeelding van het Paviljoen in Domburg alsmede twee zilveren lepels en vorken met de initialen van leden van de familie Rispaljé. Uit deze familie zijn ook een olieverfportretje met drie kinderen van rond 1859, een portret van een vrouw en twee ingekleurde zegenwensen uit de eerste helft van de negentiende eeuw afkomstig. De oorkonde met de poorterseed door Pieter Jacobus Stiggelbout op 19 augustus 1797 in Veere afgelegd vertegenwoordigt een eerdere generatie. Daarnaast behoren tot deze schenking tekeningen en objecten – waaronder drie kristallen bokalen met inscripties – afkomstig van de Middelburgse graveur en leerling van de Teeken Akademie, Adriaan Gerrit van Prooijen (1796-1854) en zijn echtgenote Neeltje Gerrardina Blaaubeen.
De objecten zijn toegevoegd aan het bruikleen met het Zeeuws Museum, de oorkonde en zegenwensen hebben een plaats in de handschriftencollectie in de Zeeuwse Bibliotheek gekregen evenals een versje op generaal Destombe, gezongen op 1 december 1830 tijdens de overtocht met de stoomboot van Middelburg naar Zierikzee en enkele brieven van ene Laura te Middelburg aan haar ‘Beste Fransman’ gedateerd 28 november 1917 en 5 maart 1918. De portretten door Van Prooijen van ‘Meester Mertens’ uit 1815 en Jannetje Wisse uit 1818 werden samen met een portret van Van Prooijen zelf, een tekening van de Lange Jan en tien prentbriefkaarten van Middelburg rond 1890 aan de Zelandia Illustrata toegevoegd.