Uit-
gelichte
foto

Schenking: objecten uit Nieuw Guinea

12 maart 2025

De collectie Volkenkundige voorwerpen is onlangs uitgebreid met een schenking van gebruiks- en siervoorwerpen uit Nederlands Nieuw-Guinea (tegenwoordig Papoea) door dhr. E. van Sluijs te Middelburg. De voorwerpen zijn afkomstig van diens oom Dirk Metselaar (1914-2006).

Dirk Metselaar was tropenarts, gepromoveerd te Leiden in 1957 op een onderzoek naar malaria in Nieuw-Guinea. Hij  was als hoofd van de Afdeling Malariabestrijding verbonden aan de Dienst Gezondheidszorg in Hollandia (tegenwoordig Jayapura). Metselaar publiceerde over malariabestrijding door middel van DDT- bespuiting in het gebied rondom het Sentanimeer en kreeg eervolle onderscheidingen voor zijn werk, waaronder de prestigieuze Eijkman Medaille. In Zeeuwse en landelijke kranten werd melding gemaakt van zijn verrichtingen. Na de overdracht van Nieuw-Guinea aan Indonesië in 1963 was hij werkzaam als viroloog bij de afdeling Tropische Hygiëne van het Koninklijk Instituut voor de Tropen in Nairobi (Kenia).

Metselaar, van een van oorsprong Zierikzeese familie, is geboren te Rotterdam en was getrouwd met de Middelburgse verpleegster Titia van Sluijs. Na een oproep aan Nederlandse artsen zich beschikbaar te stellen voor Nieuw-Guinea, meldde Metselaar zich en vertrok als gouvernementsarts naar Nieuw-Guinea. Tot hun vertrek was hij van 1940 tot 1948 huisarts te Kamperland. Voor de ARP zat hij vanaf 1946 in Provinciale Staten van Zeeland.

De Nederlands Nieuw-Guinea-collectie van het KZGW is relatief groot (circa 50 voorwerpen) en omvat vooral gebruiksvoorwerpen, wapens en sieraden, waarvan sommige tot de oudste in Nederland behoren. Ze zijn meegekomen met de expedities van de schepen Triton in 1828 en Etna in 1858. Aanvullingen uit de 19e en 20e  eeuw zijn afkomstig van Zeeuwen die aldaar werkzaam waren, zoals zendeling Dirk Bout en employé van een baggermaatschappij Clemens van Kempen. Recentelijk is nog een klein vuistbijltje, meegenomen door een dienstplichtig militair, aan de collectie toegevoegd.

De schenking van Van Sluijs omvat zes voorwerpen afkomstig van dr. Metselaar, die ze in Nieuw-Guinea had gekregen of gekocht in de omgeving van het Sentanimeer en de Humboldtbaai (nu Yos Sudarsobaai) in noord Nieuw-Guinea. Behalve een kralenschort, waren geen van de andere voorwerpen tot nu toe in de collectie te vinden. Het fraaie kralenschort van kleine glaskraaltjes, ook wel schaamschort of dansschort genoemd, is voorzien van kenmerkende geometrische patronen en afgezet met rode katoenen lintjes. Zoiets werd gedragen tijdens ceremoniën, voornamelijk door vrouwen, maar ook wel door mannen. Van oudsher waren ze versierd met schelpjes, maar door overzeese contacten kwamen gekleurde glaskralen naar Nieuw-Guinea. Een smalle gordelband van geklopte boombast is eveneens versierd met vele fijne kraaltjes.

De sagoklopsteen is een conische gepolijste stenen kling van zwartgroen stollingsgesteente met een uitgeholde mond. De steen wordt vastgezet in een houten steel als sagoklopper (een soort bijl). Met dit gereedschap wordt het zachte merg uit de bast van de sagopalm geklopt. Sagomeel of palmmeel is het hoofdbestanddeel van het voedsel in Nieuw-Guinea. Verder is er een peniskoker, een zo typerend object van de Papoea’s, veelal gemaakt van een uitgeholde lange, dunne kalebas. Deze is van een minder gebruikelijke korte, dikke vorm (ook wel penisdop genoemd) en heeft een ingebrande versiering. Tenslotte zijn er nog twee met een stukje gevlochten rotan bijeengehouden haarpinnen met eenvoudige ingekerfde versiering, en een haarkam met drie tanden, eveneens van een weinig voorkomend type.

Kortom, een mooie en welkome aanvulling, die in bruikleen zal worden gegeven aan het Zeeuws Museum.