Uit-
gelichte
foto

In gesprek met Bettina Ketels-Boom, redactielid Archief en Werken

17 april 2023

Een gesprek met Bettina Ketels-Boom, redactielid van Archief en Werken, het oudste nog bestaande tijdschrift van Nederland, draait vooral om twee zaken. Het gaat over haar betrokkenheid bij het onderwijs en het vak waarin zij les geeft: de klassieke talen.  Deze laatste lopen als een rode draad door haar bestaan en hebben haar ook naar Zeeland geleid.

Bettina komt uit een onderwijsgezin. Haar vader was leraar scheikunde en haar moeder werkte op de lagere school. Haar vader had ook een grote interesse in geschiedenis. Zijn keuze voor scheikunde was vooral pragmatisch. Bettina was de enige in de familie die wel voor het geschiedkundige aspect koos. Op het ongedeeld VWO in Etten-Leur kwam ze in de brugklas voor het eerst in aanraking met Latijn. ’Ik vond die klassieke talen apart. Ik vond ze aparter dan de moderne vreemde talen als Engels Duits en Frans. Bovendien, wanneer je gevoel hebt voor taal, kun je bij de klassieke schrijvers je hart ophalen.  Als je die teksten leest van bijvoorbeeld Plinius; zijn woordspelletjes: geweldig! Ook Ovidius was een waanzinnige woordkunstenaar met zijn veelheid aan verrassende klanknabootsingen. Hij laat in zijn tekst het gekwaak van kikkers duidelijk horen.’ Ze verwijst naar de tekst over de boeren die in kikkers veranderd waren. ‘Quamvis sint sub aqua, sub aqua maledicere temptant.’
‘Ach en dan is er bijvoorbeeld nog Euripides met zijn mooie woordspelletjes.’

Bettina ging in Nijmegen klassieke talen studeren. Deze periode gaf een grote wending aan haar leven. ‘Ja, daar kreeg ik een student-mentor toegewezen en met deze man ben ik later getrouwd. Zeg er maar duidelijk bij dat het een student was, anders denkt men dat ik een hoogleraar aan de haak geslagen heb’, zegt ze lachend.

Na een jaar lerarenopleiding en les te hebben gegeven in Arnhem en Tilburg  volgde er een dubbelsollicitatie in Middelburg. Dat hield in dat zowel Bettina als haar man solliciteerden naar een dubbele vacature die was ontstaan bij de Nehalennia Scholengemeenschap in de Zeeuwse hoofdstad. Het resultaat was dat ze daar beiden werden aangenomen.

Inmiddels is Bettina, na ook nog een dienstverband in Terneuzen, sinds 2012 werkzaam aan het Gymnasium Juvenaat in Bergen op Zoom.
‘Voor ons was het natuurlijk een heel andere omgeving. We kenden Middelburg niet maar het bleek te resulteren in een heel aangename cultuurshock. Middelburg heeft een heel breed cultureel aanbod.’

Een en ander resulteerde onder meer in het lidmaatschap van de Middelburgse sociëteit De Vergenoeging, net als het Genootschap een oud instituut, in dit geval ontstaan in 1795. ‘Heel gezellig!’

Bettina zit ook in het bestuur van Beter Onderwijs Nederland. Deze vereniging stelt zich ten doel het zo goed mogelijk tot bloei laten komen van de potenties van leerlingen en studenten door gedegen vakinhoudelijke en algemene vorming. Zij  beheert daar de portefeuille voortgezet onderwijs en het Meldpunt Intimidatie. Intimidatie, door bijvoorbeeld de schoolleiding en de werkdruk voor docenten, ziet zij als belangrijke bedreigingen voor docentschap. ‘Er is niet voor niets een lerarentekort. Docenten zijn nu een kostenpost en geen menselijk kapitaal. Overal is het marktdenken doorgedrongen maar dat hoort in de publieke sector niet zo te zijn.’

Bij haar werk voor en in het onderwijs komt Bettina echt op haar praatstoel. Ze stipt het belang aan  van de Nederlandse identiteit, zonder de rest van de wereld buiten te sluiten, het belang van kansengelijkheid en onze neiging tot nivellering. ‘Een vmbo-er is niet minder dan een gymnasiast.

Leerlingen moeten geholpen worden om hun talenten goed te ontwikkelen. Daarbij gaat het ook om het groepsproces bij voorkeur in een homogene omgeving.’ Juist die cohesie in de groep wil Bettina benadrukken. ‘Neem bijvoorbeeld gymnasiumleerlingen. Die hebben zich op de basisschool vaak moeten inhouden. Bovendien heb je in een homogene omgeving makkelijker een klassikale gespreksvorm. Maar leerlingen moeten wel kunnen overstappen.’ Bettina vindt dat de voertaal Nederlands hoort te zijn, ook op de universiteit. Zij onderschrijft het belang van Engels in de wetenschap, maar in het onderwijsgesprek moet het Nederlands  zo veel mogelijk de voertaal zijn. ‘In je moedertaal, in dit geval dus het Nederlands, kun je veel beter de nuances weergeven.’

De docente voelt zich op haar plek binnen het Genootschap. ‘Je voelt hier gewoon de geschiedenis. Die geschiedenis en cultuur mogen we doorgeven aan een nieuwe generatie.’  Archief en Werken karakteriseert ze als heel Zeeuws en heel gevarieerd. ‘Ja, alles kan aan bod komen, maar we streven wel naar een wetenschappelijke insteek.’ En of ze als classica wel in de oudheid zou willen leven? ‘Nou…., niet echt. Ik zou er wel graag eens een dagje willen rondkijken. Een dagje maar niet langer.’