- Nieuws
- Collectie
- Publicaties
- Jeugd
- Werkgroepen
- Wetenschapsplatform
- KZGW
- Contact
MIDDELBURG – De provincieambtenaar keek vreemd op. Wat deed die kerel daar nou, op zijn knieën met die natte spons? Freddy glimlachte en wenkte. En liet de ambtenaar met eigen ogen zien dat hij al veertig jaar over zeshonderd miljoen jaar oude fossielen liep. Zelden zag de stadspaleontoloog iemand zo verbaasd kijken.
Als Freddy van Nieulande uit Nieuwland (‘ik heb het ook niet verzonnen’) in deze tijd was geboren, zou hij geologie gaan studeren en artikelen publiceren in internationale wetenschappelijke tijdschriften. Maar Freddy is van 1941, uit Westdorpe bovendien, en in die tijd mocht je al van geluk spreken als je naar de technische school mocht. Hij kwam terecht op Scheldepoort, trouwde en verhuisde naar – geloof het of niet – de Scheldepoortstraat in Nieuw en Sint Joosland. Freddy had een passie, al van jongs af aan: fossielen. ,,Als kind fietste ik altijd naar Cadzand om haaientanden te zoeken. En schelpjes, van die hele mooie. Ik stopte ze in van die platte sigarendoosjes. Mijn kamer stond er vol mee. Maar ik wilde weten waar ze vandaan kwamen. Hoe ze heetten, hoe oud ze waren. Ik kocht een boekje over schelpen, maar wat ik wilde weten, stond er niet in.”
Het Abdijplein één grote speeltuin
De jonge Freddy werd lid van het Zeeuws Genootschap en raakte in contact met wat toen nog het Rijksmuseum voor Geologie en Mineralogie heette. ,,Op een gegeven moment was ik lid van wel zeven verenigingen in binnen- en buitenland. Eindelijk kreeg ik de informatie die ik wilde.” Nu noemt Van Nieuwlande zich stadspaleontoloog. Hij ziet leven in grijze, oude gesteenten. Met dank aan die natte spons. ,,Het Abdijplein is voor mij één grote speeltuin. De stenen die ze hier gebruikt hebben, komen uit Doornik in het zuidwesten van België. Dat lag vroeger, zeshonderd miljoen jaar geleden, op de plek waar nu Zuid-Afrika is. In de zee. Vandaar dat je nu allemaal koralen ziet.”
Helemaal gaaf, met spits en al
Van Nieuwlande veegt zijn natte spons, die vanwege Freddy’s leeftijd voortaan aan een stok vast zit, over de stenen en verrek: prompt verschijnen witte honingraatachtige vormen aan de oppervlakte. ,,Koraal. En kijk daar, nautilus. De tweekoppige schelp. En zie je die witte strepen daar? Dat zijn de graafgangen van kreeftachtigen. De meest gekke dingen komen hier tevoorschijn.” Maar het allergekste komt pas als Van Nieuwlande een hompje fimoklei uit zijn jaszak tovert. Hij kneedt het zacht en duwt het in het stenen kozijn van het Zeeuws Museum. Even aandrukken en voilà: een afdruk van wel drie wenteltrapjes, helemaal gaaf, met spits en al. ,,Als je goed kijkt, valt er zoveel te ontdekken.”
‘Middelburg vol zeeleven’
Alles wat Van Nieulande over fossielen heeft geleerd, heeft hij verwerkt in een manuscript. Het werk, genaamd Middelburg vol zeeleven, is voor het Zeeuws Genootschap indrukwekkend genoeg om komend jaar grotendeels in drukvorm uit te geven. De rest komt op internet. Zodat iedereen die wil leren over oude schelpen, niet meer zo lang hoeft te zoeken als Freddy vroeger. Van Nieulande is trots. ,,Ik kreeg eens een brief van een jongetje uit Amsterdam. Hij schreef: u weet zoveel, mag ik langskomen? Dat jongetje, dat hier met zijn gele laarsjes kwam en zijn grote rugzak, ik zie het nog zo voor me, is nu één van de conservatoren van Naturalis. Alleen al daarom is mijn missie geslaagd.”
Tekst: Wendy Wagenmakers (PZC, 24 november 2020)
Foto’s: © Dirk Jan Gjeltema