- Nieuws
- Collectie
- Publicaties
- Jeugd
- Werkgroepen
- Wetenschapsplatform
- KZGW
- Contact
Deze bronzen penning toont hoe twee Zeeuwse schepen het Spaanse galjoen Sint Jacob aanvallen.
Op 16 maart 1602 zeilden twee Zeeuwse schepen in de buurt van het eiland Sint Helena onder het gezag van de kapiteins Gerard de Roy en Laurents Bikker. Ze waren op de terugreis uit Sumatra, waar ze eind 1601 vertrokken waren. Nabij Sint Helena meenden ze een Hollands schip in de buurt te zien, waarop ze besloten om die tegemoet te varen om die te begroeten.
Dichterbij gekomen bleek het echter om het Spaanse galjoen genaamd Sint Jago te gaan, dat meteen het vuur op de twee Zeeuwse schepen opende. Dit kon niet onbeantwoord blijven en zo raakten ze in gevecht. De Zeeuwen kregen in de strijd de overhand. Het Spaanse schip hees de witte vlag en de bemanning gaf zich over.
De Zeeuwen eigenden zich het schip toe en stond de bemanning ervan toe het schip te verlaten en naar Sint Helena te roeien. Toen de lading werd geïnspecteerd leverde dat een enorme verrassing op: de lading bleek te bestaan uit diamanten, parels, barnsteen, bezoar, zijde en andere kostbare goederen.
Na terugkeer in Zeeland op 20 juli van dat jaar werden schip en lading geveild. Die bracht het voor die tijd gigantische bedrag van 1,5 miljoen gulden op voor de rederij van de schepen. Hiervan werd ƒ 10.000 in de armenkas gestort. Na enig gebakkelei met de bootslieden en de breukeiser (belastinginspecteur van de admiraliteit) kreeg de bemanning ƒ 100.000 uitgekeerd. De Staten Generaal deelden volgens het toenmalig zeerecht mee in de winst voor ƒ 300.000, wat voor een land in oorlog niet onwelkom was.
De rederij gaf daarop de Zeeuwse Munt in Middelburg opdracht om penningen te maken die deze feiten herdachten om uit te delen aan vrienden en relaties.
Van de munt bestaan ook gouden en zilveren exemplaren.
Lees meer op: G. Van Loon, Beschrijving der Nederlandse Historipenningen dl. I, ’s-Gravenhage 1723, p. 563