uitgelicht
collectie-
stuk

PZC schrijft over het boek Jacob Hendrik Schorer

21 maart 2021

Jan van Damme van de PZC schreef in januari een mooie recensie over het boek van Jan Zwemer: Jacob Hendrik Schorer (1760-1822), een Zeeuwse bestuurder in crisistijd, uitgegeven door het Zeeuws Genootschap.

“Het is het levensverhaal van een Zeeuwse bestuurder in roerige tijden. Jacob Hendrik Schorer loodste Middelburg rond 1800 tussen alle gevaren van bezetting en belegering door naar een veilige haven.

Jacob Hendrik Schorer (1760-1822). Schilderij door Johan Pieter Bourjé, 1818, collectie Zeeuws Museum. ©Zeeuws Museum
Politiek behendig, praktisch ingesteld, diplomatiek, hij kon tussen klippen door laveren, had inlevingsvermogen en verantwoordelijkheidsgevoel, hij was – kortom – een rasbestuurder. Er wordt nogal de loftrompet gestoken als het over Jacob Hendrik Schorer gaat. Dat deden zijn tijdgenoten al in de jaren na zijn overlijden in 1822. Dat doet in feite ook historicus Jan Zwemer uit Serooskerke (inzet foto). Hij schreef het pas verschenen levensverhaal van de pensionaris en burgemeester die onder tenminste vijf verschillende regeringshoofden zijn roer recht moest zien te houden.

Zwemer schrijft in zijn slotbeschouwing (pagina 290): ‘Jacob Hendrik Schorer ging immers niet over een nacht ijs, was steeds bedacht op het algemeen nut en bereid om zich daar persoonlijk offers voor te getroosten’. Dat zijn mooie, waarderende woorden voor een man uit de Zeeuwse bestuurlijke elite.

Het waren turbulente tijden rond 1800. De ooit zo trotse Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden bezweek en werd een vazalstaat van Frankrijk, eerst als Bataafse Republiek (1795-1806) en daarna als Koninkrijk Holland (1806-1810). Vervolgens werd wat nu Nederland is, ingelijfd bij het Franse keizerrijk, tot de val van Napoleon in 1814. Gedurende die periode was jurist Schorer enkele malen burgemeester van Middelburg. In 1814 werd hij de eerste Gouverneur ofwel Commissaris des Konings in Zeeland.

Napoleon
Beroemd is de scène waarin Schorer keizer Bonaparte moest ontvangen. In 1809 werd Walcheren door Engelse troepen bezet. Een lastige periode voor Schorer die in die tijd burgemeester van Middelburg was. Het lukte hem de Engelsen enigszins in toom te houden, er werd niet gemuit en geplunderd en hij kreeg het zelfs voor elkaar dat er voor diensten en het gebruik van schepen werd betaald. Maar dat nam niet weg dat hij vanuit Frans oogpunt met de vijand heulde.

Op 9 mei 1810 arriveerde Napoleon met een groots gevolg, Schorer werd geacht hem de sleutels van de stad aan te bieden. Pagina 194-195: ‘Tot zijn ontsteltenis antwoordde Napoleon Bonaparte dat hij die sleutels niet wilde en vroeg de keizer of hij degene was die ze aan de Engelsen had aangeboden (…).’ Napoleon beëindigde het gesprek met: ‘Le bourgmestre de votre ville est un scélérat et il sera sévèrement puni – de burgemeester van uw stad is een schurk en hij zal streng gestraft worden’.

Dat dreigement liep met een sisser af, de volgende ochtend al had de keizer begrip voor de moeilijke positie van de ‘bourgmestre’ en kreeg Schorer het zelfs gedaan dat Zeeland niet bij het Departement van de Nethe (Antwerpen) werd gevoegd maar een zelfstandig departement bleef. In de chaotische laatste maanden van de aanwezigheid van de Fransen behaalde Schorer nog een belangrijk succes. Honderden Walcherse boeren waren de inkwartiering van Franse militairen en de gedwongen levering van graan meer dan zat en trokken in februari 1814 op naar Middelburg. De gemoederen werden tijdig gesust, anders was het een bloedbad geworden. De Franse troepen hielden zich tot hun vertrek gedeisd. Vooral dankzij Schorer. Dat was een knap stukje diplomatie.”

Tekst: Jan van Damme, PZC 24 januari 2021

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *