- Nieuws
- Collectie
- Publicaties
- Jeugd
- Werkgroepen
- Wetenschapsplatform
- KZGW
- Contact
Terug naar Rederijkers in Zeeland
Zinspreuk: Versaemt wt jonsten
Patroonheilige: H. Apollonia, naamdag 9 februari, eerder 8 februari
Vroegste bronvermelding: 18 juli 1547
Bron: Zeeuws Archief, toegang 5025, inv.nr. 4345, Schepenaktenboek, 1541-1553, 201 verso, (scan 207)
Laatst bekende bronvermelding: 18 december 1637
Bron: Universiteitsbibliotheek Utrecht (UBU) Hs 8 K 28 vermeldt op f. 66 (scan 156) de datum van 18 december 1637.
Geschiedenis:
De kamer van Brouwershaven komt voor het eerst voor in de rechtsregisters van de stad op18 juli 1547. Ondanks het feit dat Cornelis Cornelis sone verbannen is, blijft hij gehouden zijn betaling te voldoen aan de kamer van de ‘roede lelie’, zoals blijkt uit een akte van de kamer. Hij blijft gevangen op het stadhuis tot hij viervijfde van de boete van vijf pond heeft voldaan.
Op 3 juli 1553 ontvangen Janssen de vriesse en Geerbrant Geerbrantssen ieder een vergoeding voor ‘verteerde coesten vpde camer vande rode Lelije’. En op 19 mei 1557 ontvangt Marten Jansse als ‘prinsse van de roede lelye’ 1 schelling en 2 grooten Vlaams van de kamer.
Een handschrift van deze kamer bevat teksten van door haar opgevoerde spelen van de jaren 1559 tot 1636. In 1567 worden, in een verordening op de accijnzen, de schutters en rederijkers samen genoemd. De stad kent de ‘rethorosijnen zoe wanneer sy coninxs feest houden een 1/2 arme rynssche wijns’ toe.
Na de overgang van Brouwershaven naar protestantse zijde nam de overheidscontrole op de kamer toe. De kamer kreeg alleen toestemming tot spelen als ze haar stukken door de predikant liet controleren. In 1594 ontving ze een nieuw reglement. De raad bepaalde tevens dat de rederijkers verkiesbaar waren in een van de schuttersvendels. Vanaf de jaren negentig speelde ze evenwel nauwelijks meer een rol in het publieke leven. Steun van de overheid kreeg ze niet langer. Aanvragen daartoe werden geregeld afgewezen, voor het laatst in 1605. Toch was de kamer rond 1627 (Archief Classis Zierikzee, acta, inv.1) actief en in de jaren 1636-1637 schreef J.P.Rontsaet zijn teksten in het kamerboek.
Bron: DBNL
Publicaties:
H. Meyling, Esbatementen van de Rode Lelije te Brouwershaven, Utrecht, 1946:
Bibliografie / Literatuur:
Archivalia:
Zeeuws Archief:
Toegang 5025, inv.nr. 4345, Schepenaktenboek, 1541-1553, 201 verso (scan 207), 18 juli 1547.
Toegang 5025, inv.nr. 4346, Schepenaktenboek 1553-1557, 1verso/2recto (scan 7), 3 juli 1553.
Toegang 5025, inv.nr. 4346, Schepenaktenboek , 1553-1557, 19 recto (scan 258), 19 mei 1557.
Handschriften van de esbattementen van De Roode Lelie in UB Utrecht onder UBU Hs 8 K 28. Je kunt aldaar het handschrift bekijken en zelfs in PDF downloaden. Het begint met de ordonnantie uit 1594, dan volgen de toneelstukken en er wordt besloten met gedrukte samenvattingen van de toneelstukken door C.G.N. de Vooys.
Fol. 54: Na het koningsfeest van Floris Adriaansen wordt op 9 februari 1562 een toneelspel opgevoerd dat Meiling ‘Het esbattement van de bijstier’ noemt.
Zeeuws Archief: Toegang 5424.1, Acta classis Schouwen-Duiveland, Nederlandse Hervormde Kerk 1587-1949, deel 1: classis Zierikzee 1607-1634:
Varia
Repertorium rederijkerskamers DBNL:
De Roode Lelie: BEKIJK BRONNEN
Laatst bewerkt: 16 december 2024.