Bladformule
Het koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen wil de indrukwekkende Zeeuwse cultuur, natuur en geschiedenis laten zien, zowel binnen als buiten de provinciegrenzen. Dat punt is zowel bestaansrecht van het KZGW als doelstelling. Onderdeel van de strategie is ook: een podium bieden aan degenen die studie maken van de Zeeuwse cultuur, natuur en geschiedenis, zowel provinciaal als regionaal en lokaal.
Concept
- Het tijdschrift is bestemd voor de leden van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (KZGW). Echter, het tijdschrift mikt op een ruimer publiek dan alleen de leden van het genootschap. Omdat het ook in de losse verkoop ligt en op die manier een middel is om nieuwe leden aan te trekken.
- Het publiek van het tijdschrift: iedereen – leden en hopelijk toekomstige leden – die in Zeeuwse cultuur, natuur en geschiedenis geïnteresseerd is. Een mogelijke persona (ijkpersoon): een persoon (m/v), die waarschijnlijk maar niet per se in Zeeland woont, die geïnteresseerd is in de geschiedenis van Zeeland, die geïnteresseerd is in de natuur en het culturele leven in Zeeland. Leeftijd is 20-plus. Opleiding: geen beperking, mits er interesse is.
- Een bijkomende factor is dat het tijdschrift een uitgave is van het KZGW. Dat impliceert dat zo mogelijk wetenschap in het tijdschrift aan bod komt. Ook activiteiten van het genootschap zelf – uitgaven, exposities, lezingen, congressen – krijgen aandacht indien mogelijk en gewenst. Zo wordt benadrukt dat de leden van het genootschap de basis van het lezersbestand vormen.
- Conclusie: het tijdschrift brengt een breed palet aan onderwerpen op het terrein van historie, natuur, cultuur en wetenschap. De tegenwoordige tijd komt aan bod in de sectoren natuur, cultuur en wetenschap; waar mogelijk wordt er een link gelegd met de actuele evenementen (geplande of gepubliceerde uitgaven, geplande of lopende exposities, geplande festivals, in gebruik te nemen of genomen laboratoria, lopende en afgeronde onderzoeken).
- Het formaat is A4 staand en full colour.
- Verschijningsdata 4 keer per jaar: begin maart, begin juni, begin september, begin december.
Creatie
- Na te streven omvang: 74 pagina’s exclusief cover en achterpagina.
- Paginering steeds beginnend bij 1 (dus niet doorlopend over 4 nummers).
- De opmaak is licht met een ook voor ouderen goed leesbare letter (voor de platte platte tekst Sabon 10 pt., hoofdkoppen Palanquin Thin 24 pt., introtekst Palanquin light 11 pt.).
- Full colour.
- Voor rubrieken wordt er gebruik gemaakt van vaste ondergrondkleuren: mededelingen bruin, Schatten blauwpaars, boekrecensies groen, poëzie aan de vloedlijn geel.
- De tekst van de artikelen wordt in twee kolommen opgemaakt, de rubrieken mededelingen en boekrecensies in drie kolommen; de rubrieken Schatten en poëzie ook in twee kolommen.
- Elk nummer kent een dossier: een aantal artikelen over een gelijk thema. Een dossier beslaat een kwart tot een derde van het tijdschrift.
- Op alle pagina’s bovenin een doorlopende themabalk: dossier (links) plus titel (rechts), essay (links) plus titel (rechts), bij de rubrieken de passende titel.
- De cover krijgt bij voorkeur een beeld dat betrekking heeft op het dossier. Daarbij wordt standaard gestreefd naar ‘mensen’ op de cover. Op de cover verder een aankondiging van het dossier en enkele losse artikelen. Verder bovenin titel van het tijdschrift met onderlijn, jaar en maand, onderop logo KZGW en losse nummerprijs.
- Illustraties in het tijdschrift: beperkt aantal éénkolommers, bij voorkeer ruimer; elk artikel begint bij voorkeur met een paginagrote illustratie. Ook binnenin geldt voor de illustraties: waar mogelijk en dienstig ‘mensen’. Het streven is beeld en illustratie waar mogelijk een eigen verhaal te laten vertellen.
- Plaats van de illustraties: liefst afhankelijk van de vormgeving en niet ‘tekstgestuurd’.
- Elk nummer heeft een inhoudsopgave en een voorwoord.
- Lengte artikelen: maximaal 2000 woorden (indicatief). Boekrecensies en Schatten maximaal 1000 woorden, voorwoord 500 woorden.
- Alle artikelen zijn voorzien van een introtekst die iets zegt over de inhoud en de lezer uitnodigt.
- De tekst na het intro begint met een initiaal.
- De auteurs hebben een bioblokje aan het eind van het artikel.
- Om de tekst te ‘breken’ wordt er gebruik gemaakt van tussenkoppen en quotes.
- Advertenties worden gespreid geplaatst.
- Het ritme van het tijdschrift: afwisseling kan worden bereikt door na het dossier een vaste plaats in te ruimen voor de mededelingen, de boekenrecensies staan steevast aan het eind, de Schatten en de poëzierubriek zorgen voor afwisseling in de sector losse artikelen. Binnen het dossier variëren de artikelen in lengte.
- Toon van de artikelen: zakelijk informatief. Ter variatie in toon wordt de interviewvorm gehanteerd.
- Gebruik van eindnoten en literatuurverwijzingen: zie de schrijfwijzer.